donderdag 25 oktober 2012

Knikker in je oog.



Een knikker gaat rollen…


Oktober 2012, de weken voor mijn verjaardag. Ze worden gebeiteld in mijn hart, in mijn verstand gestoken, onder mijn huid gebrand. Als mens wordt je klein, verdrietig en opstandig als je slecht nieuws te verwerken krijgt.
En slecht nieuws, daar stikt het van rondom mijn persoontje. Dit keer betreft het geen dierbaren, dit keer nekt het mij persoonlijk. Alhoewel ik betwijfel of mijn dierbaren het niet slechter hebben dan ik op dit moment.
Er bestaat een grote kans dat ik ernstig ziek ben. Een oogarts heeft een tumor gevonden in  mijn linkeroog. Ik ben het gelijk ‘mijn knikker’ gaan noemen.  That’s it.
Verdere diagnose moet gaan plaatsvinden in een universitair ziekenhuis. De komende weken zullen spannend gaan worden, doordrenkt met emoties, hoop en wanhoop.
De knikker gaat rollen … waarheen, met hoeveel bochten en onderbrekingen weet geen mens, maar rollen doet hij. Op een gegeven moment zal hij door gaten vallen, misschien op een ander spoor belanden. Tot hij uiteindelijk …
Ik kan alleen maar hopen dat dit niet de laatste bijdrage op mijn blog is.


woensdag 17 oktober 2012

Tafelzeil, resten versteviging, leuke stofjes ... et voila!

Wanneer de wind waait in de herfst, bij het vallen van de blaadjes
worden naald, draad en naaimachien
met mij weer goede maatjes.
Voor mijn verre kind, bij zon, zand en grote waterplas
op verzoek gemaakt
een blije-kinderen-rommel-tas.






zondag 14 oktober 2012

Op stoom.

Ziezo. De vijf bodywarmertjes voor alle mannelijke neefjes zijn af.(zie september) Twee keer maatje 62 en drie keer maatje 92 uit een meter stof. Het laatste exemplaar heeft door gebrek aan grote stukken stof een paar deelnaden gekregen, maar die vallen niet op. Wat je al niet met een meter stof kunt doen!
Vandaag ook het babypakje voor Jens voltooid (zie foto) ik kan dus op kraamvisite.


Rest nog:
- de tas voor dochterlief, met speciale wensen. Hij ligt geknipt klaar en wacht tot de winkels open zijn omdat hij versteviging behoeft die de naaister dit keer niet op voorraad heeft.
- de jas voor naaister herself. Vorig jaar aan begonnen aan het einde van de winter. Dus een wijze les geleerd: begin nooit aan een winterjas aan het einde van de winter!
- een tuniek.
- een spijkerbroek.
- een vest.
 
Mijn wensenlijstje is lang. Maar na een opruimaanval, is mijn kast gevaarlijk leeg. De winter kan ik niet door zonder kleding dus de keus is kopen of maken. Het zal wel alle twee worden schat ik zo.

donderdag 20 september 2012

Zomer voorbij.

De zomer is voorbij. Hij begon een beetje aarzelend met behoorlijk veel nattigheid, maar naar het einde toe liet de zon zich gelukkig weer even vrolijk en lekker lang zien. September belooft een mooie nazomermaand te worden. Het einde van de zomer betekent het begin van een nieuw seizoen in mijn schildersactiviteiten. De zomerexpositie van ons creativiteitscentrum is positief ontvangen, en we gaan nu weer met frisse moed en geïnspireerd aan nieuwe uitdagingen beginnen.  Het toeval wil dat ik nu de kans krijg om te leren hoe je portretten maakt, met potlood of verf, echt gelijkend of met een twist. Aangezien ik als mensenmens de potjes en stillevens wel een beetje zat ben, komt deze uitdaging op een goed moment.
De eerste les is achter de rug, ik heb een paar beginnersschetsen gemaakt en gelijk manifesteert zich bij mij weer een bekend fenomeen: ik schijn van iedere mens een vrolijke clown te moeten maken. Het zal mijn theater-tic wel zijn. Maskers, clownerie, felheid en vrolijkheid ... ondanks mijn verwoede pogingen om serieuze afbeeldingen te maken weet dat duiveltje mij steeds weer te overwinnen. Ik zal nog heel wat strijd met hem moeten leveren vermoed ik zo, wil ik echt goed in portretten schilderen worden...

Ook het theater vraagt aandacht in het najaar. De eerste acteerbijeenkomst is weer achter de rug en ik mag straks voor een sacherijnige kokkin doorgaan in een zwarte filmkomedie die in maart zijn première zal hebben. De zomer van 2013 moet ook heel bijzonder worden met een spel in de openlucht, misschien ga ik zelf weer regisseren. Kortom creatieve plannen genoeg ... nu de uitvoering nog.

Bodywarmers.

Ik heb onlangs een grote stoffenmarkt bezocht. Snuffelen tussen honderden kraampjes met handelaren die stoffen aanbieden.Heerlijk, ik kan er uren ronddwalen. Je wordt er als naaister helemaal hebberig van en gaat gegarandeerd met een lege portemonnee naar huis. Zo liep ik tegen deze waterafstotende, gevoerde stof aan met daarop allemaal Fjes. Laat nu onze familienaam een F bevatten! Dat was een té grote verleiding, dus ben ik nu bodywarmertjes aan het maken voor de 4 achterneefjes en een vriendje. Twee zijn er af, nog drie te gaan. Met wat restjes boordstof en wat klittenband zijn ze heel erg grappig geworden. Voor de kleine dametjes uit het gezelschap zoek ik nog een alternatief vrouwelijk kledingstuk, dat ik in de donkere dagen die volgen voor ze kan maken.


woensdag 5 september 2012

Babypakje.


 Werkstuk nummer 2 is een pakje voor één van mijn achterneefjes.



Op verzoek wat breder gemaakt en met een vestje waarvan de  (lastige) capuchon ontbreekt.
Het zijn patroontjes uit oude ottobre's, maar dan aangepast. Ik vind het moeilijk om voor jongens stofjes te vinden, maar dit blauwe tricot in combinatie met een stenzostofje vond ik wel stoer.





Blauwe babyquilt.

September wordt de maand van de nieuwe mensjes in onze familie- en vriendenkring. Maar liefst zes stuks. Sommige nieuwe aardbolbewoners hebben een streepje voor en krijgen een speciaal cadeau, wat door mijzelf wordt gemaakt.
Deze babyquilt is er één van.



Het is de eerste quilt die ik op mijn nieuwe machine heb gemaakt en het was dus even wennen. Maar het ging steeds beter en ik ben tevreden over het resultaat.

dinsdag 4 september 2012

Verkiezingen.


Verkiezingen.

Precies in het midden van het jaar hebben we vakantie, 5 weken lang. Da’s lang ja, daar ben ik het mee eens. Maar als je baas de Minister van Onderwijs is heb je die tijd echt nodig om bij – en los – te komen van het werk dat je in de rest van het jaar verricht.
Vroeger, heel vroeger was je een bevoorrecht mens als je in het onderwijs mocht werken. Je begon met lesgeven om half negen en kon om vier uur weer naar huis, dankbaar, tevreden en blij omdat je jonge mensen kennis had kunnen meegeven. Het huiswerk nakijken deed je in de vroege avonduren en als maatschappelijk betrokken persoon stortte je jezelf daarna in een bruisend verenigingsleven om de gemeenschap ter wille te zijn. Vroeger was er aandacht en respect voor de leraar. Maar die tijd is geschiedenis.
Tegenwoordig sta je ver voor zeven uur naast je bed om snel een cracker naar binnen te werken, de auto te pakken en op weg te gaan. Meestal naar een vergadering ergens in het land waar je om half negen moet zijn. Op tijd ja, maar het ontlopen van files is een onmogelijkheid.
Na een paar uur oeverloos vergaderen – met een verplichte aanwezigheid inclusief invulvelletje waar jouw burgerservice- paspoortnummer en handtekening op moeten –  en waarbij je jezelf afvraagt wat men uiteindelijk met jou inbreng zal gaan doen, snor je ’s middags in je eigen autootje richting school.
Een leaseauto van de zaak is er niet bij, een lunchpauze niet gepland dus eet je noodgedwongen achter het stuur onhandig je broodtrommel leeg. Niet erg smakelijk want het ding heeft de hele ochtend in een warme auto gelegen.
Onderweg moet je dure benzine tanken en blijkt je bankrekening niet te zijn aangevuld door een schamel maandsalaris. Twee daagjes te laat gestort zal de administratie later melden: foutje, bedankt. In de stress of je de bestemming haalt met een bijna lege tank probeer je het nieuwe rijden uit.
Eenmaal op school kun je gelijk aan het werk. Nee, niet lekker voor de klas. De tijd dat je als leraar echte leerlingen van vlees en bloed voor je neus had zitten is jammer genoeg voorbij, je bent immers de veertig gepasseerd en gepromoveerd. Tot senior teacher, personal coach, projectmanager, headmaster of wat voor Engelse termen er nog meer in het Nederlandse onderwijs verzonnen zijn.
Je wurmt je tussen honderden leerlingen door die op hun beurt deze kans grijpen en jouw aanspreken om indringende vragen te stellen; een leraar op weg naar ergens in een groot schoolgebouw is een makkelijke prooi. Voor iedereen heb je een bemoedigend antwoord maar de haast is er in te horen.  Je bereikt langzaam het voormalig klaslokaal dat vanwege ontbrekende centjes slechts provisorisch is ingericht als een bureautuin. Het is er bloedheet en benauwd, airco is er niet en de overbevolking duidelijk zichtbaar; er zit een mens of vijftien achter laptops te werken; collega’s waarmee je in het verleden heerlijk kon praten, oeverloos kon lachen en plezier maken. Goede middag, hallo, hoe is het? Nu wordt er terug gemompeld, niemand kijkt op, te druk en te geconcentreerd op beeldschermen. De koffiemachine – waar, als je geluk hebt ook heet water voor thee of soep uitkomt – draait overuren.
Je opent je pc en er springt een venster tevoorschijn, de persoonlijke mailbox van het speciale voor de hele scholengemeenschap ontworpen computerprogramma. Je logt in, gemiddeld 80 mailtjes per dag krijg je voor je kiezen, allemaal zaken die vragen om door jou opgelost te worden. Soms zitten er verhalen van leerlingen en ouders tussen die de nodige aandacht vereisen maar er zijn er veel meer met een rood knipperend bureaucratisch sterretje: spoed! 
Met een zucht val je in je bureaustoel om er de eerst uren niet meer uit op te staan. Had de huisarts niet gezegd dat je meer moest gaan bewegen?
Je belt naar huis, je mobieltje reeds aangesloten aan de oplader. Het wordt laat vandaag, wacht maar niet met eten. De tandarts? Shit, vergeten, geen tijd. Die afspraak met de notaris en de bank? Die kan alleen vanavond of op vrijdagmiddag, dan ben ik een paar uurtjes vrij. O, zijn die kantoren dan dicht? Jammer, dan zullen we het telefonisch moeten doen. Kan dat niet? Ja, sorry hoor! Zaterdag naar de stad om nieuwe kleding te kopen? Moet dat echt? Daar heb ik eigenlijk niet zo’n zin in. Overvolle winkels, herrie, al die mensen om me heen; laat me even met rust, wil je! Druk? Ja, héél erg druk, de oktoberteldatum nadert en ik moet … ik had nog …
Even zak je terug in je gammele stoel en gun je jezelf enkele minuten om aan het verleden te denken. Weemoedig. Aan het einde van de dag slenter je vermoeid naar je occasion die geparkeerd staat op het autodek in het vak voor docenten. Wat? Een lek gestoken band. Weer een baldadige of volledig gefrustreerde leerling? Valt banden wisselen eigenlijk onder sporten? Nog snel voor sluitingstijd langs de garage dan maar. Sorry, die rekening is voor u persoonlijk mevrouw, daar kunnen we niet aan beginnen, zal de dame van de administratie de volgende dag meelijwekkend aan je mede delen.
Thuisgekomen eet je een bordje leeg dat is opgewarmd in de magnetron, je valt op de bank voor de tv in slaap; te moe om het dagelijkse nieuws nog te volgen. Een hazenslaapje van een half uurtje, omdat je daarna weer achter de computer kruipt om die laatste mailtjes van school nog even weg te werken. De volgende dag met achterstand aan het werk gaan moet je als het even kan vermijden om niet in een nog-te-doen vicieuze cirkel terecht te komen, overspannen te raken of in het slechtste geval in een burn-out te belanden. Immers, een collega bellen kun je thuis ook. Hem overdag contacten heeft geen enkele zin; je krijgt de bezettoon of de voicemail. Het gesprek duurt 43 minuten. Gelukkig heb je na jarenlang zeuren een mobieltje van je baas gekregen, weliswaar met beperkt belabonnement dat je nu dus overschrijdt.
Bij een welverdiend, zelf ingeschonken en goedkoop glaasje wijn kun je nog net op de beeldbuis een laat - in de herhaling gezet - praatprogramma zien voordat je ogen dichtvallen en je gedachten al naar de drukke dag van morgen uitgaan.
Het is verkiezingstijd en een aantal lijsttrekkers discussieert over Europa, de crisis en de pensioenen.
Pensioen? Toen je als 20-jarige voor de klas ging staan was je beloofd dat je op je 60ste  klaar zou zijn met werken! Nu beperken ze je vakantiedagen nog meer en moet je tot je 67ste door …
Er wordt door dames en heren in strakke en nieuwe voor hen – door campagnepersoneel – geshopte pakken en boven een netjes geserveerd watertje, met geen woord gerept over het onderwijs. Frustrerend. Tja, weten zij veel … 


woensdag 20 juni 2012

Spiegel en Gustav Klimt.

De laatste oefeningen van dit seizoen.
1. Spiegelingen/vervormen. Men neme een blinkende theepot en schildert wat je daarin ziet: jezelf en een handdoek!



2. Je krijgt een kunst ansichtkaart die is bedekt met een stuk papier. Eén klein deel is onbedekt. Dat deeltje schilder je na, en de rest verzin je erbij. Pas als je werkstuk klaar is, mag je weten wie de oorspronkelijke kunstenaar is en wat hij heeft geschilderd. Er kwamen verrassende werkstukken op tafel. Mijn kunstenaar was Gustav Klimt, dame met hoed. Bij mij werd het een geheimzinnig heerschap.

Blauwe quilt kraamkado.

Babyboy.

Het wordt een jongen. Zijn naam weet ik nog niet. Maar hij kan het alfabet strakjes vanaf een commode of in zijn bedje leren.


De top is klaar. Nu is het wachten op de bestelde vulling, en ik kan weer verder. De geappliceerde borduurtjes zien er nog wat rommelig uit. Sommigen waren ook redelijk strak en trokken in elkaar zodra ze uit de ring kwamen, maar dat komt na het quilten straks allemaal goed. Ik heb bewust geen stugge versteviging gebruikt. Een kinderdekentje moet zacht zijn. Hier en daar moeten er ook nog stukjes neschen achteruit geplukt worden.

Tijdsdruk.


Tijd.

Geen tijd …  Niet nu … Druk, druk, druk … Opmerkingen die ik vaak om me heen heb gehoord. Ik wuifde ze weg, deed ze vaak af als onzin door overtuigend te roepen: tijd kun je maken! Tot mijn schande moet ik toegeven  dat dit geheel onterecht kan zijn. 
Dit blog bewijst dat. Al maanden heb ik hem verwaarloosd. Geen tijd! Te druk met andere zaken. Heb ik niet meer geschilderd, geschreven en achter mijn naaimachine gezeten? O zeker wel!
De schilderlessen zijn intussen gestopt, het vakantieseizoen breekt immers aan. Enkele werken moeten nog worden gefotografeerd en bij mijn portfolio gestopt. Om een recent werk moet nog een lijst, dan kan hij naar een tentoonstelling. En ik heb nog een paar doeken die afgemaakt moeten worden. Dat kan gelukkig in de winter als de weersomstandigheden dusdanig slecht zijn dat schilderen in de natuur niet meer lukt.
Deze zomermaanden ga ik lekker buiten – als het weer het toelaat tenminste - kliederen met de schildermeisjes. Zo noemt ons clubje enthousiaste kunstschilder-dames-op-leeftijd zich gekscherend. We schilderen nog wel, maar er wordt ook lekker gekletst en genoten van ‘van alles en nog wat’.
Mijn schrijfhobby begint geleidelijk aan uit de hand te lopen, al zul je dat bij het lezen van dit blog niet zeggen. Naast de toespraken die ik schrijf als trouwambtenaar, heb ik begin dit jaar een bestaand oud toneelstuk bewerkt. Het is éénmalig, doch met succes opgevoerd.
Schrijven voor het podium smaakt echter naar meer en sinds maart ben lessen aan het volgen in het schrijven voor theater,  een leuke bezigheid die veel van me vergt.  Veel lezen en huiswerk schrijven. Mijn eerste echt zelfgeschreven tragikomedie nadert inmiddels zijn voltooiing.
O ja, ik ben ook nog een paar keer op korte vakantie geweest. Een paar weekenden met vrienden en een dag of tien naar mijn dochter in Tunesië. Ze werkt daar hard, maakt lange dagen en heeft – druk-druk-druk – geen tijd om veel contact met ons te zoeken. Om dat gemis wat goed te maken ben ik haar even persoonlijk gaan knuffelen.
Het naaien en knutselen is daardoor op een laag pitje komen te staan. Maar toch moet ik nu aan de bak. Na de zomer worden er binnen mijn familie- en kennissenkring verschillende baby´s verwacht. Twee van mijn petekinderen zijn zelfs op dezelfde dag uitgerekend. Dat vraagt om aan de slag te gaan met stofjes en lappen. De eerste foto´s staan elders in mijn blog.
In de uren die ik anders achter de pc en naaimachine doorbracht heb ik niet stil gezeten. Leuke dingen gedaan en genoten van alles  Het was geen verloren tijd, ik heb heel veel inspiratie opgedaan en het bruist van binnen. De creativiteit moet eruit en daar heb ik dus nu weer een begin mee gemaakt. De plannen zijn groots.
Eén van mijn eigen kinderen heeft een huis gekocht, dat moet worden opgeknapt en ingericht. Mijn naaimachientje zal deze zomer de nodige uren moeten maken bij het in elkaar naaien van kussens en/of gordijnen. De verf voor schildersdoeken zal worden vervangen door latex voor muren, en mijn pen zal worden gebruikt voor boodschappenlijstjes, adreswijzigingen, handtekeningen en dergelijke.
Goh, misschien kan ik dan over een paar maanden weer zeggen … tijd? Die heb ik niet …  maar die maak ik toch gewoon?

maandag 23 januari 2012

Bear and polarlight.



Een kleine ijsbeer, gevangen in het poollicht. Geschilderd met grove kwast, om kwaststreken te oefenen.

Huisdieren.


HUISdieren.

Die hebben we niet, op een paar oude vissen na. Hou me ten goede, we zijn echt geen beestenhaters, vinden ze in de natuur prachtig, maar kriebels, jeuk, niezen, eczeem, kortademigheid en ander allergieleed maakt dat we geen dieren in huis kunnen hebben. Dat is bij andere bewoners van de stapel woningen om ons heen wel anders en dat merken we meer en meer.
Een tijdje geleden begon het in onze bijkeuken bijzonder onfris te ruiken. Vreemd, want in die ruimte staat – naast een hele batterij technische voorzieningen die het huis up to date houden – de wasmachine en de droogtrommel die zowat om de dag hun rondjes draaien. Ze worden gevoed met welriekende wasmiddelen en wasverzachters, in de winter zelfs voorzien van antistatische droogdoekjes. Daarom fungeert het 'washok' vaak als luchtverfrisser voor het hele huis.
Nou moet u weten; wij zijn de gelukkige bezitters van een kelder. Heerlijk diep, kurkdroog en fris, met een raampje op het noorden en een deur die uitkomt in de bijkeuken. Naar mijn mening zou elk huis een kelder verdienen, het spaart op zijn minst één koelkast uit en kost geen stroom.
Maar goed, ook in die gekoesterde kelder bleek een vreemd luchtje te hangen dat maar niet wilde verdwijnen, ondanks een degelijke schoonmaakbeurt met verschillende scheuten milieuonvriendelijk gloor. Het hielp allemaal niks. Het raadsel van de vieze luchtjes werd er niet door opgelost.
Tot een paar dagen geleden, toen we eindelijk zonder nat te worden van de regen weer eens onze tuin konden inspecteren. En wat bleek?
In het iets verdiepte nisje voor het kelderraampje lag een hoop stront. Van katten? Honden? Wie zal het zeggen, maar blijkbaar heeft een of ander beest juist dat plekje gekozen om als openbaar toilet te gebruiken. Gatver!
Dan kom ik nu terug op mijn titel. Huisdieren horen naar mijn bescheiden mening in huis en het stoort ons dat die beesten blijkbaar steeds vaker door hun baasjes de deur wordt gewezen. O ja, het is o zo makkelijk het dier snel op straat te smijten wanneer je gaat werken en de deur achter je sluit. Dan hoef je later tenminste niet die zooi van je geliefde lapjeskat op te ruimen, toch? En een hond is ook snel zonder een lijntje uit te laten in de openbare groenvoorziening van de gemeente. Plaats genoeg en niemand die het ziet dat je te lui bent om zijn uitwerpselen in de hondenbak te deponeren. Nee, je handen zouden eens smerig worden zeg!
We kunnen de katten die rond onze woning zwerven nauwelijks tellen, hun aantal stijgt gestaag. We horen ze als kwade baby's krijsen en krollen, zien ze achter kleine vogeltjes aanjagen en hebben ook geconstateerd dat vissen in vijvers ook niet meer veilig zijn. Hebben ze zo'n honger? Krijgen ze geen eten van de baas?
Even snel over het groene pleintje voor onze deur lopen resulteert steevast in schoenen vol met hondenpoep. Bij warm weer – in de zomer vooral – hangt er een penetrante hondendrollenlucht omdat zowat het halve dorp meent er zijn trouwe viervoeter uit te moeten laten. Terwijl er banken staan voor de toeristen, om even 'lekker' op te picknicken …
Mensen, dit kan toch niet. Een huisdier bezitten brengt verantwoording met zich mee. Ook sociale verantwoording; laat jou huisdier een ander niet tot last zijn. Heb je geen tijd voor het beestje? Kost het teveel centjes om zijn voer te kopen – wat ik me in crisistijd best kan voorstellen – of vind je het dier bij nader inzien toch niet leuk? Regel dan een oplossing. Maar laat niet als dank de rotzooi bij de buren.
Wij hebben de kattenstront verwijderd, al blijkt het beest vasthoudend te zijn. Op ons boodschappenbriefje staat nu de opdracht om een of ander middel te gaan zoeken waardoor het kattentoilet niet meer aantrekkelijk is voor het beest. Ook gaan we plantjes aanschaffen die katten en honden niet zo prettig vinden. Om ons kelderraampje te beschermen, en ook om de tuin een leuker aanzien te geven.
Maar dat is een weer ander verhaal.

 

maandag 2 januari 2012

Mijn naam.


What's in a name …

 

Maanden, nee misschien wel een jaar lang heb ik er over nagedacht. Welke naam geef ik mijn schrijfsels mee. Doe ik het met mijn eigen vertrouwde letters die ik dagelijks draag, of ga ik voor het pseudoniem? Ik moet er een keuze in maken.
Maar is een pseudoniem voeren niet te hooghartig? Hoe nemen lezers -en vooral bekenden- mijn keuze voor het voeren van een schuilnaam op?
'Je durft zeker geen verantwoording af te leggen! Ben je bang voor kritiek? Schaam je je soms?' Ik hoor het al rondzoemen.
Nee mensen, dat is het niet. Ik ga vol voor mijn woorden op papier en neem er alle verantwoording voor. Schamen hoef ik me niet, ik schrijf over alledaagse zaken en niet over hypergevoelige onderwerpen, mensen beledigen ligt niet in mijn aard. Af en toe een kwinkslag maken naar mistoestanden mag en gevoelens en emoties uiten ook. Choqueren niet. Dat laat ik aan anderen over. Laf? Misschien, dat kan je mening zijn maar die deel ik uiteraard niet.
Ik schrijf omdat ik het een heerlijke vorm van ontspanning vind. Het geeft me de kans om die zaken die me bezig houden aan het papier toe te vertrouwen en zo een plekje in mijn leven te geven. Om te dromen en te fantaseren, frustraties weg te schrijven, anderen te troosten of te raken met een paar gekrabbelde woorden, een publiek te boeien met een zelfgeschreven dialoog. Papier is geduldig, je kunt het bewaren of kapot scheuren, beschilderen, fotograferen, er maskers van maken. Mogelijkheden genoeg.
Alles van me af praten - en er onbedoeld anderen mee lastig vallen - daar heb ik geen zin in. Opnemen als filmpje en dat op het Internet gooien zie ik mezelf ook niet snel doen. Het te bezingen: daar ben ik te oud en te lelijk voor.
Ken jezelf. Na enig onderzoek weet ik dat ik een persoon ben die enorm gehecht is aan vrijheid. Niet alleen aan onze vrijheid van meningsuiting, maar ook aan de persoonlijke vrijheid in denken en doen. En het is juist die vrijheid die ik zo nodig heb bij het schrijven; me ongehinderd weten door niets en niemand. In het schrijven ben ik een eenling en zoek daarbij bewust naar eenzaamheid. Dit is mijn grootste argument om te kiezen voor een schuilnaam, een pseudoniem, of zoals je wilt: een masker.
Er speelt echter ook nog wat anders. Vraag het aan de BN-ners, de sterren, de prinsen en prinsessen van deze wereld. Wanneer je bekend bent bij een groter publiek, ligt ook je privéleven op straat. Sociale controle is goed, maar als elke stap die je zet onder een vergrootglas wordt gelegd, is dat ronduit vervelend. Dat geldt zeker voor die mensen waarmee je het leven deelt.
Kritiek, spot, commentaar op datgene wat ik neerpen, mag je me altijd in de schoenen schuiven. Wat ik ronduit haat, is dat mijn geliefden worden aangevallen op de dingen die ik doe. Zij schrijven niet, zij willen niet spreken in het openbaar, niet optreden. Ze hebben er voor gekozen om daar niet bij betrokken te worden. Mijn maatjes hebben immers hun eigen vrijheid broodnodig, en dat respecteer ik.
Vandaar dus het ontstaan van Beca Frank. Een naam die ik na lang zoeken heb gevonden en die uitstekend bij me past.

Dozen.


Een leuk plaatje, gemaakt naar aanleiding van de schilderopdracht ‘dozen’. Om de dozen sec af te beelden was me te saai, dus vandaar dit duiveltje. Als verrassing uit de dozen.


Maskers.


Als rode draad door mijn schilderwerk loopt de fascinatie voor maskers. Telkens weer haal ik inspiratie uit de wereld van het theater. In het afgelopen jaar heb ik besloten om -als ik door lesstof niet aangezet wordt om andere onderwerpen ter hand te nemen- de rollen uit het Commedia dell'arte theater op doek te gaan zetten.
Dit is het eerste exemplaar, de Zanni.
Ik heb de afbeelding ook gekozen als avatar voor mijn blog. Waarom? Omdat ik door het leven ga als Zanni, de clown, de pias, de vrolijke noot. Maar onder Zanni's huid gaat de denker, de dromer en de melancholieke mens schuil. De man of vrouw die serieus over alles wat op zijn of haar pad komt nadenkt. Die tweeslachtigheid zit ook in mij.