donderdag 1 september 2016

Zomerzon, ijle lucht en hoedjesleed.

Eindelijk is hij daar ... de zon! We hebben er in Nederland lang op moeten wachten, dit tot teleurstelling van vele gezinnen die al weken hun verdiende vrije tijd doorbrengen met het staren door ramen die ondoorzichtig zijn geworden door regendruppels. Wij zagen de bui ook letterlijk aankomen en besloten maatregelen te nemen.
Zodra manlief vrij was van zijn schoolse verplichtingen hebben we onze ouwe trouwe caravan uit het stof gehaald en zijn we op de bonnefooi naar het zuiden gereden, de zon tegemoet; als Mozes niet naar de berg komt...
In La Douce France was het lekker weer en we hebben ons een aantal weken ondergedompeld in absolute rust. Heel Zen allemaal.
In het grote Franse departement Haute Savoie - dat tegen Zwitserland aan ligt - vonden we in de omgeving van de meren van Annecy en Le Bourget een klimaat dat niet te heet en absoluut niet regenachtig was.
In dat stukje van Frankrijk hebben we enkele weken rondgezworven. Het leverde pareltjes van vakantieplekjes op waar het goed recreëren is, een beetje toeristisch, maar niet overdreven. Veel bezienswaardigheden, mooie cultuur en natuur maar vooral aardige en relaxte mensen. Aan de rivier de Ain was het overigens ook goed toeven en bleken er amper toeristen te bekennen. We troffen er slapende, half lege campings aan. Het leek wel laagseizoen, maar de prijs onder aan de streep van de rekening sprak dat keihard tegen.
De hoogste Europese berg - de Mont Blanc- hebben we vanuit Chamonix met een bezoekje vereerd. Gelukkig op een schitterende heldere dag. Het was alsof je over de aarde heen kon kijken, daarboven op de terrassen van het hoogste punt dat speciaal ingericht is voor de honderdduizenden toeristen die de moeite nemen om een kaartje naar boven te bemachtigen. Het uitzicht vergoedde de lange wachttijden ruimschoots  en deed de pijn van het prijzige entreegeld al snel vergeten.
Eenmaal boven besef je eens te meer dat je maar een nietig hoopje mens bent op deze prachtige planeet. Starend naar de onbewolkte blauwe hemel, zuivert de ijle lucht je lichaam en geest. Daar kan geen therapie tegenop. Het was genieten in het kwadraat.

Het gaat overigens heel goed met deze dame van middelbare leeftijd, ondanks dat mijn kanker nooit erg ver weg is. Maar als ik zo boven op een berg sta, met mijn stok in de hand en de steeds donker kleurende brillenglazen dicht tegen mijn oogje, voel ik me rijk, heel rijk en een echt zondagskind.
Sinds mijn diagnose zijn er vier jaar verstreken. Hectische jaren veroorzaakt door de mallemolen van ziekte, emotie, verdriet, berusting, acceptatie en geluk. En eerlijk is eerlijk, ik mag niet klagen.
Soms vergeet ik echter hoe goed ik het heb, en zeur wél. Natuurlijk kent mijn lichaam haar kleine ongemakken, het zou immers abnormaal zijn als je door een ziekteproces zoals het mijne rolt zonder vervelende gevolgen en nare bijverschijnselen.
Eén van de zaken waar ik tegenaan loop als lente- en zomermens is ... de zon. Urenlang bakken op een zandstrand heb ik nooit gedaan, maar ik hou ervan om binnen én buiten te kunnen vertoeven zonder dikke kleding aan je lijf of met een plu in de hand. Aan regen heb ik een bloedhekel; het is net alsof ik dan met de wolken mee ga huilen.
Destijds, in de laatste weken voor mijn operatie heeft de tumor in mijn oog veel vocht afgescheiden dat regelmatig over mijn wangen liep. Ik kreeg een paar keer een allergische reactie op mijn eigen traanvocht; mijn gezicht werd rood en zette op, ik kreeg jeuk en er ontstonden kleine vochthoudende blaasjes, vooral op wangen en kin. Natuurlijk heb ik er medicijnen voor gekregen en toen mijn oogje eenmaal verwijderd was leek ik er geen last meer van te hebben. Maar ik juichte te vroeg.

De laatste jaren merk ik dat mijn gezichtshuid is veranderd. Hij is heel gevoelig geworden en snel geïrriteerd. Mijn huid is dun en droog als perkament en wat ik er ook op smeer, het helpt allemaal niets. En het ergste is ... ik kan niet meer tegen de zon.
Rechtstreeks fel zonlicht in mijn gezicht levert op de vreemdste momenten ongemak op. Mijn hoofd voelt branderig aan en moet gekoeld worden. Er ontstaan kleine bultjes die spontaan kunnen gaan bloeden. Minuscule waterblaasjes verschijnen uit het niets op mijn wangen en mijn kin, barsten open en leveren uiteindelijk kleine ontstekingen op, en ik ben gedoemd rondte lopen met een pukkelig pubergezicht. Nou ben ik niet extreem ijdel, maar ik vind het niet prettig om er zo uit te zien.
Dus als de zon fel schijnt  - zoals in de zomer, op een vakantieadres of thuis in die zeldzame weken van hittegolf op hittegolf - vind je mij tegenwoordig steevast in de schaduw van een plat dak, een parasol, boom of  hoog gebouw. Steeds vaker zoek ik beschutting in huis.
Mijn gezicht glimt dag in dag uit van de anti-allergie zonnecrème en de rest van mijn lijf voelt vettig aan door factor 50+. En op zo'n moment ga ik zeuren ... nou verpest dat vermaledijde oog-dat-er-niet-meer-zit ook nog eens mijn favoriete seizoenen!

Om rechtstreekse zonnestralen uit mijn gezicht te weren heb ik deze zomer mijn heil gezocht bij petjes, zonnekleppen en hoeden. Zo'n petje met vooruitstekende klep à la Max Verstappen?  Da's niks voor mij, als ik in de spiegel kijk staat er een oud mens met een beduimeld bouwvakkerspetje voor me, geen gezicht! Weg ermee.
De volgende stap was een losse zonneklep, ik heb prinses Bea er wel eens mee op een boot zien staan. Casual dus. Maar ja, ik heb geen kapper die mijn haren er netjes overheen drapeert en de kleuren waarin die dingen verkrijgbaar zijn flatteren me niet echt. Het klepje draag ik wel tijdens een autorit, fietstocht of bij andere sportieve gelegenheden. Maar voor doorsnee dagelijkse situaties ben ik op zoek naar ... hoedjes.

Nu vraag ik me af of ik überhaupt een hoedengezicht heb. Ondanks dat anderen zeggen van wel, twijfel ik. Bovendien ben ik niet zo thuis in de hoedenmode. Bedenkelijk staar ik naar mezelf in de spiegel en mijmer.
Ik ben een kind van het platteland en wat moet die nou met een hoed? Hoeden zijn voor mensen van stand; prinsessen en koninginnen, adellijke dames met cocktailjurkjes poserend voor een fotograaf of politica die elkaar de loef willen afsteken op Prinsjesdag. Een hoed draag je niet zomaar op een doordeweekse dag.
Ja, in het theater op het podium, daar draag je hoofddeksels in allerlei soorten, maar in de Appie? Of flanerend door je dorp op weg naar een vergadering? Bij hoge uitzondering zou ik een hoed kunnen dragen op een bruiloft-op-stand maar toch niet 'zo maar'? Bovendien moet die hoed een brede rand hebben wil hij mijn gezicht in de schaduw houden.

In de Franse samenleving zie je ze echter veelvuldig; daar lopen de vrouwen gewoon op plaatselijke markten rond met een hoed. Gevlochten exemplaren in lichte kleuren met gaatjes die de wind nog kans geeft om je hoofdhuid te masseren. Ze dragen hem met dezelfde reden waarvoor ik hem zoek: schaduw op het gezicht.
Twee jaar geleden heb ik in de Provence een vrolijk exemplaar van zo'n lichtgewicht hoedje gekocht, inclusief het uitbundig gebloemde striksjaaltje er omheen.
Dit jaar liep ik in Portugal een gevlochten beige hoedje met een bredere rand rondom tegen het lijf. In ieder geval een iets bescheidener exemplaar dat ik snel in mijn koffer heb gestopt.

Tja, dan zet je zo'n ding - enthousiast en blij dat je eindelijk een lekker zittende hoed gevonden hebt - op je hoofd in Nederland.
En wat gebeurt er? Ondanks dat de zon als een vurige bol aan de hemel staat te branden, wordt er raar opgekeken. Men staart je aan alsof je van een andere planeet komt. Er wordt gewezen, je hoort opmerkingen, lachen en gegiechel achter je rug.
Het is blijkbaar toch wel een beetje vreemd; die vrouw op de fiets met een zonnehoed op, die het ook nog waagt om boodschappen te gaan doen in de plaatselijke super en het beige gevalletje zelfs bij de koelingenstraat op haar hoofd laat staan omdat ze niet weet waar ze het anders moet laten ...

Een bescherming tegen de zon op je hoofd dragen is blijkbaar nog niet zo gewoon in Nederland. En zeg eens eerlijk; ook jij hebt - net als ik overigens - wel eens gelachen om die Japanse toeristen die met hun parasolletjes de Nederlandse molens komen bekijken.
Maar het dragen van een zonnehoed (of zo'n grappig parasolletje) hoeft niet altijd een buitenissige modetrend te zijn! Soms is het bittere noodzaak en het wordt tijd dat we gaan wennen aan een straatbeeld met hoedjes die ons beschermen tegen de verwoestende neveneffecten van zonlicht.

Ondanks het feit dat we aan alle kanten worden gewaarschuwd gaan we wat dit betreft nog laks om met ons lichaam. Bescherm je tegen die té felle zonnestralen, die zijn echt niet gezond! Smeren, smeren en nog eens smeren met een crème die een hoge beschermingsfactor heeft. Zeker bij kinderen. Niet gaan liggen 'bakken' midden op een zonnige dag. Je wordt immers ook bruin in de schaduw.

Zucht!
Gelukkig heb ik een dikke huid, weliswaar een kankergevoelige, maar dankzij mijn aandacht ervoor én de kundige verwijder-voor-de-zekerheid-verdachte-plekjes-handen van de huisarts, nog steeds een gezonde!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten