zondag 20 augustus 2017

Omaha, Utah, Juno, Gold, Sword ...

Als kind van ouders-die-de-oorlog-hebben-meegemaakt waren de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog nooit ver weg. In onze jeugd werden we er altijd naar verwezen, vooral als het leven even niet goed verliep. 'In de oorlog was het wel anders' ... 'wacht maar, tot het wéér oorlog wordt' ... 'wij gaan niet op vakantie naar die moffen!'... 'het gevaar komt uit het Oosten'... enz. Het waren van die geijkte zinnen die, naarmate we ouder werden, ons oor in- en uitgingen.
We leerden leven met de trauma's van onze ouders; opgelopen in die 5 lange jaren overleven tussen verwoesting en geweld. We luisterden met open mond naar hun heldenverhalen maar zwegen als zij tekenen van oorlogs-stress vertoonden. Soms begrepen we hun pijn en frustratie. Vaker nog vonden we die knap vermoeiend en - het afwijzend - stortten wij ons recalcitrant de nieuwe tijd in van de Rock en Roll.
Nu - ouder én zelf ouders - relativeren we die jaren, zijn Europeaan geworden en niet meer bang om over oorlogen te praten. Trauma's die wij als na-oorlogse generatie nog zouden ervaren, kunnen worden opgespoord en verwerkt.

Ik ben een geschiedenisfreak, tijdens mijn pubertijd was het mijn lievelingsvak op school en als ik op vakantie ga zoek ik plaatsen op met een rijke historie. Kennis van het verleden begrijpt het heden, zei mijn leraar eens, en ik geef hem gelijk.
Dit jaar hebben manlief en ik de Invasiestranden van Normandië bezocht. Ze waren me bekend; uit boeken, persoonlijke verhalen en van de film The Longest Day, die wij destijds als kind in de bioscoop mochten bekijken. En natuurlijk van de blijdschap op de gezichten van onze ouders als ze spraken over 'de bevrijding'. Het was er alleen nog nooit van gekomen die kusten van het Franse land te gaan verkennen en ik vond de tijd rijp om terug in het verleden te duiken nu de wereld weer in brand lijkt te staan.
Dit jaar hebben we er tijd voor genomen. En ik moet zeggen; Normandië heeft indruk op me gemaakt. Die goudgele zandvlaktes - blakend heet in de zon - waarop zo veel bloed is gevloeid. De inspanning om kunstmatige havens te maken die je in een storm even later dreigt te verliezen, terwijl honderdduizenden van je manschappen vechten om iedere meter strand. De voorbereiding die dit alles heeft gekost, in het diepste geheim ... en uiteindelijk de overwinning.
De caissons van die tijdelijke havens liggen bij vloed nog duidelijk zichtbaar in zee, als blijvende monumenten van kracht en vasthoudendheid. De bomkraters zijn terug te vinden in het huidige verstilde landschap en de bunkers van waaruit men beschoten werd worden nu betreden door in slippers en sandalen gestoken voeten van heel veel toeristen. Voeten die nog elke dag de vele begraafplaatsen in het gebied bezoeken.
Tussen de tienduizenden grafstenen - soms met een papiertje in de hand, zoekend naar een grafnummer waarin een familielid zijn laatste rustplaats heeft gevonden - worden er in serene rust en stilte bloemen gelegd. Slechts onderbroken door de Last Post bij het strijken van de vlag, elke dag weer.
En dan ... het uitzicht. De zon, die de kruizen een schaduw gaf waardoor hun aantal verdubbeld, zakt aan het einde van de dag als een bloedrode bal in de oceaan en zal er ook weer uit herrijzen, als de vogel Phoenix uit zijn as. Hoeveel soldaten hebben dat zelfde beeld gezien? Denkend aan huis en haard, de strijd vervloekend en met de dood voor ogen?

Elk dorp, stadje of gehucht in die regio heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen herinneringen en een eigen museum waarin vondsten van het slagveld zijn tentoongesteld waarmee verhalen levend worden gehouden en doorgegeven. De Tweede Wereldoorlog is in Normandië nog altijd beeldbepalend aanwezig, ook bij de na-oorlogse generaties. Kinderen spelen op het strand tussen de overblijfselen van verdedigingswerken, tieners en adolescenten leiden toeristen rond in musea en helpen graven te onderhouden. Het was prettig om te zien dat er nog steeds veel ouders met kinderen rondlopen om die gruwelijke jaren 40-45 in herinnering te houden en door te geven aan volgende generaties. Toch zag ik ook een ander beeld.

Zowat alle woongemeenschappen in dat gebied drijven - economisch gezien - op het toerisme van de invasiestranden. En van dát alleen. Andere activiteiten vind je er nauwelijks en dat is zorgelijk voor hun toekomst. Jongeren trekken weg uit de dorpen. Er is leegstand, al worden sommige huizen wel als vakantiewoningen verhuurd. Maar met het verstrijken van decennia verflauwt de aandacht voor het verleden. Logisch en onomkeerbaar.
De kleine musea sterven een langzame dood. Het zijn er te veel. Je kunt als toerist niet elk detail gaan onderzoeken dus moet je keuzes maken. De glans is er af, ze worden stoffig. Voor elk gevonden item of verhaal wordt entree gevraagd en soms bekroop me het gevoel dat men de gebeurtenissen uit het verleden exploiteert en toeristen uitknijpt, als laatste poging om overeind te blijven.
Naarmate de tijd verstrijkt blijven er steeds minder betrokkenen over die persoonlijk en aan den lijve die vreselijke oorlog hebben meegemaakt. Het beeld van in uniform gestoken, onderscheidingen dragende oude knarren die hun maten opzoeken en saluerend klaprozen leggen op hun graf, verdwijnt. De soldaten van toen zijn de negentig gepasseerd. Ik heb er welgeteld één gezien, omringd door zorgzame familieleden. Met tranen in zijn ogen nam ook hij waarschijnlijk voor de laatste maal afscheid van de plaats waar zoveel herinneringen aan kleven.
De grote musea zoals in Arromanches en Museum Overlord in Colleville-sur-Mer die nieuw, modern en gelikt zijn zullen trekkers blijven. Ze geven een gedegen overall beeld van wat er zich in die regio aan het eind van Wereldoorlog II heeft afgespeeld. De begraafplaatsen zullen ons eeuwig wijzen op de waanzin en zinloosheid van oorlogen. Het zijn plekken om te mijmeren, te gedenken, een traan te laten, bloemen te leggen en in het gastenboek te schrijven; alstublieft, laat er niet nog meer velden vol witte kruizen bijkomen op deze wereld. Het is genoeg geweest ...

Normandië zal altijd het stempel van de Invasiestranden met zich meedragen. Maar zich terug blijven trekken en verschuilen achter de oorlogstijd geeft het gebied geen toekomst. Men zal andere bronnen moeten gaan zoeken en dat wordt een forse klus.
Naast deze overweging vol zorgen en verdriet blijft Normandië natuurlijk een prachtstreek om op vakantie te gaan!




 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten