donderdag 20 september 2012

Zomer voorbij.

De zomer is voorbij. Hij begon een beetje aarzelend met behoorlijk veel nattigheid, maar naar het einde toe liet de zon zich gelukkig weer even vrolijk en lekker lang zien. September belooft een mooie nazomermaand te worden. Het einde van de zomer betekent het begin van een nieuw seizoen in mijn schildersactiviteiten. De zomerexpositie van ons creativiteitscentrum is positief ontvangen, en we gaan nu weer met frisse moed en geïnspireerd aan nieuwe uitdagingen beginnen.  Het toeval wil dat ik nu de kans krijg om te leren hoe je portretten maakt, met potlood of verf, echt gelijkend of met een twist. Aangezien ik als mensenmens de potjes en stillevens wel een beetje zat ben, komt deze uitdaging op een goed moment.
De eerste les is achter de rug, ik heb een paar beginnersschetsen gemaakt en gelijk manifesteert zich bij mij weer een bekend fenomeen: ik schijn van iedere mens een vrolijke clown te moeten maken. Het zal mijn theater-tic wel zijn. Maskers, clownerie, felheid en vrolijkheid ... ondanks mijn verwoede pogingen om serieuze afbeeldingen te maken weet dat duiveltje mij steeds weer te overwinnen. Ik zal nog heel wat strijd met hem moeten leveren vermoed ik zo, wil ik echt goed in portretten schilderen worden...

Ook het theater vraagt aandacht in het najaar. De eerste acteerbijeenkomst is weer achter de rug en ik mag straks voor een sacherijnige kokkin doorgaan in een zwarte filmkomedie die in maart zijn première zal hebben. De zomer van 2013 moet ook heel bijzonder worden met een spel in de openlucht, misschien ga ik zelf weer regisseren. Kortom creatieve plannen genoeg ... nu de uitvoering nog.

Bodywarmers.

Ik heb onlangs een grote stoffenmarkt bezocht. Snuffelen tussen honderden kraampjes met handelaren die stoffen aanbieden.Heerlijk, ik kan er uren ronddwalen. Je wordt er als naaister helemaal hebberig van en gaat gegarandeerd met een lege portemonnee naar huis. Zo liep ik tegen deze waterafstotende, gevoerde stof aan met daarop allemaal Fjes. Laat nu onze familienaam een F bevatten! Dat was een té grote verleiding, dus ben ik nu bodywarmertjes aan het maken voor de 4 achterneefjes en een vriendje. Twee zijn er af, nog drie te gaan. Met wat restjes boordstof en wat klittenband zijn ze heel erg grappig geworden. Voor de kleine dametjes uit het gezelschap zoek ik nog een alternatief vrouwelijk kledingstuk, dat ik in de donkere dagen die volgen voor ze kan maken.


woensdag 5 september 2012

Babypakje.


 Werkstuk nummer 2 is een pakje voor één van mijn achterneefjes.



Op verzoek wat breder gemaakt en met een vestje waarvan de  (lastige) capuchon ontbreekt.
Het zijn patroontjes uit oude ottobre's, maar dan aangepast. Ik vind het moeilijk om voor jongens stofjes te vinden, maar dit blauwe tricot in combinatie met een stenzostofje vond ik wel stoer.





Blauwe babyquilt.

September wordt de maand van de nieuwe mensjes in onze familie- en vriendenkring. Maar liefst zes stuks. Sommige nieuwe aardbolbewoners hebben een streepje voor en krijgen een speciaal cadeau, wat door mijzelf wordt gemaakt.
Deze babyquilt is er één van.



Het is de eerste quilt die ik op mijn nieuwe machine heb gemaakt en het was dus even wennen. Maar het ging steeds beter en ik ben tevreden over het resultaat.

dinsdag 4 september 2012

Verkiezingen.


Verkiezingen.

Precies in het midden van het jaar hebben we vakantie, 5 weken lang. Da’s lang ja, daar ben ik het mee eens. Maar als je baas de Minister van Onderwijs is heb je die tijd echt nodig om bij – en los – te komen van het werk dat je in de rest van het jaar verricht.
Vroeger, heel vroeger was je een bevoorrecht mens als je in het onderwijs mocht werken. Je begon met lesgeven om half negen en kon om vier uur weer naar huis, dankbaar, tevreden en blij omdat je jonge mensen kennis had kunnen meegeven. Het huiswerk nakijken deed je in de vroege avonduren en als maatschappelijk betrokken persoon stortte je jezelf daarna in een bruisend verenigingsleven om de gemeenschap ter wille te zijn. Vroeger was er aandacht en respect voor de leraar. Maar die tijd is geschiedenis.
Tegenwoordig sta je ver voor zeven uur naast je bed om snel een cracker naar binnen te werken, de auto te pakken en op weg te gaan. Meestal naar een vergadering ergens in het land waar je om half negen moet zijn. Op tijd ja, maar het ontlopen van files is een onmogelijkheid.
Na een paar uur oeverloos vergaderen – met een verplichte aanwezigheid inclusief invulvelletje waar jouw burgerservice- paspoortnummer en handtekening op moeten –  en waarbij je jezelf afvraagt wat men uiteindelijk met jou inbreng zal gaan doen, snor je ’s middags in je eigen autootje richting school.
Een leaseauto van de zaak is er niet bij, een lunchpauze niet gepland dus eet je noodgedwongen achter het stuur onhandig je broodtrommel leeg. Niet erg smakelijk want het ding heeft de hele ochtend in een warme auto gelegen.
Onderweg moet je dure benzine tanken en blijkt je bankrekening niet te zijn aangevuld door een schamel maandsalaris. Twee daagjes te laat gestort zal de administratie later melden: foutje, bedankt. In de stress of je de bestemming haalt met een bijna lege tank probeer je het nieuwe rijden uit.
Eenmaal op school kun je gelijk aan het werk. Nee, niet lekker voor de klas. De tijd dat je als leraar echte leerlingen van vlees en bloed voor je neus had zitten is jammer genoeg voorbij, je bent immers de veertig gepasseerd en gepromoveerd. Tot senior teacher, personal coach, projectmanager, headmaster of wat voor Engelse termen er nog meer in het Nederlandse onderwijs verzonnen zijn.
Je wurmt je tussen honderden leerlingen door die op hun beurt deze kans grijpen en jouw aanspreken om indringende vragen te stellen; een leraar op weg naar ergens in een groot schoolgebouw is een makkelijke prooi. Voor iedereen heb je een bemoedigend antwoord maar de haast is er in te horen.  Je bereikt langzaam het voormalig klaslokaal dat vanwege ontbrekende centjes slechts provisorisch is ingericht als een bureautuin. Het is er bloedheet en benauwd, airco is er niet en de overbevolking duidelijk zichtbaar; er zit een mens of vijftien achter laptops te werken; collega’s waarmee je in het verleden heerlijk kon praten, oeverloos kon lachen en plezier maken. Goede middag, hallo, hoe is het? Nu wordt er terug gemompeld, niemand kijkt op, te druk en te geconcentreerd op beeldschermen. De koffiemachine – waar, als je geluk hebt ook heet water voor thee of soep uitkomt – draait overuren.
Je opent je pc en er springt een venster tevoorschijn, de persoonlijke mailbox van het speciale voor de hele scholengemeenschap ontworpen computerprogramma. Je logt in, gemiddeld 80 mailtjes per dag krijg je voor je kiezen, allemaal zaken die vragen om door jou opgelost te worden. Soms zitten er verhalen van leerlingen en ouders tussen die de nodige aandacht vereisen maar er zijn er veel meer met een rood knipperend bureaucratisch sterretje: spoed! 
Met een zucht val je in je bureaustoel om er de eerst uren niet meer uit op te staan. Had de huisarts niet gezegd dat je meer moest gaan bewegen?
Je belt naar huis, je mobieltje reeds aangesloten aan de oplader. Het wordt laat vandaag, wacht maar niet met eten. De tandarts? Shit, vergeten, geen tijd. Die afspraak met de notaris en de bank? Die kan alleen vanavond of op vrijdagmiddag, dan ben ik een paar uurtjes vrij. O, zijn die kantoren dan dicht? Jammer, dan zullen we het telefonisch moeten doen. Kan dat niet? Ja, sorry hoor! Zaterdag naar de stad om nieuwe kleding te kopen? Moet dat echt? Daar heb ik eigenlijk niet zo’n zin in. Overvolle winkels, herrie, al die mensen om me heen; laat me even met rust, wil je! Druk? Ja, héél erg druk, de oktoberteldatum nadert en ik moet … ik had nog …
Even zak je terug in je gammele stoel en gun je jezelf enkele minuten om aan het verleden te denken. Weemoedig. Aan het einde van de dag slenter je vermoeid naar je occasion die geparkeerd staat op het autodek in het vak voor docenten. Wat? Een lek gestoken band. Weer een baldadige of volledig gefrustreerde leerling? Valt banden wisselen eigenlijk onder sporten? Nog snel voor sluitingstijd langs de garage dan maar. Sorry, die rekening is voor u persoonlijk mevrouw, daar kunnen we niet aan beginnen, zal de dame van de administratie de volgende dag meelijwekkend aan je mede delen.
Thuisgekomen eet je een bordje leeg dat is opgewarmd in de magnetron, je valt op de bank voor de tv in slaap; te moe om het dagelijkse nieuws nog te volgen. Een hazenslaapje van een half uurtje, omdat je daarna weer achter de computer kruipt om die laatste mailtjes van school nog even weg te werken. De volgende dag met achterstand aan het werk gaan moet je als het even kan vermijden om niet in een nog-te-doen vicieuze cirkel terecht te komen, overspannen te raken of in het slechtste geval in een burn-out te belanden. Immers, een collega bellen kun je thuis ook. Hem overdag contacten heeft geen enkele zin; je krijgt de bezettoon of de voicemail. Het gesprek duurt 43 minuten. Gelukkig heb je na jarenlang zeuren een mobieltje van je baas gekregen, weliswaar met beperkt belabonnement dat je nu dus overschrijdt.
Bij een welverdiend, zelf ingeschonken en goedkoop glaasje wijn kun je nog net op de beeldbuis een laat - in de herhaling gezet - praatprogramma zien voordat je ogen dichtvallen en je gedachten al naar de drukke dag van morgen uitgaan.
Het is verkiezingstijd en een aantal lijsttrekkers discussieert over Europa, de crisis en de pensioenen.
Pensioen? Toen je als 20-jarige voor de klas ging staan was je beloofd dat je op je 60ste  klaar zou zijn met werken! Nu beperken ze je vakantiedagen nog meer en moet je tot je 67ste door …
Er wordt door dames en heren in strakke en nieuwe voor hen – door campagnepersoneel – geshopte pakken en boven een netjes geserveerd watertje, met geen woord gerept over het onderwijs. Frustrerend. Tja, weten zij veel …