Iedereen
kijkt er naar uit. Vrij nemen en de hort op, zoals ze dat hier zo mooi kunnen
zeggen. We zijn er aan toe, na dit hectische jaar.
Ons tweede
huisje staat voor de deur, klaar om ingepakt te worden met de meest
noodzakelijke spulletjes die we menen nodig te hebben om te kunnen overleven in
een ander land. Typisch Nederlands; wij vieren
vakantie met de sleurhut. Die van ons is al heel wat jaartjes oud – bejaard
kun je wel zeggen – maar voldoet nog uitstekend. Gewoon handmatig op de plaats
trekken en duwen en geen mover; een plastic raam open in plaats van een
brullende airco op het dak.
Het is
genieten in een land waar het klimaat aangenaam blijkt, je omringd wordt door
het geluid van duizenden cicaden, groenten en fruit eet waar de zon in te
proeven is en waar je tot diep in de nacht buiten kunt zitten zonder tv maar met
een prachtige sterrenhemel.
Tja, wij
zijn nu eenmaal reizigers met een onmetelijke drang naar vrijheid en eenvoud.
Misschien hebben we wel zigeunerbloed in onze voorvaderlijke bloedlijnen
zitten want we blijven zelden langer dan een week op één pek. We trekken door
onbekende streken, zoeken altijd weer een nieuwe camping op en vinden reserveren
een vies woord.
Dit jaar
viel ons echter op hoe rustig het in het buitenland was: geen overvolle
campings waar je moet vechten om een lekker plekje, geen drukke
toeristenstadjes waar je over de koppen kunt lopen en door de toeristen de
gevels niet meer ziet. Nee, niets van dit alles. Er heerste een aangename rust,
overal.
Crisis in de
toeristenbranche? Een uitgelezen kans voor de reiziger! Immers, je hebt alle
tijd om door stille musea te dwalen, je hoeft niet in de rij of uren te wachten
voor het bezoeken van een grot en er liggen nog waterfietsen genoeg aan de
oever van het meer te wachten op fanatieke trappers. De uitbaters van
eetgelegenheden hebben alle tijd voor een onderhoudend praatje, doen hun
stinkende best om klanten aangenaam te verrassen en wachten op je beurt is
nauwelijks nodig.
En wat
belangrijker is; het leven mag trager, je hebt de tijd en bent vrij. Je kunt
heel langzaam genieten, er zitten ogenschijnlijk meer minuten in een uur. Pure
luxe!
Wij hebben
in ieder geval lekker kunnen onthaasten, onze huid heeft een kleurtje gekregen
van het zalige nietsdoen en de stapel van 21 bibliotheekboeken die vanwege het
gewicht in het kastje dichtbij de wielen van de caravan waren gelegd, zijn allemaal
uitgelezen.
Ontspannen
en uitgerust komen we terug in ons vertrouwde huis, waar we met weemoed de
spulletjes opbergen en de sleurhut onderbrengen in de stalling. Tot volgend
jaar.
Gelukkig
heeft de zon ons kikkerlandje ook weer ontdekt en kan het vakantiegevoel nog
even doorgaan. Want in ons eigen dorpje is wél een hele meute vakantiegangers
neergestreken.
Even erger
ik me aan de rijen bij de kassa van de supermarkt, het plotseling oversteken
van uitgelaten kinderen, de vreemde tongval als iemand iets aan je vraagt op
een moment dat het dus nét even niet uitkomt.
Maar dan
denk ik aan mijn eigen vakantie. En ik neem de moeite een vrolijk, lief,
correct en vooral zonnig antwoord te geven. Een crisis in onze toeristieke
wereld kunnen we namelijk missen als kiespijn.