zaterdag 31 mei 2014

In mei legt elke vogel ...



Natuurlijk ben ik niet de enige die zich heeft voorgenomen elke maand iets op haar blog te zetten. Een maandtermijn lijkt ideaal,  je zou daarin toch genoeg tijd moeten kunnen vinden om een klein stukje te schrijven.
Nou, dat valt tegen. Deze zelfopgelegde belofte blijkt ineens moeilijk haalbaar, zeker als je mijn maand mei bekijkt. Onverwachts een vakantiereisje naar je kind in Spanje maken en daar lekker een weekje zorgeloos gaan genieten en in de watten worden gelegd. Een aantal verjaardagen vieren. Moederdag. Een weekend met vrienden op pad gaan, de tuin een beurt geven, je huis in de voorjaarsschoonmaak storten … Te veel activiteiten in één maand om rustig de tijd te vinden om ontspannen een aantal woorden op papier te knallen.
Ons hoofd stond er ook niet naar, en dat bedoel ik deze keer niet negatief. Nee, we hebben niets te zeuren over moeheid of pijntjes, we lijden aan een gezonde ziekte; eind dit jaar worden we grootouders van ons eerste kleinkind.
Dat gegeven gooit je jaarplanning letterlijk overhoop! Niet dat we dat erg vinden natuurlijk, integendeel, we zijn apetrots en zielsgelukkig met de komst van zo’n kleintje. Maar mijn gedachten focussen zich als vanzelf op babykleertjes, een op te knappen wiegje en samen met dochterlief lekker ’zwanger’  zijn.
It brings back memories! Misselijk zijn, super kleine truitjes, het speuren naar een geschikte wandelwagen, de spanning die een naamkeuze met zich meebrengt. Wij – opa en oma, een titel waar we nog aan moeten wennen – hebben het dertig jaar geleden allemaal al eens meegemaakt. En nu mogen we er – zij het indirect – wéér van genieten, een Godsgeschenk.
Persoonlijk vind ik het heerlijk dat ik dit nog mee zal maken; het krijgen van nageslacht. Het dringt mijn eigen ziek-zijn definitief naar de achtergrond. Ik heb me voorgenomen de komende maanden lekker te gaan genieten van al dat baby-gedoe. Ik dompel me erin onder, mijmer mee; naai, schilder en maak zelfs schoon met een baby-zwangere-blik in mijn ogen.
Maar ja, die afspraken in mijn agenda. Die blijven staan. Smeken om tijd en aandacht. En laat ik nu net een grote naaiklus hebben aangenomen!
Voor een theaterproductie ben ik verantwoordelijk voor de kostumering. En dat betekent een hoop kleding verzamelen én maken. Eind december moeten er zo’n vijftig kostuums netjes in rekken in de kleedkamers hangen zodat een toneelgezelschap een prachtig kerstspel op de planken kan zetten. Een speel- dans- en zangspektakel waar de hele goegemeente naar kan komen kijken.
Gelukkig hoef ik het niet alleen te doen, we hebben een team van enthousiastelingen. Maar toch, deze opdracht zet me hele dagen verplicht achter de naaimachine.
Om aan het einde van het jaar tijd over te houden voor onze familie-uitbreiding heb ik een wijs besluit genomen en ben spoorslags begonnen aan die klus. In deze warme broedmaand mei zit ik al met mijn hoofd in de Kerstsfeer. Om te beginnen heb ik me op het maken van schaapjespakken en engelenjurken gestort.
Mijn hobbykamer ontploft. Ik waan me in een mist van stof en pluizen want die lammetjespakken worden gemaakt van krulletjesborg en de kleine engelen zullen straks verschijnen in pastelvelours lange jurken. De minuscule vezeltjes van die stoffen dringen zelfs mijn neusgaten binnen en ik lijk grijzer dan ik in werkelijkheid ben. Daar ik nogal eens op- en neer loop verspreid ik de ellende door mijn hele huis en moet ik extra wassen,  stoffen,  zuigen en – om het overzichtelijk te houden – opruimen.  Tussendoor struin ik het Internet af naar lucratieve koopjes en voorbeeldpatronen en maakt de telefoon overuren. Kortom, het bruist in huis!
Theaterkostuums maken vraagt van de naaister andere vaardigheden dan die nodig zijn bij het in elkaar naaien van normale kleding. Ze moet kijken door de ogen van het publiek. Wat zie je werkelijk? Kun je het oog van theaterbezoekers voor de gek houden door zaken te suggereren die er in werkelijkheid niet zijn? Met decors lukt dat. Ergo: met kleding dus ook.
Je moet rekening houden met het zicht van grote afstand. Het voornaamste aspect is het theatrale effect, dus moet er worden overdreven. Alles wat blinkt mag dan goud zijn, de kostumering zelf mag geen cent kosten! Dat wordt improviseren met gratis materiaal.
Kleine details vallen niet op, de kleur wit is gevaarlijk voor de belichting, zwart valt weg tegen de achtergrond. Te zware stoffen zijn een last voor de spelers, te lichte geven de indruk dat het waait op het podium.  De naadafwerking en kwaliteit stof is niet van belang, immers de kleding wordt slechts een paar maal gedragen.
Acteurs moeten zich er lekker in voelen en soms dien je stoffen bewust te verouderen om het juiste effect te krijgen. Als je een secure costumière bent zul je moeite hebben om het werkstuk opzettelijk slordig in elkaar te zetten. Maar juist die werkwijze maakt dat het kostuum op een podium er niet té gelikt uitziet. Daar komt nog bij kijken dat alles snel en makkelijk aan elkaar moeten kunnen worden gestikt; vrijwilligers zijn niet allemaal geschoolde coupeuses.
Al met al is dit project voor mij een leuke uitdaging. Het vormt een combinatie van twee hobby’s; mijn passie voor het theater en mijn liefde voor het werken met de naaimachine
Later zal ik bij dit verhaal nog wat foto’s plaatsen, als er wat kostuums af zijn.
Voorlopig zit ik als een vogel in mei, te broeden op oplossingen, patronen en maattabellen. En mijn zo gekoesterde hobbykamer? Dat blijft voorlopig mijn pluizige nest.