donderdag 12 februari 2015

Carnaval

We wonen in het zuiden en het is februari. Februari is dit jaar 'vleesch noch visch', het wintert niet echt dus schaatsen komt er niet van en naar buiten vluchten levert modderschoenen en natte voeten op. En je komt er deze maand niet omheen; het is tijd voor carnaval. Ik moet het toegeven, dat feest onderbreekt wel de saaiheid die soms als een grauwe deken over de wintermaanden kan liggen.
In onze gemeenschap zindert het, de plaatselijke carnavalsvereniging viert een bestaansjubileum - een veelvoud van het zottengetal elf - en heeft grootse plannen. In het afgelopen half jaar zijn er tal van extra activiteiten georganiseerd dus de mannen hebben het druk.
Zelf heb ik jarenlang lid mogen zijn van de club; verzorgde optredens, organiseerde, jureerde en ondersteunde waar ik kon. Het carnaval zelf, de avonden en nachten doorhalen, bierdrinken tot je erbij neervalt en je dagenlang onderdompelen in het feestgedruis is niet voor me weggelegd, dat aanschouw ik veilig vanaf de zijlijn. Ik ben liefhebber van het spel dat rond carnaval wordt gespeeld en hou ondertussen mijn huisgenoten in de gaten, zorg voor de inwendige mens en kan genieten van andermans plezier.
Na een aantal jaren hard werken tijdens het feest hield ik het voor gezien. Tegenwoordig besteed ik de vrije dagen van de carnavalsvakantie anders.
Een nieuwe generatie heeft de taken moeiteloos overgenomen, het carnaval zal altijd doorgaan. Dit jaar is mijn schoonzoon benoemd in het illustere gezelschap van de Raad van Elf. Op de foto in het carnavalstijdschrift prijken elf jonge mannen onder leiding van een nog jongere Prins en Adjudant die tijdens carnaval het dorp 'zogenaamd' besturen.
Carnaval is een feestje met heel veel regeltjes, protocollen en door de jaren heen opgeworpen plaatselijke gebruiken met alle gevolgen van dien. Het sfeertje verschilt per stad of dorp.  Iemand die onbekend is met het fenomeen carnaval heeft dat niet altijd in de gaten; het feestje is niet zo vrij als het er uit ziet. Er zijn talrijke ongeschreven regels en sommige gedragingen zijn not-done. Al doen berichten in de media anders vermoeden, het gaat om een plezierig spel en op dinsdagavond is het over en uit. Vroeger begon dan de Vastentijd hier in het zuiden, nu gaat iedereen over tot de orde van de dag. Carnaval is ook ... een 'mannending'.
Dat laatste is - als je diep in mijn hart kijkt - voor mij wel een issue. De vrouwenemancipatie dringt nauwelijks door tot het carnavalsgebeuren; er is hier nog nooit een vrouwelijke Prins geweest en bij die Raad van Elf hangen alleen maar mannenpakken aan de kapstok. Het spel van carnaval is puur mannelijk. De belangrijkste rollen worden vervuld door mannen. Punt uit. De vrouwen mogen in de marge hard werken en organiseren, maar het spel is en blijft draaien om De Man.
Ik heb me erbij neergelegd. Laat hen maar. Van oorsprong is het mannetje de overheerser van de vrouw, dus laat die oerdrift maar een weekje gelden, dan hebben we dat ook weer gehad. Ik zwaai dus enthousiast naar de hoogheden op de praalwagens, wetende dat ze later toch thuis zullen moeten eten en hun roes uitslapen.
Dochterlief heeft net een kleine toekomstige prins gebaard en nu is ze haar partner al een tijdje kwijt aan dat carnavalsgebeuren. Manlief is vaak weg en dat is niet altijd te rijmen met de zorg voor een nieuwbakken gezinnetje. Maar ze slaat zich er goed doorheen. Gelukkig staat ze hierin niet alleen; een aantal vriendinnen zitten in het zelfde schuitje. De vrouwen van de Raad van Elf hebben zich verenigd en vieren hun eigen feestje, inclusief verkleedpartijen, protocollen en regels en zonder hun mannen.
'Mam, kun je oppassen? En .. o ja ... ik heb een outfitje nodig ... maak jij die jas nog even?'
Toe maar, een jas! En dat te moeten creëren van het weinige materiaal dat nog voorhanden is en in kleur gelijk aan wat de andere vrouwen dragen. Want als clubje gelijkgezinden moet je toch laten zien dat je bij elkaar hoort, nietwaar? Als tegenhanger van het masculiene staan deze vrouwen hun mannetje!
Ik begraaf me in mijn naaiatelier, worstel met dik pluizig geel bont - waarvan je onbedaarlijk moet niezen zo stoffig is het - en glasvezelscherp, langharig, knetterend statisch geladen afvalstof. De vonken vliegen er letterlijk vanaf en mijn handen hebben heel wat te lijden, zo droog wordt hun huid. Het hele huis zit onder de pluizen en moet een extra poetsbeurt ondergaan, maar ach; je doet het voor je kind en ook een beetje als protest en stille hint; je poetst een vrouw zomaar niet weg, we zullen laten zien dat carnaval vierende mannen niet zonder ons kunnen!
Met hulp van wat extra materiaal ontstaat er een blazerjas met capemouwen in de plaatselijke carnavalskleuren geel en paars. Ruim en dik, dus dochterlief heeft haar armen vrij om het kleine prinsje goed vast te houden, kan urenlang de kou trotseren en paars-geel lonken naar haar echtgenoot tijdens het grote spel dat CARNAVAL heet. Alaaf!