zaterdag 21 januari 2017

Knikkeroog ... niet te stoppen rolt hij verder...

Tja, daar zit je dan ... huilend op je bed, wanhopig, kwaad, teleurgesteld en met pijn in je hart. We hebben zojuist de uitslag van mijn controle in het ziekenhuis te horen gekregen. De afgelopen vier jaar heb ik altijd opgelucht kunnen ademhalen maar 2017 begint voor mij en mijn gelieven heel erg slecht.
Vier jaar lang heeft de kanker zich rustig gehouden, zich onzichtbaar gemaakt in mijn lijf, slapende. Maar nu laat hij zich ongenaakbaar zien door een aantal kleine uitzaaiingen in mijn lever, gegroeid in amper drie maanden. Wie zei ook al weer dat kanker een sluipmoordenaar is? Zijn verschijning voelt als een goed gerichte mokerslag.
Toen er destijds een oogmelanoom bij mij werd ontdekt en ik het oog daardoor kwijt raakte, wisten we dat er kans was op uitzaaiing. Deze agressieve vorm van melanoomkanker doet dat vaak na tientallen jaren  nog. Daarom was het altijd weer een spannend weekje als ik naar het ziekenhuis was geweest om de boel te laten checken en daarvan de conclusies kreeg te horen. Vier jaar lang hebben we opgelucht kunnen ademhalen en mocht ik me de uitzondering op de regel voelen. Nu zijn we er stil van.
Ik word niet meer beter, sterker nog, ik ben een palliatieve patiënt geworden met vanaf nu een slechte prognose voor een lang leven. Altijd roepend dat ik minstens honderd word moet ik die belofte breken, ik haal mijn pensioengerechtigde leeftijd waarschijnlijk niet eens.
Als je me ziet oog ik als een vitale bijna-zestiger, ik sport, ben actief en er is niets aan me te zien. Men merkt zelfs de oogprothese niet op die ik draag en ik heb buiten mijn slechtziendheid geen klachten.
Toch blijkt nu dat ik doodziek ben. Ik voel geen pijn, maar ik heb pijn. Pijn die dwars door mijn hart en ziel heen bijt.
Er zijn geen goede behandelingen beschikbaar die de metastasen in mijn lever aan kunnen pakken. Er rest mij slechts deelname aan experimentele behandelingen in de hoop dat die de groei van tumorcellen nog enigszins kunnen remmen. Letterlijk proefkonijn worden voor de wetenschap; in de hoop dat lotgenoten na mij er nog enig profijt van kunnen hebben. Hardwerkende medici zullen al het mogelijke doen om mijn leven te verlengen, daar ben ik van overtuigd, ik heb vertrouwen in hun kennis en kunde, maar toch ...
Het slechte nieuws hakt er behoorlijk in, zowel bij mij, als bij mijn familie en vrienden. Goed beschouwd mag  ik niet mopperen. Ik heb met hen toch maar mooi vier mooie jaren mogen meemaken!
Mijn knikkeroog gaat weer rollen. Deze keer niet op een vlakke ondergrond, maar op een schuin naar beneden gerichte weg waar hij uiteindelijk zal eindigen in een diepe zwarte put.
Na enige weken verdriet en zwartgalligheid krabbel ik langzaam op. Binnen zeer korte termijn ga ik de behandelingen starten. Samen met manlief ben ik bezig met de voorbereidingen. Je weet wel, zaken zoals de boel opruimen, wat nette kleding aanschaffen die je in een ziekenhuis met goed fatsoen kunt dragen en daar ook functioneel is. Afspraken maken over allerlei praktische dingen die spelen wanneer ik een tijdje niet zo fit zal zijn. Mensen te woord staan die belangstellend vragen hoe of wat er allemaal gaande is. Je hebt het druk als je kanker hebt, ik heb dat al eens eerder gezegd.
We brengen veel tijd met onze gelieven door. Kostbare tijd die bij voorbaat niet wordt gevuld met negativiteit, maar met humor en hoop. Zelf probeer ik de alledaagse dingen gewoon op me te nemen, ik schrijf nog steeds, ik naai en ik schilder. Mijn schildersezel en naaimachine kunnen niet mee het ziekenhuis in, maar pen en papier wel. Ik neem het me vast voor: dit is NIET mijn laatste blogbericht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten