woensdag 19 augustus 2015

Camper-glamping.

Ons gezin houdt van kamperen, low budget. Vanaf het moment dat manlief en ik samen zijn hebben we in de vakantietijd ons tentje in de auto geploft, zijn gaan rijden en sliepen op de meest wonderlijke plekken in Nederland en de landen om ons heen. Toen er kinderen kwamen stapten we over naar een ruime vouwwagen waarin alle campingvriendjes konden spelen. We bouwden zelf een kampeerbusje en trokken met onze pubers Europa door als waren we rondreizende nomaden. Lang leve de vrijheid!
Wanneer je ouder wordt krijg je echter behoefte aan comfort. Slapen op dunne matjes? Tja, je komt gewoon niet meer overeind met stramme spieren en broze botten. Dus staat er de laatste jaren een kleine caravan voor de deur met dikke kussens als bed en een chemisch toiletje voor noodgevallen. Géén grote voortent, maar een luifel om schaduw te creëren of onder te schuilen wanneer het onverhoopt gaat regenen. We installeren ons binnen een half uurtje en kunnen ook zo weer weg. Die vrijheid hè, die doet het toch wel.
Reserveren voor een campingplaats? Daar beginnen we niet aan. We lezen ons in, kiezen een land of streek uit waar we nog nooit zijn geweest en wat ons interessant lijkt, en zoeken daar ter plekke een onderkomen. We hebben niet zo'n behoefte aan drukke vakantieparken, voor ons is rust, een andere omgeving en een rijke natuur en cultuur het allerbelangrijkste. Eigenlijk voldoen we daarmee precies aan het beeld van de 'grijze golf'., maar daar schamen we ons niet voor.
Omdat we die pensioenleeftijd naderen kunnen we wat vaker weg. En dat zien we als pure luxe. De laatste jaren zijn we in het voorjaar verder Europa in getrokken, maar dan met vliegtuig en huurauto. Het liefst verblijven we dan ook op campings, in een gehuurde stacaravan of chalet. Vroeger gruwden we van dat idee, maar die dingen blijken toch reuze geschikt voor ons - ruime vijftig plussers, in de letterlijke zin van het woord - te zijn. Dus wederom; lang leve de vrijheid.
In de zomervakantie van dit jaar wilden we niet zo ver weg, onze lentevakantie in het zuiden van Italië lag immers nog vers in het geheugen. Maar omdat het in dit kikkerlandje bij aanvang van onze vakantietijd slecht weer was zijn we toch met de caravan naar Frankrijk getrokken.
Frankrijk is een kampeerland bij uitstek, een heerlijk land waar je heel veel keus hebt in landschap, klimaat en cultuur. Dit keer hebben we een paar weken de streek van de Loir (zonder e op het einde) verkend.
Onze eerste camping bleek een heerlijke plek te zijn. Rustig, zuiver, heet water in douches en afwasbakken, supergrote plaatsen en absoluut niet duur.
Wat tegenviel was de omgeving; het dorpje was uitgestorven, geen terrasje te vinden, winkels verlaten en nauwelijks vertier. Het Syndicat d'Initiative (plaatselijke VVV) deed zijn best om het plaatsje - met kasteel, visvijver en wandelpark- te promoten, maar het mocht niet baten. Het kasteel bleek - na een paar vergeefse bezoekpogingen -  toch echt gesloten, de beloofde beeldentuin hebben we niet kunnen ontdekken en na een paar keer picknicken in een leeg park met slechts een eenzame visser ben je het al snel beu.
We hebben er een dag of vijf gestaan. Om tot rust te komen, want dat hadden we nodig na de laatste hectische maanden thuis. Toen zijn we verder getrokken.
Een kleine 60 kilometer verder vonden we een leukere plek. Een groter dorp, toeristisch en met die typisch Franse sfeer. Een kasteel, musea, dierentuin, watermolen, wekelijkse markt, winkels, diverse 'Spectacles' en terrasjes genoeg. Midden in het dorp een grote Camping Municipal, aan het water van de Loir en fietsroutes die zowat over de camping liepen. Helemaal naar onze zin.
Er was nog ruimte genoeg, wat ons verbaasde want het was immers hoogseizoen. We mochten kiezen uit een aantal plekken en installeerden ons op een grote zonnige plaats aan de rand van de camping.
Als doorgewinterde kampeerders schijn je toch nog fouten te kunnen maken. We hadden niet goed om ons heen gekeken. De wind wakkerde in de uren daarna aan, draaide en stond opeens recht in het luifel. Dat hebben we midden in de nacht maar neergehaald om niet het risico te lopen op schade. De volgende dag hebben we een ander plekje op de camping gezocht, een stuk kleiner weliswaar, maar in de luwte van een groep bomen, uit de richting van die telkens aanwakkerende wind.
We kennen Frankrijk redelijk goed en vinden het heerlijk tussen de Franse gezinnen met hun kinderen, vrienden en familie op een kleine camping te staan. De ontspannen drukte van die lui maakt ons vaak jaloers. Dat leven als een echte God in Frankrijk, de vrijheid, de simpelheid van het bestaan. Daar staan we als Nederlanders zo ver vanaf. 's Morgens vroeg opstaan, koffie, croissantje, urenlange 'discussies' onder volwassenen,  fietsende kleuters, lekker eten, glaasje wijn en samen met de kinderen om elf uur je slaapzak in om zonder zorgen de dag van morgen te dromen. Laisser-faire, het laten gaan.We nemen dat tempo altijd over, heerlijk!
Dit jaar viel ons echter wat op. Hoezo staat Frankrijk er financieel slecht voor, als je de media moet geloven? Het leek wel alsof elke Franse kampeerder de lotto had gewonnen! In plaats van de oude vertrouwde kleine tentjes en versleten caravans verschenen er opvallend veel grote luxe campers op de camping. In het dorpje ontstond er zelfs een file naar de standplaatsen voor campers. En allemaal waren ze groot, lang en veelal blinkend nieuw.
Toen we op een zonnige dag terugkwamen van een fietstocht stond er opeens zo'n groot wit gevaarte vlak naast ons luifeltje geparkeerd.  Achter de ruim acht meter tellende camper hing een gloednieuwe aanhangwagen en daarnaast stond een grote boogtent met daarin een wasrek, vier grote stoelen, een tafel en een koelkast. Alles in nieuwstaat - de stickers en prijskaartjes nog te zien - plus vier paar schoenen keurig in een rijtje op een matje bij de deur. Tot overmaat van ramp stond hij zo gesitueerd dat zijn toegangsdeur ongeveer uitkwam onder ons luifeltje en we over de scheerlijnen van de tent heen moesten stappen om bij onze eigen caravandeur te kunnen komen. We schrokken. Was dit een Fransman?
Nu maken we zelden ergens een probleem van op een camping, maar dit was echt van de zotte. We hebben  niet veel plaats nodig maaar deze keer drongen onze buren zich wel heel erg op binnen onze persoonlijke leefruimte. Té ver. Ze overschreden de lijnen van hun gehuurde plaats met enkele meters. Hoezo vrijheid?
Met handen en voeten en in ons beste steenkolen-frans hebben we ze toch maar netjes gevraagd ons enige ruimte te gunnen en die tent een stukje te verschuiven. We werden vreemd aangekeken en met een kwade blik in de ogen trokken ze bruusk het polyester gevaarte een metertje verder.
Tja, deze lui hadden overduidelijk nog nooit zo gekampeerd. Hun inzicht in, en begrip voor de (on)geschreven regels op een kampeerterrein waren ver te zoeken. Ze hadden zich duidelijk dood gestaard op het bezit en de luxe van een supercampeur met alles er op en er aan. Maar hoe meer toeters en bellen; hoe drukker je het op een camping hebt en hoe slechter je toe kunt met een kleine campingplaats. Maar daar was men nog niet achter gekomen. Met zo'n gevaarte heb je bovendien een soort status op te houden en zoek je de ruimte, zeker als er nog grote open plaatsen op een camping te vinden zijn. Ook dat was nog niet tot ze doorgedrongen.
De man liet ons weten slechts een paar dagen te blijven staan. We vonden het verre van prettig, weken voor ons avondeten uit naar een leeg  plekje aan de overkant van het laantje en lieten het maar zo. Soms gaat lieve vrede vóór vrijheid.
Een paar dagen daarna. De man was overduidelijk van plan te gaan verkassen maar bleef aan kraantjes draaien, schoenen poetsen, dralen en ... naar de overkant van het grasveld loeren. Want daar waren een paar collega-kampeerders hun enclave vol kleine tentjes aan het afbreken en inpakken. Toen dat groepje vertrokken was, kon onze buurman ook eindelijk weg met de trein die hij bij zich had. Het manoeuvreren kostte hem duidelijk moeite en en hij kon slechts vooruit rijdend zijn plekje af ...
Pfff. Er ontsnapte ons een zucht van verlichting. Wij zouden die dag ook huiswaarts keren maar hoopten stiekem dat we deze man met zijn lange camper - als een gevaar op de weg - niet tegen zouden komen.
Zelf kijken we al een tijdje uit naar de dag waarop we pensioen krijgen. Onze plannen voor die tijd omvatten ook ... een camper om mee te reizen. Maar in geen geval wordt dat er eentje zoals we die nu hebben gezien. We dromen van een simpele buscamper. Een exemplaar dat je op de kleine plekjes op een camping kwijt kunt en  die ook in een normaal parkeervak past. Campers zijn immers gemaakt om al rijdende veel van de wereld te zien. Niet om ze als een caravan lange tijd op een campingplek neer te zetten of als bagagewagen te gebruiken.
We hoeven niet zo nodig een glamping-camper. Het enige waar wij naar op zoek zijn is ... vrijheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten