dinsdag 27 december 2011

Kerstmis 2011 in de kerk.


Kerstmis 2011

Vanuit onze woning kijken wij op naar de hoge kerktoren, statig en vertrouwd. Hij maakt deel uit van ons leven van alledag. Enerzijds waakt hij over het gezin, anderzijds laat hij - door naar de hemel te wijze n- ons niet vergeten dat er een hogere macht bestaat.
Zoals elk jaar gaan we op kerstavond naar de laatste kerkdienst, de mis van half twaalf. We zijn net de deur uitgelopen of er valt ons iets op; onze toren staat in het donker. De altijd stralende buitenverlichting is gedoofd, zelfs in de kerstnacht. Energiebesparing, of is het toch wat anders?
Eenmaal binnen ontwaren we een zee aan ruimte; geen overvol kerkgebouw, geen uitbundige versieringen en geen groot orkest. Begrijpelijk onder de omstandigheden. Veel grijs, weinig jeugd. Een koor van een tiental mannenstemmen zingt oeroude Gregoriaanse gezangen. Er is bewust gekozen voor een sobere, kleine misviering.
Samen met mijn huisgenoten schuif ik een vrije bank in en geef me een uurtje over aan serene rust en ingetogenheid. In mijn hoofd mijmer ik, mediteer en geniet van de unieke kerstsfeer die de dorpse kerk zo eigen kan zijn.
Toch mis ik wat; … vreugde.
Dit uur vind ik geen hoopvolle verwachting voor een nieuw jaar, maar een gelaten melancholie. Het dringt tot me door dat de twee pastores wellicht in hun hart deze mis opdragen alsof het hun laatste kerst in onze oude kerk is. Dit besef doet pijn en raakt me diep.
Ik mag dan wel geen bloedfanatieke praktiserend Katholiek zijn, bij deze geloofsgemeenschap heb ik me wel altijd thuis gevoeld.
Tijdens mijn jeugdjaren ging er een frisse wind waaien door onze kerk en dat was in de eerste plaatst te danken aan de komst van twee sympathieke pastores die de stoffigheid weg poetsten en de twintigste eeuw ingingen met nieuw elan; kleutercrèche, kinderkoor, jeugdkoor, tienermis, live- en popmuziek, concerten, gespreksgroepen, oecumenische huwelijken, kruisjes, doopschelpen en een carnavalsdienst. Het hoorde bij ons, bij mij.
De pastores zijn nu wat jaartjes ouder maar hun frisse blik op het moderne katholicisme is gelukkig diep in hun hart verankerd, ondanks de verplicht opgelegde maatregelen van hun bazen om terug te gaan naar handelwijzen uit -bijna- de middeleeuwen.
De mis gaat uit en wij lopen terug naar een vertrouwd thuistafereeltje waar chocomel en worstenbroodjes op ons wachten.
De volgende ochtend, eerste Kerstdag 2011.
Wanneer ik naar buiten kijk is onze goeie ouwe toren in de mist gehuld. Een teken? Tijdens het fabriceren van een familiediner dwalen mijn gedachten weer naar dat uur in de nacht en besluit ik deze woorden aan het papier toe te vertrouwen en te delen.
Waarom? Het onbelangrijke eerst; omdat ik niets begrijp van de krachten binnen de Katholieke kerk die de jarenlange inzet van een handjevol mensen om een kerkelijke gemeenschap met menselijke maat te leiden, menen te moeten afstraffen.
Maar vooral, en dat is de belangrijkste reden; omdat het voor een groot deel aan die twee pastores te danken is dat er velen zijn zoals ik; mensen die een warm, vredig gevoel hebben overgehouden aan alle Kerstmissen die er sinds de jaren zeventig in onze kerk zijn gevierd en dat graag willen blijven ervaren. Vaders, moeders, grootouders en kinderen ook, die de goede sfeer van de laatste decennia hebben gewaardeerd, in hun hart hebben gesloten en door zullen geven aan de volgende generatie. Met of zonder een sterk geloof, op welke manier dan ook.
Vandaag heb ik de herder uit onze Kerststal een prominente plaats vooraan gegeven, lekker warm naast een flakkerend LEDlicht-kampvuurtje en onder een paar verschrikkelijk dure en in een opwelling gekochte kerstballen. Maar héél vertrouwd dicht bij het nieuwbakken kerstgezin.
Er wordt een opmerking gemaakt over de kleine beschadiging die hij in de loop der jaren heeft opgelopen en die nu zichtbaar is. Voor mij is dat - na de kerstpreek van de pastor - echter symbolisch; ondanks het stukje verdwenen kunsthars heeft de man met het schaapje aan zijn voeten die bevoorrechte plek dubbel en dwars verdiend.
Wanneer ik naar buiten kijk piept er even een zonnestraaltje door de lucht en zie ik de torenspits verschijnen. Gelukkig.

zondag 16 oktober 2011

Ode aan mijn zwager



 

Stappen

 
Tussen Enschot, Beek en de Hasselt
maar vooral in 't Van Bijlandtstrôtje
klinken jouw stappen ons nog helder na.
Plichtsgetrouw over een DAF stuur gebogen,
sjouwend, de zakken dragend
met het voer voor paarden.

 
Eens lichtvoetig als ze staarden
naar iets wat jij persé wilde zien
en dan ook steevast ging onderzoeken.
Met een dubbele dosis energie
het voor jou grote onbekende
als echte kwajongen gaan ontdekken.

 
Want er zijn misschien wel duizend plekken
door jou voeten haastig aangeraakt,
struinend, en met een glimlach.
Met een verraste stem die
Tjonge jonge jonge
veelvuldig aan ons horen liet.

 
En dan, als niemand het ziet
…. even …. lijken jou stappen te zweven.
Van de Zuidpool tot Frankrijk, hoog in de Pyreneeën
over een zelfgebouwde brug
vinden we jouw vrolijke passen
toch al snel weer terug.

 
Ze leiden ons met Elastieke tred en vliegensvlug
naar de hoogste pieken van jouw wereld
gelukkig door extra afdrukken vergezeld.
De kleine trouwe stappen
van onze zus en tante Annemarie,
Ons Miek, jouw geliefde.

 
Jouw maatje ook, de vrouw die jij nooit griefde,
en die je in al die fijne jaren samen
liefdevol op handen droeg.
Lachend, altijd op weg,
met familie en vrienden genietend,
danste je met haar door het leven.

 
Maar plots kon je als gids geen steun meer geven,
en ploeterend zocht jij het ongebaande pad,
jouw spoor gaat eenzaam verder.
De afdrukken
van je wandelschoenen
al heel snel zachter.

En wij? Wij blijven nu vertwijfeld achter
met de wrange vraag waarom,
een zinnig antwoord zal nooit komen.
Ons rest nu slechts
ontroostbaar
diep verdriet.

 
Immers, door die laatste kloof kennen wij de route niet.
en jouw dappere sporen in het rulle zand
laten ons maar moeizaam geloven.
Dat jouw hemel
voortaan
elders ligt.

 
Dat beeld van jou in het warme zonnelicht
wordt onuitwisbaar in ons hart geschreven.
….. We laten je met moeite gaan….

 
Maar weet je, lieve Huub Tuut…

 
Welke stappen je ook nu nog doet ….
Jouw passen op de weg hier bij ons op aarde
liepen altijd goed.

dinsdag 6 september 2011

Kleding.


Jurkje voor bruiloft.

Hij is zo goed als af. Dankzij één van de Sancho-dames heb ik de droomjurk van mijn dochter kunnen maken, waarvan ze alleen onduidelijk fotootje had.
Het patroon is een combinatie van een halter-overslag bloesje (zie vorige blog), een cirkelrok en met de nodige hoofdbrekens zelf veranderd naar deze jurk.

Rest nu nog de zoom (bewust schuin), een stukje zijnaad en hier en daar een drukkertje. Kijk niet naar het feit dat de jurk wat trekt: mijn paspop is nog te groot voor mijn dochters bovenlijf (!).....
Ter verrassing ook nog een bolerootje gemaakt, ik had nog wat stof over en kon gelijk mijn borduureenheid gebruiken. Hiervan komt het patroontje uit eenhele oude knip waarin een vestje stond met over borsthoogte een naad, de rest weer zelf aangepast
Roze Dupionzijde en donkergrijze crash satijn. Een leuke combo. Dochterlief heeft zwarte schoenen met een roze strikje en een zwarte ketting. De roze rok is los, het bovendeel kan ze ook over een legging of strakke broek dragen voor een sportievere look.


Posted by Picasa

maandag 20 juni 2011

Laf.


Laffe lui.

 
Het is een prachtige voorjaarsochtend. De lucht is helder. Het zonnetje schijnt, de bomen laten hun eerste frisse groene blaadjes ontsnappen uit knoppen die een lange winterslaap hebben gehad. Een dag dus om goed te beginnen met een bezoek aan vrienden en vriendinnen. Even bijpraten, een lekker kopje koffie delen en tegen lunchtijd vrolijk op de fiets terug naar huis.

Bij aankomst valt het me al direct op: mijn mans auto die bij hoge uitzondering eens een keertje op de oprit stond, is verdwenen. Eenmaal binnen vind ik een briefje op de keukentafel. 
Wat blijkt? Kindlief heeft onze bolide geleend. Mam, een noodgeval! De reden is een trieste. En hij maakt me ontzettend kwaad.

Ons oude, maar uitstekend functionerende tweede autootje dat onze dochter regelmatig gebruikt, blijkt van voor naar achter en over de hele lengte van het beestje diepe krassen, deuken en lakschade te hebben gekregen. Opgelopen op de parkeerplaats waar hij volgens de regels der kunst op stond geparkeerd. Geen dader te zien, geen verontschuldigend briefje achter de ruitenwisser, geen getuigen, helemaal niets.

Nu wil het geval dat mijn dochter niet zonder auto kan. Ze is een enthousiaste hardwerkende - en nog lerende - gespecialiseerde kok. Haar werktijden beginnen aan het einde van de ochtend en houden pas op als restaurantgasten dikgegeten en tevreden naar huis gaan, dus heel laat in de avond. Openbaar vervoer vanaf haar werkplek naar huis is er niet en de afstand is te groot om af te leggen op de fiets. Bovendien zou ze dat van mij ook niet mogen. Een vrouw alleen, bij nacht en ontij op wegen die door bossen en verlate gebieden lopen is vragen om problemen.

Ons kleine oude autootje wordt daarom node gemist. Het vehikel wordt regelmatig door de kinderen en mijzelf gebruikt omdat palief de gezinsauto nodig heeft voor zijn werk. Het oude beestje wordt daarom gekoesterd alsof het een doos met diamanten is.
In deze tijd van examens maken en solliciteren naar een andere baan omdat haar leerling-contract na een jaar eindigt, hoestend en proestend op de been blijven omdat de lucht bezwangerd is met pollen, kan kindlief daarom deze tegenslag nauwelijks verwerken.

Ik bekijk de schade met tranen in mijn ogen, wetende dat het met de om ons heen grijpende crisis nauwelijks mogelijk is om het geld voor reparaties op korte termijn op te hoesten. En eerlijk gezegd is het vehikel ook te oud om er nog economisch verantwoord geld in te steken.

De kinderen dan? Jawel, die zijn jong en werken hard. Ze betalen netjes en op tijd de huur van hun flatje en weten telkens weer de benodigde centjes te vinden die ze even zo vrolijk aan dure benzine kwijtraken wanneer gebruik maken van het openbaar vervoer geen optie is. Ze redden het financieel maar nét, een dure reparatie aan een oud autootje zit er ook voor hen niet in.

En dan word ik kwaad. Wie zijn die laffe lui die een auto beschadigen en niet het fatsoen kunnen opbrengen om een boodschap achter te laten? In wat voor wereld leven we tegenwoordig? Geen enkel respect meer voor andermans goed, geen enkele empathie voor de medemens die het minder breed heeft?

En ja, het halve dorp is afgesloten door wegwerkzaamheden en het anders zo rustige smalle straatje waarin kindlief woont wordt geteisterd door sluipverkeer en aan- en afvoer van vrachtwagens die de plaatselijke super bevoorraden. Misschien dat één van hen de bocht te nauw heeft genomen? Maar waarom dan doorrijden en niets van je laten horen? De meeste bestuurders zijn toch verzekerd tegen dit soort ongelukjes? Waarom dan niet even een briefje onder de ruitenwisser of aanbellen in de buurt?

Maar nee, dat is blijkbaar te moeilijk en kost tijd. Dus laten we onze medemens achter met de ellende en doen net alsof er niets gebeurd is. De andere kant opkijken. De ik-weet-van-niks-en-kom-van-nergens mentaliteit. Lachen omdat je er als veroorzaker zo lekker van af bent gekomen.

Laffe lui dus, dat soort lieden. Mensen waar ik in ieder geval geen enkel respect meer heb.

Samen met kindlief stort ik me in het eindeloos invullen van formulieren, politieaangifte doen en de hele buurt afstruinen naar mogelijke getuigen van het ongeval, in de hoop dat het waarborgfonds wat bij zal dragen in de kosten. Het zal allemaal wel niets opleveren. IJdele hoop.
Tja, had je vroeger ook zoveel laffe lui?

dinsdag 31 mei 2011

Mei.


Mei.

De maand mei, één van de fijnste maanden van het jaar. En dit jaar helemaal want het is lekker zonnig en de temperaturen zijn heerlijk, niet te warm, niet te koel. Voor ons is de maand mei een echte feestmaand.
We hebben een aantal verjaardagen te vieren en mogen ook elk jaar weer genieten van extra vrije dagen. Die zijn broodnodig om de perikelen van de wintermaanden achter ons te laten en energie op te doen voor de drukke maanden juni en juli die nog moeten komen.
In die korte vakanties gaan we regelmatig een kampeertocht maken. Of bezoeken de steden van Europa. We hebben ons voorgenomen om in de toekomst zoveel mogelijk belangrijke Europese steden te gaan bezoeken. We strepen ze gewoon af op een lijstje.
Maar ook ons eigen land biedt zoveel moois. In Nederland zijn er streken genoeg die we niet kennen en die een ontdekkingstocht waard zijn. Omdat wij in het zuiden wonen, komen we niet gauw in de kop van Noord-Holland. Amsterdam en omstreken is bekend, maar daar boven? Wat moeten wij, zandhazen, daar toch zoeken? Immers, je hoeft er niet door te rijden op weg naar een ander land, familie woont er niet en zakelijk hebben we er ook niets te zoeken.
Toch hebben we er een weekend doorgebracht. In Enkhuizen wel te verstaan, samen met een aantal vrienden. Gewoon omdat het mei is en we elkaar dan ergens in Nederland treffen. Het streven van onze vriendengroep is om zoveel mogelijk verschillende onbekende hoekjes van Nederland te bezoeken tijdens dit voor ons jaarlijks terugkerende fenomeen: een reünie van gelijkgestemde geesten.
Leuk stadje, dat Enkhuizen (het heeft stadsrechten). Een mooie omgeving bovendien. Het IJsselmeer was wat onstuimig, de Dromedaris omringd door een vrijmarkt en af en toe regende het, maar dat kon de pret niet drukken. Gelukkig was er plaats genoeg op terrasjes en in restaurants waar we - beschut tegen harde wind – met elkaar hebben kunnen converseren onder het genot van een heerlijke kop koffie en een glaasje wijn.
In het (Buiten-) Zuiderzeemuseum was het niet zo druk, maar toch levendig. We konden alles goed bekijken en hebben nu een helder beeld van het leven aan de vroegere Zuiderzeekust. Hoe verschilde het dagelijkse bestaan daar van het leven dat onze eigen voorouders hebben geleefd en dat we zo goed kennen!
Het binnenmuseum viel ons tegen. Het is meer op - tijdelijke - moderne kunst gericht dan dat men datgene wat er buiten te zien is toelicht en aanschouwelijk maakt. Jammer, echt een gemiste kans vonden wij. Wij hadden graag de klederdrachten en de typische gebruiksvoorwerpen willen zien, misschien wat meer filmbeelden van vroeger, schilderijen en gerichte uitleg over het ontstaan van de polders en het veranderde leven van zoutwater vissersdorp naar moderne toeristische zoetwaterhaven.
Dat deze stad vroeger zoveel Oost- en West- Indiëvaarders heeft gehad, zat helemaal niet in mijn hoofd, hoewel ik een geschiedenisfreak ben. De VOC was door mij altijd gelinked aan Amsterdam. Dat visnetten werden getaand met dezelfde bestanddelen als men vroeger in ons eigen dorp gebruikte voor het looien van huiden, was ook een eye-opener. Dat er in de middeleeuwen al een haven áchter een haven kon worden gebouwd, er grachten zijn waarin het water lager staat als de zee aan de andere kant van de dijk luttele meters verderop was ook leuk om te weten.
Al varende komen we er achter dat wij dus echt geen zeebenen blijken te hebben! 's Avonds voelen we de kou omdat wij de temperaturen uit het zuiden gewend zijn die gemiddeld toch enkele graden hoger liggen dan in het noorden van Holland. Over klimaatverschillen gesproken.
Het is maar goed dat je niet alles uit een boek kunt halen of op Internet kunt zien. Dat je er op uit moet om datgene te ondergaan wat je in je huiskamer niet kunt krijgen. We genieten van de sfeer onder onze vrienden en lachen heel wat af.
We snuiven de geuren op die uit het landschap stijgen. We ruiken de zee, de vis, en we proberen de kleur te omschrijven van een ondergaande zon die weerspiegeld wordt in het IJsselmeer. We proeven zeewier en vers gerookte paling, hm heerlijk. Onze haren wapperen in de wind die zijn oorsprong vindt in de echte Hollandse luchten die je op oude schilderijen ziet en ons hoofd wordt heerlijk leeg en licht.
We kunnen terugkijken op een fijn weekend. Een paar heerlijke meidagen waarin we veel hebben geleerd over een voorheen onbekende streek in ons mooie land.
Volgend jaar is de Sallandse heuvelrug aan de beurt. Ik ben erg benieuwd welke verrassingen we daar weer tegen gaan komen. In mei.

Kleding.

 Voor deze zomer, een tuniek. Om over een broek te dragen met een shirt er onder, of zomaar over een badpak, korte broek of legging. Knip april, model 20b, maar dan uitgevoerd met een mouwbies in plaats van een mouw. Met geborduurde sierstiksels op de kleine plooitjes en de kraag.

woensdag 25 mei 2011

Poppenwieg.

Het enige vervelende van het mooie weer is dat ik minder achter de naaimachine kruip! En dat ondanks het feit dat ik een gloednieuw exemplaar bezit. Gelukkig vraagt men mij zo nu en dan om wat 'in elkaar te flansen'  bv. leuke kadootjes. Op verzoek van mijn nichtje heb ik een kleine poppenwieg bekleed. Zie hier het resultaat.
 Het fijne van zo'n project is dat ik daarbij weer wat techniekjes toe kan passen die ik moet oefenen met mijn nieuwe naaimachine, want daar ben ik nog steeds niet helemaal mee vertrouwd. Te geavanceerd? Ook dat maar vooral anders.  Ik heb nu het free-motion naaien ontdekt. Heerlijk! Ik raak ook steeds meer gewend aan het intelligente voetpedaal, met een extra drukje de grijper omhoog, afhechten, naaldstand onder of boven.... en dat alles zonder je handen van het werkstuk af te halen. Het zorgt in ieder geval voor strakkere resultaten. Mijn volgende project wordt vakantiekleding voor mezelf. Voor straks, als het (hopelijk) ook zo'n lekker weer is als wij voor ons tentje in een ander land zitten.

woensdag 27 april 2011

Morandi als voorbeeld.

Naar Morandi.


Omdat ik heel veel met alleen maar felle kleuren werk en drukke schilderstukken maak is het goed om eens terug te keren naar de verstilde werkelijkheid. Even terug naar af, naar de basis van het schilderen van stillevens. Daarvoor ben ik in de wereld van de Italiaanse kunstenaar Morandi gedoken en een lange rij flesjes geschilderd op een lang smal doek. Ziehier het resultaat.

maandag 4 april 2011

Collage.


Mislukte kunst?



Als amateurschilder blijf je vaak zitten met werkstukken die niet mooi, of op z'n zachtst gezegd; mislukt zijn. Ik zal de eerste niet zijn die het niet over haar hart kan verkrijgen om ze te vernietigen; het blijven toch je kindjes… Dus verdwijnen ze diep weggestopt op de zolder of achter in een kast om nooit meer te worden getoond.

Tot onze lerares ons verrast met een opdracht: we gaan collages maken. Waarvan? Niet met nieuw gekleurd papier of tijdschriften, maar van al het materiaal wat je hebt gemaakt, niet weg kunt gooien, en nog voorhanden is.Van de mooiste stukjes maken we een nieuw werk. Recyclen dus.

We scheuren, knippen, moddeleren en plakken een paar weken alsof we een stel kleuters zijn die net nieuw speelgoed heeft gekregen. Natuurlijk worden er veel papiersnippers in de de prullenbak achtergelaten maar we kunnen tevreden terugkijken op het resultaat.

Boost.


The Boost.

Je kent ze wel; de dorpen op ons vaderlandse platteland. Een centraal dorpsplein met kerk, een gemeentehuis en een keur van kroegen. Daar omheen een ring van statige herenhuizen, kleine winkeltjes en hier en daar een school, allemaal met mooie gevels en een puntig dak.
Hoe verder je van de markt vandaan loopt hoe kleiner de huizen worden. De smalle straten met hobbelige keien fietsend, kom je door wat jaren '60 en '80 wijken met hier en daar een industrieterrein. Tenslotte belandt je in het buitengebied; het domein van de agrariërs met hun grote boerderijen en weilanden die grenzen aan een uitgestrekt bos waarin het heerlijk wandelen is.
Vroeger waren deze dorpen vaak belangrijker dan de steden van nu. Maar we leven in de 21ste eeuw en tijden veranderen. De jeugd uit het dorp trekt weg omdat er geen werk is. Grijze haren schuifelen met rollators door de straten, scholen sluiten, winkels houden op te bestaan. De eerste gaten vallen in de eens zo gesloten karakteristieke gevelwanden van het dorp.
Projectontwikkelaars ruiken kansen en staan in de rij te trappelen van ongeduld om hun ding te gaan doen; en dan is het hek van de dam. Het moet anders! Dit slaperige dorp moet worden gemoderniseerd! Er is geen ontkomen meer aan!
Er is veel verzet, er wordt geprotesteerd en onderhandeld maar de kleine groep recalcitrante dorpsbewoners met oog voor historie, schoonheid, dorpsbelang en gezond verstand moet het tenslotte afleggen tegen de macht van het Grote Geld. Ze hebben geen energie genoeg, noch voldoende kennis van alle gaten, voetangels en klemmen in de ingewikkelde regelgeving, om jarenlang overeind te blijven. Bovendien kunnen zij zich geen slinkse juristen veroorloven en verliezen uiteindelijk de strijd.
Een complete straat wordt weggevaagd. Bulldozers slopen in één week tientallen huizen die eeuwenlang een veilig onderkomen zijn geweest voor respectabele burgers. Wat rest is een groot gat in het eens zo pittoreske dorp; een kale lege vlakte waar de hopen zand snel moeten worden afgedekt met ritselend plastic omdat men heeft geconstateerd dat er asbest in zit.
De tekeningen voor nieuwbouw zijn jaren geleden al ontworpen door trendy architecten. Weg met de diepe tuinen - de groene longen van het dorp - weg met de rommelige aanblik van huisjes in allerlei bouwstijlen! Een groot winkelcentrum moet er gaan verschijnen, strak en modern, hightech, met een diepe parkeerkelder en grote etalageruiten waarin je jezelf kunt spiegelen. Langs grijze trottoirs zullen wanden van beton en staal omhoog reiken naar een honderdtal eenheidsworst appartementen.
Opruimen die vriendelijke puntdaken! De kroon op het werk zal worden gevormd door ruime penthouses voor mensen die neer willen kijken op het plebs en het landvolk en willen zien wat de oude buurman zoal in zijn kleine tuintje doet.
De kettingreactie is in werking gezet en niet meer te stoppen; het hele dorp gonst van de plannen om te vernieuwen, geen enkele lege plek is veilig en elk scheefstaand huis met afbladderende verf op de kozijnen is een potentiële kandidaat voor de sloophamer.
Wanneer ik langs de lege vlakte fiets op weg naar de plaatselijke super, geeft me dat telkens een steek in het hart en een dubbel gevoel. Het is net alsof ik zelf ook een beetje wordt afgebroken.
Ik begrijp best dat we iets zullen moeten doen om een oud dorp leefbaar te houden. Maar zijn daar die zelfde winkelketens voor nodig die ik in de stad ook kan vinden? Wat is er mis met de kleine - vaak verrassende - zaken van individuele middenstanders, wiens etalages en winkelindeling nu eens niet zo "gelikt" zijn? Waarom wordt mijn groenteman en visspecialist verdreven door in plastic gesealde, minutieus afgewogen tweepersoonsporties etenswaar? Heb ik die kant-en-klare maaltijd echt nodig of mag ik mijn kookfantasie nog gebruiken?
Ik kan prima uit de voeten met de kleding, de huishoudelijke apparatuur en de schoenen die ik kan kopen in de nog overgebleven winkels. Een hekel aan een goed gesprek aan de toonbank en even sociaal wachten op je beurt, heb ik niet. En áls ik al wat mis, is de stad prima te bereiken en het Internet in huis.
Ben ik nu gek of snap ik het niet? Als je met jongelui praat hoor je dat ze héél graag in het dorp willen blijven wonen. Maar ze kunnen de woonruimte niet vinden. Ze willen samenwonen met hun partner en zoeken eengezinshuizen waarin ze hun toekomstige kinderen kunnen opvoeden op de manier waarop ze zelf door hun ouders zijn grootgebracht. Zij vormen onze toekomst. Deze generatie is toch niet geholpen met appartementen?
Moeten daar de babyboomers in worden weggestopt? Maar als je het hen vraagt krijg je steevast het antwoord "ik moet er niet aan denken…. allemaal ouwe knarren op een rijtje… nee, ik zorg wel voor mezelf… dat moet kunnen binnen onze zorgcultuur….ik pas mijn huis gewoon aan mijn omstandigheden aan en zolang ik kan blijf ik hier in alle vrijheid wonen." Tja, mensen die gewend zijn aan ruimte en groen om zich heen, kruipen niet in betonnen dozen.
Dus een echte oplossing geven die ontwikkelingsplannen vooralsnog niet. De nieuwe winkels zijn te duur om te worden gehuurd door de plaatselijke ondernemers en de appartementen raken maar niet verkocht. Het enige positieve van het plan is dat de stoeptegels nu een gladde vloer zonder obstakels vormen voor de rollators.
In de dorpse leefbaarheid worden steeds meer gaten geschoten en men mist nog steeds "The Boost". En ik? Ik hark mijn tuintje, kijk een keer omhoog en zwaai vriendelijk naar de nieuwe buren.

dinsdag 15 maart 2011

Feest.

Feest.


Het is carnaval. En dus groot feest in ons dorp en in de grote steden in het zuiden van dit wonderschone land. Aan de opvallend veel tv-reportages te zien - was dat de afgelopen jaren ook zo of verveelt men zich in Hilversum? - rukt carnaval ook op boven de rivieren.

Dit jaar vieren we carnaval pas in de maand maart. Dat heeft één groot voordeel: carnavalsvierders en wagenbouwers hebben enkele weken langer de tijd om hun uitdossing en praalwagens af te maken, en dat was te zien aan de kwalitatief mooie optocht die wij in een stralend zonnetje langs de kant van de weg aan ons voorbij zien trekken. Dat carnaval in maart valt is ook gunstig voor de mensen op straat; het is niet zo koud als vorig jaar toen we door de snijdende vrieskou in januari gedwongen werden de optocht achter het vensterglas gade te slaan.
Maart heeft voor ons echter nóg een feestje in petto; de verjaardag van één van onze kinderen. Dus zitten mijn man en ik op een doordeweekse avond gezellig samen op de bank met vóór ons op tafel twee kleine gebakjes, koffie, nootjes en een flesje wijn. We maken er, ter herinnering, maar een foto van die we snel per mail versturen.
Ja, we zijn maar met zijn tweeën dit jaar, want het feestvarken zelf zit een paar duizend kilometer van ons vandaan achter haar bureau. Ze doet haar werk in het buitenland en is gemiddeld negen maanden lang van huis weg.
Toch vieren we elk jaar haar verjaardag. Ook al kunnen we de jarige job op dat moment geen kus op haar wang geven. 

Natuurlijk bellen we, sturen we de leukste kaarten en drukken onze vingers blauw op de knopjes van de mobiele telefoon en het keyboard om te sms'en of te msn-nen. Toch is dat niet hetzelfde als een echte kus, een uitgestoken hand, een troostende aai over haar bol, een lekkere knuffel; kortom het lijfelijk contact met je kind. Al die moderne communicatiemiddelen zijn onontbeerlijk maar blijven slechts surrogaatmiddelen. Het brengt liefde op afstand.
We troosten onszelf door op die avond het leven van onze dochter in ogenschouw te nemen en fotoalbums door te bladeren met de plaatjes vanaf haar geboorte tot en met de foto van het laatste vertrek. In gedachten is ze dan toch heel dichtbij.
Ook voor de jarige zelf gaat haar verjaardag veelal stilletjes voorbij. Het is een gewone werkdag. 's Avonds zullen haar collega's heus wel voor het nodige extra vertier en wat verrassingen zorgen, maar onze dochter zal haar eigen familie die dag
ongetwijfeld ook missen. Dat is de keerzijde van de medaille als je de hele wereld als werkgebied hebt.
Ons kind is een avonturierster, altijd al geweest. Als klein meisje toonde ze een grote mate van interesse naar verre oorden en andere culturen. Het maakte haar niet uit dat we twee dagen in de auto moesten zitten om op onze vakantiebestemming te komen. Als zij maar naar buiten kon kijken door het raam om alle nieuwe landschappen in zich op te nemen, dan was het goed. We waren daarom ook niet verbaasd toen ze voor een studie koos die te maken had met recreatie, vakantie, vrijetijdsbesteding en reizen. En we keken ook niet meer op toen ze bij de eerste de beste gelegenheid die zich voordeed koos voor stages en werkplekken ver buiten de grenzen van Nederland. Dit land is voor haar te klein, ze voelt zich Europeaan en wereldburger.
Natuurlijk zijn wij - haar ouders - trots op haar en respecteren haar keuze. Ze spreekt haar talen vloeiend, kan zich aan elke situatie aanpassen, kent een heleboel mensen van allerlei nationaliteiten – tenminste als je op de lange vriendenlijst op haar facebook mag afgaan - en heeft het erg naar haar zin. Ze is gelukkig, ziet veel, en beleeft allerlei avonturen. Ervaringen die niemand haar af kan nemen en lessen voor het leven. Wat wil je dan nog meer?
Als ouders weet je: kinderen heb je slechts te leen. Je zult hen op een gegeven moment los moeten laten en de wijde wereld in laten gaan. In ons geval gebeurde dat dus letterlijk. Dat heet zelfstandigheid. Je taak als ouder zit er dan zo goed als op; missie geslaagd.

Toch is er op zo'n moment als een verjaardag dat bekende kriebelige gevoel van gemis. Een wee gevoel in je maag, een traan achter je ogen omdat je eigen vlees en bloed niet naast je zit. En je went er nooit aan, je leert er hoogstens even in berusten.

Proost! Lieve meid……. Op naar het volgende jaar!

p.s.: We houden van je.


 

Kussenhoezen.

In de afgelopen weken heb ik een inhaalslag gemaakt met mijn nieuwe naaimachine. Er zijn verschillende kadootjes geboren waar ik geen foto's van heb gemaakt helaas. Het voordeel van zelf kadootjes maken is dat mijn voorraden stof, bandjes en kantjes slinken.
Het achterstallige kleine-klusjes-naaiwerk is deels ingehaald, en twee T-shirts die al heel lang in de  'af-te-maken' mand lagen, naderen hun voltooiing.
Mijn zoektocht naar kussentjes in een ijsblauwe kleur leverde helaas niets op, dus heb ik maar van een lapje stof uit de ikea-collectie enkele exemplaren gemaakt. De vulling moet nog dikker. Ik denk dat ik eens op zoek ga naar die piepschuim bolletjes voor in zitzakken om als kussenvulling te fungeren. De gangbare vulling, die ik nu uit oude kussens heb gehaald, is toch wel aan het einde van haar latijn.

Tassen.

Enige weken gewerkt aan een experiment met vloeipapier en dunne laagjes acryl. Dit is het resultaat.
Posted by Picasa

donderdag 17 februari 2011

Free birds.

Je als een vogel zo vrij voelend, in eindeloze cirkels vliegend naar het licht.

Egypte.

Tahrirplein.

Je zou maar in Egypte of Tunesië wonen. En aan de overkant van het grote water de wereld weten waarin je vrij en blij kunt zijn. Dan is het een kwestie van tijd voordat je besluit om voor die zo gewenste vrijheid te gaan vechten.
Nu hebben wij ons zelden gerealiseerd dat er in die landen echte dictators aan de macht waren. Het was er redelijk veilig, de beide landen waren toeristisch gezien aantrekkelijk voor een bezoek en je hoorde niets van relletjes, martelingen, onderdrukking en armoede. Natuurlijk zag je dat laatste wel als je er op bezoek ging, maar we dachten dat het typisch iets Tunesisch of Egyptisch was en het er gewoon bij hoorde. De grootmachten Amerika en Rusland leken tevreden met de rustige status van deze landen, dus waar zeurden we over.
Zo blijkt maar weer dat we in het westen redelijk naïef kunnen zijn als het op democratie aankomt. We hebben oogkleppen op. Zelf hebben we al eeuwen vrijheid, gelijkheid en broederschap en we zijn er zo aan gewend dat het nadenken erover tot een niet alledaagse bezigheid is geworden.
Tot de vlam in de pan slaat en er beelden in de media verschijnen die er niet om liegen. Dan worden we weer wakker, liggen uren voor de buis en spellen elk woord in de krant.
We hebben met verbazing, bewondering en respect gekeken naar de mensen op het Tahrirplein, die soms zelfs feestend, een dictator verdreven. De spanning was te voelen, ook hier in het vrije westen. En dankzij de moderne communicatiemiddelen konden we er met ons neus bovenop zitten - letterlijk - en van minuut tot minuut een volksopstand bekijken en beluisteren, gelijk een soap op de televisie.
Maar dit was realiteit. Geen fictie, geen in scène gezette film. Er vielen échte doden, door échte kogels. De woede was echt maar ook het bloed.

En weer zijn er mensen die hun leven hebben gegeven voor de democratie. Het hoogste goed, die personen verdienen terecht een plekje in de geschiedenisboeken. Dat is wel het minste waarmee we hen kunnen eren.
En dat geeft weer te denken. Het is te hopen dat de bevolking van Tunesië en Egypte hun zo gewenste vrijheid en democratie ook werkelijk krijgen en dat er niet weer een of andere zelfverheerlijkende dictator of een groepje legerhotemetoten de macht in handen neemt.
Ook islamitische landen verdienen democratie en vrijheid. En áls ze die eenmaal goed hebben leren kennen en de rust in hun land is teruggekeerd, ben ik ervan overtuigd dat we weer een stuk verder zijn op onze weg naar wereldvrede.

Babypakjes.

Het is lang geleden dat ik zulke kleine kleding onder mijn naaimachine vandaan getoverd heb. Kleine mouwtjes waar je nauwelijks met het machinevoetje in kunt komen, zachte dunne elastische stofjes, en natuurlijk veel stof over....
Zie hier het resultaat voor kleine Tim.....














zondag 30 januari 2011

Nach Gustav.


Klimt.

Met het groepje amateurschilders waar ik deel van uit maak krijgen we wekelijks les. Eén van de opdrachten was het bestuderen van een schilder die je bewonderd.

Gustav Klimt is een kunstenaar die schilderijen heeft gemaakt die ik mooi vind. Ik heb ook een paar van zijn werken in het echt mogen zien, en die zijn prachtig. Ik hou van de manier waarop hij de dromerige portretten van mensen integreert in een explosie van kleur en vorm. Zijn schilderijen leggen een link tussen de schilderkunst, de bouwkunst, stofontwerpen en de Jugendstil-stijl.

De vervolgopdracht was om een schilderij te maken met die elementen, in de stijl van de door jou uitgekozen kunstenaar. Dit is het resultaat.

Textiel.


Nieuwe naaimachine.

Een lang gekoesterde wens is in vervulling gegaan. Een mooie zin. En voor mij waarheid. Na heel lang wachten, sparen en vergelijken heb ik een nieuwe naaimachine aangeschaft. Het is de Pfaff Creative 2.0 geworden. Een naaimachine waarmee je ook kunt borduren, en met een softwareprogramma om zelf borduurtjes te kunnen maken. Ik ben nu dus fanatiek aan het uitproberen.

En dat valt nog niet mee. Deze machine heeft andere knopjes, hendeltjes, haakjes en oogjes. Met mijn oude machine kon ik bijna blind mijn werkstukken in elkaar zetten. Ik kende het apparaat van binnen en buiten, kon er mee lezen en schrijven.

Dat wordt nu wel anders. Ik druk uit gewoonte op de verkeerde knopjes, geef te veel gas met het pedaal en moet elke keer weer zoeken hoe ik de draad in moet rijgen enzovoort etc. Ik moet wennen aan het geluid dat hij maakt en alle computergestuurde toeters en bellen.


Dus ben ik nu maar begonnen - net als een beginneling op naaigebied - met het maken van een nieuw keukenschort en een bekleding voor een broodmandje. Puur om de basis onder de knie te krijgen van het werken met deze naaimachine. Met dit als resultaat.

De geborduurde letters waren al een uitdaging: ontwerpen met de software op de pc, overzetten naar je machine, en (laten) borduren. Ik ben er inmiddels ook achter dat het aanschaffen van het materiaal wat je voor deze hobby nodig hebt een aardig gat in je portemonnee slaat. En dat terwijl ik zo graag ook nog een grote zak quiltstofjes aan zou willen schaffen om eindelijk aan die bedsprei te kunnen beginnen. Maar dat zal moeten wachten. Eerst ga ik op zoek naar stof voor een paar kledingstukken voor een pasgeboren neefje. En probeer ik borduurgaren aan te schaffen voor zo'n lief borduurtje op zijn jasje. Het is nu wachten op de bestelde patroontijdschriften en dan kan ik weer aan de slag.

Nieuwjaar.

Nieuw jaar.

Het nieuwe jaar is bijna een maand oud. De meeste goede voornemens zijn al verdrongen door de macht van de sleur die ons mensenleven vaak beheerst. En dat is ook niet zo erg. Wij zijn nu eenmaal gewoontedieren en ons leventje kabbelt rustig verder. Op een paar zaken na.
Ons interieur is aan vernieuwing toe. De twintigjarige bank begint aardig door te zakken en er komen in een rap tempo scheuren in de zitting. Uitgeleefd dus. In de oktober-woonmaand hebben we al een aantal meubelzaken bezocht, proefgezeten, vergeleken, kleuren bepaald en een nieuw exemplaar gekocht.

Het loungen op zachte lage banken die rondom even lage salontafels zijn geplaatst is al een tijdje uit den boze. Dat kan ons ouder wordende lijf niet meer aan. Onze botten worden broos en de spieren willen, zeker in de winter, ook niet meer doen wat wij van plan zijn. We hebben het gemerkt tijdens die banken-uitprobeerdag. In sommige exemplaren zakten we zo diep weg dat we er zonder hulp niet meer uit konden komen. Nee, wij gaan voor de stevige, hogere zit, ondanks het feit dat je dan al snel in de seniorenhoek wordt geplaatst door welwillende verkopers.

Gelukkig heeft de meubelbranche ook in de gaten dat de bijna senior van nu geen oerdegelijke lompe eikenhouten bankstellen meer wil, dus is er keuze genoeg aan stijlen. Wij merken dat we, naarmate we ouder worden, steeds meer naar modernere, mooie designmeubelen lonken. Het is ook niet meer zo dat we rekening moeten houden met kleine kinderen, huisdieren, ruige feestjes en dergelijke. Die tijd hebben we gehad en we zijn nu vrij in een keuze voor twee.
En toen was het dus wachten op de levering. Lang wachten, bijna drie maanden.
Maar als je één onderdeel van je meubelverzameling gaat veranderen, valt het op dat de rest ook niet meer zo up-to-date- is. Dus de oude vertrouwde eetkamerstoelen in balibruine kleur mogen ook naar de dumphandel en worden vervangen door lekker zittende kuipjes. Zo'n stoel waarop je na een diner uren kunt zitten om te kletsen, een wijntje te drinken en prettige – soms ook felle - discussies met familie en vrienden te voeren. Zoals vroeger; gezellig rondom een grote houten tafel, met een schaal kaas en worst in het midden om van te snoepen als je een spelletje aan het doen bent.
Het doet wat decadent aan, dat ben ik met u eens. Maar we hebben er hard voor gewerkt om nu, aan de vooravond van ons gepensioneerde leven te gaan genieten. Genieten van alles wat we hebben bereikt tot nu toe. Genieten van de kinderen die nu als jongvolwassenen aan hun werkzaam leven beginnen. Genieten van de wijsheid die je, volgens de mening van je veel jongere collega's toch wel in pacht hebt. Genieten van het leven tussen de vijftig en de vijfenzestig.

Ondanks de mening van anderen, is dit een prachtige tijd. Je hebt eindelijk die zo gewaardeerde levenservaring, je moet niks, je mag alles, je zaait en oogst tegelijkertijd. Je wordt serieus genomen, maar tegelijkertijd ben je nog lang geen AOW-er. Als je financiën het toelaten kun je reizen zover je wilt, dure musea bezoeken en in plaats van zelf te koken aanschuiven aan tafels in uitstekende restaurants. Dat zijn toch de goede dingen van het leven?
Als je jong bent kijk je tegen het ouder worden aan als iets wat ver weg is, iets naars, een lijf en een geest die aan het aftakelen gaan. Maar ik moet tot de conclusie komen dat dat beeld niet strookt met de werkelijkheid. We voelen ons nog helemaal niet oud, ons verstand werkt op volle toeren en we genieten.
Ik snij een nieuw stuk kaas met een oerdegelijk koksmes in keurige blokjes, schenk een glaasje port in en plof op mijn nieuwe designbank. Het leven is heerlijk!