vrijdag 20 december 2013

Tassen.



Wij vrouwen kunnen niet zonder. En het is al lang geen schande meer om als man ook zo’n ding mee te zeulen. Tassen. In allerlei maten. En aan de tas wordt de status en het karakter van de eigenaar afgelezen, onmiskenbaar.

De clutch voor personeelrijke dames. Een koffer-met-wieltjes voor de zelfzekere piloot. Een bigbag inclusief overgemanipuleerd rashondje voor het graatmagere hongerlijdende fotomodel. De laptopcover voor een grijpgrage bonusmanager of het rieten mandje voor de bloemenplukkende bioboerin.

Tassen dus. Dure, van verboden huiden, met handvatten en sluitingen van goud of ander edelmetaal. In allerlei kleuren; opvallend, druk en vloekend met elkaar, of ton-sur-ton chique met klinkende designernamen.

Niet alles is goud wat er blinkt; er zijn exemplaren die geweven worden van ongebleekte katoen, inclusief keper schouderbanden. Je kent ze wel; vaak voorzien van een schreeuwerige reclameopdruk en gratis gekregen. In een van mijn kasten ligt zelfs een gerecyclede beachbag! Gevlochten van in repen gesneden plastic reclamezakken en gemaakt in een ontwikkelingsland. Sponsorend gekocht om de armoede daar te bestrijden.

Ik ben fan van de nuchtere exemplaren. Niet te prijzig, licht van gewicht met genoeg vakken om mijn spullen te bergen. Als vrouw heb ik immers niks met uitgescheurde borstzakjes voorzien van inktvlekken, door sleutels vernachelde broekzakken en kale kontgevallen die uitpuilen door overvolle creditcardhouders. Ik stop mijn zaakje liever in een schoudertas zodat mijn handen vrij blijven om de wekelijkse boodschappen uit het voordeelschap te graaien.


De laatste tijd sjouw ik echter een rugzak. Bij wijze van spreken dan. O ja, ik bezit natuurlijk ook een echte, zo eentje waar een complete kampeeruitrusting in past, inclusief Zwitsers mes. Maar die bedoel ik niet.

Waar ik op doel is die onzichtbare; boordevol labels. Eentje die schreeuwt om aandacht en dossiers draagt vol subsidieverzoeken, zorgvragen en persoonlijke budgetten.

Ik ben eindelijk gezwicht voor de trend. Iedereen loopt immers weg met dit modeartikel! Al ging je voorheen zingend, lichtvoetig en met grote passen door het leven: in de huidige tijd is het een must om een zware rugzak te torsen. Er zit geen kind meer in de klas of hij heeft wel een roze Hello Kitty of een Bob de Bouwer boven zijn achterste bungelen.

Heb je hem niet, dan hoor je er niet bij! En als je weigert te participeren in dit kuddegedrag, dan pas je niet in het vaderlandse plaatje. Mankeer je niets? Verzin dan wat! Je wilt toch profiteren van de geneugten die onze zorgstaat biedt? Nou, dan dien je een backpack te hebben, in welke vorm dan ook!

Ik ben er helaas wel achtergekomen dat iedereen dat ding ongevraagd opent. En jou sec veroordeelt, afgaande op wat er in wordt aangetroffen! Schandalig. Papieren en regelgeving prevaleren boven de mens met een hart en een ziel.

Daar zit frustratie. Dus heb ik die ballast als de wiedeweerga aan de kant gesmeten. Opgeborgen op een zolder achter de kist vol afgedankte buidels.

Je hebt geen zware rugzak nodig om gelukkig te zijn! Werp hem af en wandel zonder papieren rompslomp hangend aan je kwetsbare schouders. Het werkt verlichtend, echt waar.

Kijk naar mij, het leven past nu perfect in mijn felrode tasje.


maandag 9 december 2013

December 2013


Sinterklaas en Pieterbaas hebben dit jaar onze woning niet bezocht. We hebben nog geen kleinkinderen, onze kids zijn druk met hun banen en zelf hadden we amper iets op een verlanglijstje staan. Dus hebben we het hele Sinterklaasgedoe – inclusief Pietendiscussie – slechts van een afstandje gevolgd. Lekker rustig.
Hoe anders is dat met de voorbereiding voor kerst. De eerste lichtjes flonkeren buiten al in een boom, het zachte interieur binnen is veranderd van kleur, van lichtblauw naar warmrood met veel aaibare materialen. Ik wacht nog even met het zetten van de kerstboom anders verliest hij later te snel zijn naalden. We hebben een echte ja, een nepper komt er hier niet in.
Eén van de zaken die ik standaard in de eerste weken van december aanpak is het versturen van kerstkaarten.
Wij sturen doorheen het jaar amper kaarten. Dat was vóór het digitale tijdperk wel anders, maar sinds de sociale media in opkomst zijn, verdient Tante Post niet zo veel meer aan ons. Een mailtje, sms'je of  persoonlijk Facebook-berichtje komt veel sneller aan en is goedkoper.
Toch is er één moment in het jaar dat mijn dierbaren een kaartje ontvangen. Vlak voor de feestdagen in december zet ik me een paar uurtjes achter een grote tafel, vouw kaarten, voorzie die van een persoonlijke boodschap, stop ze in een envelop en  breng ze rond of stop ze in de bekende oranje brievenbussen.
Elk jaar weer groeit de stapel, voer ik adreswijzigingen door en laat de printer labels printen. Dit laatste omdat die leesbaar zijn; mijn hanenpoten zijn niet meer te ontcijferen.

De volgende tekst siert dit jaar de dikpapieren kaartjes met glimmende uilen, bolle Kerstmannen, romantische elfjes en roodgeneusde, koddige rendieren en kerstballen. Voor degene die ik niet persoonlijk ken: een fijne voorbereiding voor kerstmis en nieuwjaar gewenst!




Kerstmis 2013

Als vanouds ...
Hangen we een streng lampjes - die de omgeving feeëriek zal verlichten - in de altijd groene boom naast onze voordeur. Zelfs met een ladder bereiken we zijn top niet meer; hij is goed gegroeid dit jaar ...
Als vanouds ...
Versieren we de kerstboom; rood zilverblinkend mag hij blijven tot de koningen het land uit reizen. Lichtjes en prullaria scheppen een warm romantisch winterhuis waarin we kunnen mijmeren. De sneeuw zal zo wel komen ...
Als vanouds ...
Zet ik de engel op mijn schouder deze keer prominent in beeld bij het kindje Jezus in de stal; de warmte die hij van Hem ontvangt geeft hij ongetwijfeld door aan hen die het nodig hebben ...

Als vanouds ...
Branden we extra kaarsjes die naar appeltaart, dennennaalden en rode bes geuren. In hun licht dwalen onze gedachten naar familie, vrienden en bekenden. In het bijzonder naar hen die in de toekomst kracht en hoop nodig hebben ... en zullen krijgen ...

Als vanouds ...
Wensen we voor iedereen: fijne feestdagen en een uitstekend, gezond, crisisvrij, hoopvol, mooi en liefdevol 2014!

Als vanouds ...
... Gelukkig! ...

dinsdag 26 november 2013

Zomaar een boek.

Eén van de velen ...
Helemaal waar. Als je het mij tien jaar geleden zou hebben gevraagd, had ik ook een verveelde zucht laten horen.  Ach, er zijn er zo veel die een boek willen schrijven. Maar het leven is veranderlijk, een mens ook.
Gisteren was het eindelijk zover. Precies een jaar nadat ik een onderdeel van mezelf kwijt raakte, kreeg ik er wat voor terug. Ook weer een onderdeel van mezelf, maar dan net een tikkie anders. Geen onvervangbaar lichaamsdeel maar een product geschapen door mijn brein.
Ik heb daadwerkelijk een boek in handen! Letterlijk vers van de pers. Zo eentje dat onweerstaanbaar geurt naar nieuw bedrukt papier. Nog heel even geen losse bladzijden, ezelsoren of koffievlekken. Een glanzend exemplaar dat je nog net vast kunt houden ook al lig je in bed, hang je op de bank of zit je op een doorgezakte campingstoel in het gras. Met prominent in het midden op de cover: mijn naam!
Ja, ik ben één van de velen die geroepen heeft; 'ooit wil ik een boek schrijven'.  Natuurlijk heb ik er lacherig over gedaan, het weggewuifd, vooruitgeschoven, de drang genegeerd en mijn onzekerheid toegelaten. Maar toch ... het verlangen bleef. Het verhaal zat jarenlang verscholen in mijn hoofd, werd grof geschreven en lag daarna stof te happen in een la. Het was als een foetus die maar niet voldragen wilde raken.
Totdat ... er zo'n  trigger-moment optreedt en je tegen jezelf zegt; 'ik moet dit afmaken.'
Het ging mij er niet om een groot schrijver te worden, literatuur te produceren of in de spotlights te staan. Het ging én gaat me nog steeds om de ervaring, het onderzoek, het schrijfproces en mijn beleving daarbij. Ja, heel egoïstisch eigenlijk. Maar wat doet het met je als je verzinsels aan het papier toevertrouwd en de openbaarheid insmijt? Vrouwenlijn is geen biografie - en die zal er ook nooit een komen - maar natuurlijk zit er in elk boek een stukje persoonlijkheid, gevoel en emotie van de schrijver en dat geef je weg. Daar ontkom je niet aan. Ik wilde ook geen moeilijk boek schrijven met onderwerpen of woorden die een doorsnee man of vrouw niet begrijpt. Mijn belangrijkste drijfveer was;  het willen weten.  'Kan ik dit?' Die vraag heb ik vandaag beantwoord. Ja dus, en van dit avontuur heb ik veel geleerd.
Het schrijven van een roman is een eenzame bezigheid waar je als schrijver bewust voor moet kiezen. Je bent alleen - en één - met je verhaal. Elke letter, zin, punt en komma moet uit jouw gedachten komen, uit jouw fantasie worden geboren. Je hebt de vrijheid een nieuwe wereld te ontwerpen. Een omgeving die eindeloos en zonder enige beperking in te richten is. Het maakt niet uit of het een lieve of boze wereld betreft, je doet er niemand kwaad mee, het is pure fictie en je kunt ongebreideld je gang gaan.
Maar schrijven is vooral schrappen, eindeloos overlezen en aanpassen, telkens weer opnieuw beginnen en tenslotte ... loslaten van jouw 'kindje.'  Dit laatste bleek het meest moeilijke te zijn. Wanneer ben je zover dat jouw schepping een eigen leven mag gaan leiden? Je moet gevoelsmatig onthechten en dat proces bleek langer te duren dan ik dacht. Ik voelde me veilig, samen met mijn romannetje, het heeft me door een moeilijke tijd geloodst. Maar daar mag ik niet aan blijven hangen, immers het leven gaat door en er staan me ongetwijfeld nog vele avonturen te wachten.
Over deze reis ben ik tot nu toe tevreden en hij smaakt naar meer.

P.S.
Mijn roman draagt de titel Vrouwenlijn en is via Internet te verkrijgen bij boekenbestellen.nl


dinsdag 19 november 2013

Geheim?

Pssst ... vertel het nog maar niet verder. Je weet maar nooit...

Is het een geheim? Heb ik een geheim? Ben ik een beetje sneaky bezig geweest?
Tja, een beetje. Ja? Oeps ...stout! Er zijn mensen ... die er van op de hoogte waren, er zijn er meer die van toeten nog blazen weten. Maar ik heb het uiteindelijk toch gedaan, gedurfd, de stap gezet. Na heel lang wikken en wegen,  een intensieve zoektocht en subtiele voorbereiding.
Op een knop gedrukt ... Om wat te bestellen.
In deze sinterklaastijd misschien een alledaagse bezigheid; via Internet een cadeautje regelen. Dat doe ik ook regelmatig, maar dit keer ... drukte ik op de knop voor mezelf. Ik wilde iets wat ik mezelf al heel lang heb beloofd. Wat?
Ja, dat zou je nu wel willen weten, niet? Maar ... even geduld. Ik moet het nog checken, of de bestelling goed in elkaar steekt bedoel ik. En afwachten wanneer het door iemand bezorgd wordt. Dit keer helaas geen geen track en trace ...
Dus nog even geduld.

dinsdag 12 november 2013

Figurant.





Een rol in een toneelstuk spelen is een uitdaging. Wat voor rol dan ook: leading lady of member of the crowd. Hoofdrollen. Ik heb ze jarenlang met veel plezier mogen vertolken, maar als je ouder wordt hangt het spelen van de verliefde prinses of de domme diva je onderhand wel de keel uit. Je krijgt behoefte aan verdieping.
Bovendien gaat het degenererende geheugen van de mens ook jouw parten spelen bij het leren van lange lappen tekst. Dus je neemt uiteindelijk genoegen met een figurantenrol.
Maar niet getreurd; in het spelen van kleine rollen blijkt opeens een grotere voldoening te schuilen dan je altijd had gedacht. Het eist namelijk veel meer zelfdiscipline van de acteur en smeekt om geduld.
Uren wachten om die éne zin te mogen zeggen, repetities lang voor niets op komen draven, ongeduldig worden en reikhalzend uitzien naar de finale waarop jij – in slechts één minuut – mag en kunt vlammen! Je optreden is kort maar krachtig. Het publiek heeft nauwelijks de tijd gekregen om je goed in de ogen te kijken, maar jouw aanwezigheid levert ontzettend veel op.
Jij krijgt de kans om rustig te mediteren tussen de coulissen achter het speelvlak waar de lucht bezwangerd is geraakt door stofdeeltjes van oude gordijnen, deo-geurtjes vermengd met zweet en mist van die eeuwige rookmachine. Een plek die slechts weinigen wordt gegund.
Je schuilt onzichtbaar in het episch centrum van het podium waar stressende acteurs op- en neer banjeren op zoek naar een stoel om al wippend hun zenuwen in bedwang te houden. Een comfortabele zetel waarop jij op je gemak koffie zit te drinken en die je – omdat je toch niets te doen had – uren van te voren hebt uitgezocht en in een veilig hoekje geparkeerd. Jouw hoekje.
Je mag je deze avond op-en-top fotomodel voelen, want ook members of the crowd worden knap gegrimeerd en gekostumeerd ondanks rimpels en onvolkomenheden. Gelukkig sta je straks achteraan op de groepsfoto, zodat het publiek niet ziet dat het knappe toneelsmoeltje totaal niet past bij je bolle appellijf.
Maar het mooiste van dit alles is dat je dienstbaar kunt zijn voor een hechte groep gepassioneerde theaterdieren en daar als onmisbare schakel tussen hoort.
Jij geeft hen immers de rekwisieten aan, reikt ze een glaasje water als men dreigt te stikken in een onverwachte hoestbui. Exact op tijd druk jij op het knopje van de nep-telefoon-bel, bons je op een stuk hout om een klop op de deur te suggereren en roep je die éne zin, zodat zij verder kunnen met hun spel.
Ja, als underdog heb jij uiteindelijk de macht in handen! Want stel dat je zulke zaken vergeet? Dan staan die belangrijke acteurs toch maar mooi met hun mond vol tanden stil op het grote podium. Lekker puh.
Dit keer speel ik de stem van de massa. Ik ben de liaison tussen publiek en acteurs. Als roepende in de woestijn, schreeuw en herhaal ik waarschuwingen. Luistert men niet, dan klaag ik ach en wee. Om nog maar te zwijgen van de kille rol als nieuwslezer; zonder emotie som ik gruwelijke verhalen op die als warme broodjes op de tribune belanden. Het publiek huivert.
Ik behoor tot het koor; het geweten van de mensheid.
Een belangrijke rol.

maandag 21 oktober 2013

Scheiden


Ik scheid; met een korte ei! Jij scheidt met dt, wij scheiden. Volgens Van Dale; de samenhang verbreken of verbroken houden en vermengde zaken uit elkaar verwijderen. Juist ja, afval dus!
Elke dag zijn we er mee bezig, rafelen alles wat we niet in huis willen uit elkaar vóór het in een afvalbak verdwijnt. Oefening baart kunst, we zijn er ware meesters in geworden, pietlutters zelfs.
Na het diner kunnen we niet meteen aan de vaat beginnen, eerst scheiden! Etensresten verdwijnen in één van de grote kliko’s die onze patio prominent bevolken. Wacht even. Kaas- vis- en vleesresten moeten er tussenuit geraapt worden. Aardappelschillen en tomaten ook, vanwege regelgeving in de landbouw. Wij verzamelen namelijk met de hele familie het groenafval en composteren dat op eigen grond.
Plastic verdwijnt in gratis gemeentezakken, al verbazen we ons vaak over haar groeiende hoeveelheid. Vreemd? Nee.
Laatst stonden we voor een koekjesschap en verlekkerden ons aan het enorme aanbod. Waar is de tijd gebleven dat we slechts konden kiezen uit een tiental soorten koek, netjes ingerold in een ribbelkartonnetje en een dun glanzend papiertje?
Afijn, wij staan daar dus voor dat rek. We kunnen natuurlijk de lekkerste baksels uitkiezen, maar de miep in ons laat ogen dwalen over de verpakkingen. Niet te geloven!
Sommige koekjes rusten – individueel verpakt in een knisperend plastic hoesje – in een voorgevormde plastic houder. Daar omheen een kartonnen manchet, die op haar beurt weer omhuld wordt door een bedrukte plastic zak met dito sluitclip. Tot overmaat van ramp zitten er twéé artikelen in een dubbellaags plastic gesealde aanbiedingsverpakking die je met reumatische vingers amper open krijgt.
Ontgoocheld grijpen we naar een pak meel en bakken thuis een cake. Die wordt op natuurlijke wijze gerecycled en het pak eindigt bij het oud papier.
Blijft over: de restjes. Drankpakken worden platgedrukt, de vleesresten worden in een krantje verpakt en in de grote bruine kliko gesmeten. Uit principe dus niet eerst in een plastic zak, want die hoort immers bij het te recyclen materiaal. Net als glas, chemisch afval, apparaten en  papier.
Die restafvalkliko geeft problemen. Het ding is na een week of zes nog steeds niet vol, riekt behoorlijk onfris, en trekt grote groene vliegen aan. Elke lediging kost centjes, dus – wederom  uit principe – staat hij niet langs de straat voordat hij mudvol is. Het is crisis en we moeten zuinig zijn, nietwaar?
In de zomer hebben we echter geen keuze. Je moet het ding leeg laten halen voordat het een onhygiënische kraamkamer van maden wordt.
De laatste jaren hebben we veel last van vliegen. Dat kan natuurlijk aan het klimaat liggen, maar gezien onze ervaring met de bruine afvalbak vermoeden we wat anders. Helaas is niet iedereen bereid een nog bijna lege bak aan straat te zetten.
Om de insecten te ontmoedigen zich in onze woning op te houden hangen er zakjes water boven de deur, liggen er hier en daar met kruidnagel versierde citroenen en verstuiven we lavendelwater. Er staan – helaas door plastic – afgedekte bakjes balsamico-azijn-met-druppel-olie klaar, om vervelende fruitvliegjes te verdrinken. Er brandt 24 uur per dag een elektrische vliegenlamp. We maken dus kosten. Ergo: we worden gestraft voor onze scheidingsdrift.
Dat staat ons tegen! We willen scheiden, maar dat moet gevoelsmatig wel wat opleveren.
We kijken dus uit naar de dag dat er verandering komt in het ophalen van het huisvuil, en geven de bedenkers van nieuwe systemen de tip mee om ook eens te zoeken naar minder lompe, oerlelijke verre-van-designbakken die nu ons kleine tuintje vervuilen. Maar de eerste stap zal moeten zijn dat de verpakkingsindustrie wordt aangepakt!
En tegen diegene die met een volle plastic zak restafval, de langs de straat staande kliko’s afstruint om er illegaal zijn vuil in te dumpen op kosten van een ander, zeg ik;
Schijt! Met lange ij en een t!

woensdag 2 oktober 2013

Vertederend.

Een aantal jaren geleden heb ik tijdens een vakantie in de Jura genoten van het spel van twee kleine kinderen - ogenschijnlijk een tweeling - die voor het eerst aan het kamperen waren.
Ik heb hen van grote afstand gefotografeerd. Die foto's hebben me geïnspireerd om dit schilderijtje te maken. Een beetje zoetsappig en niet helemaal mijn stijltje, maar o zo lief en vertederend.

zaterdag 28 september 2013

De klok.




Heeft u dat nu ook? Dat je het gevoel hebt dat de wijzers van de klok te snel gaan, zeker in goede tijden? Seconden lijken niet te bestaan, minuten worden weggevaagd en uren zijn in een oogwenk voorbij. In de dag zit te weinig tijd om alle plannen die je hebt te verwezenlijken. Zo is het zomer, zo glijdt dat mooie seizoen onmerkbaar over naar een onstuimige herfst. In mijn gedachten zit ik eigenlijk nog te mijmeren op een Frans terrasje, terwijl de herfstvakantie al weer voor de deur staat.
Er is een jaar voorbij sinds ik als gezond mens ben overgestapt naar de categorie kankerpatiënten. En ondanks alle ellende is ons leven nog altijd even goed. Maar ook véél te gehaast! Er is zo onnoemelijk veel gebeurd in dit jaar, teveel om te bevatten. De afgelopen maanden hebben mijn maatjes en ik het leven weer als vanouds proberen vorm te geven. Alles op de rit, zogezegd. Met plannen in ons hoofd die we voorheen ook hadden en agenda’s die zoals gewoonlijk overbelast dreigen te raken. Maar daar zeuren we nu niet meer over. Die zorgen er immers voor dat de tijd blijft vliegen, dat je niet meer na hoeft te denken hoe stille uurtjes in te vullen. Dat was in slechte tijden wel anders, is onze ervaring. Het bange wachten, onzekerheid over de toekomst, pijn en verdriet zorgden er steevast voor dat het voelde alsof – soms letterlijk – de tijd stilstond.
Dat gaan we dus niet meer doen hebben we ons voorgenomen en dat werkt. Het plafond moet nog steeds geschilderd worden en andere uitgestelde grote klussen in huis wachten ongeduldig op hun beurt, maar we lachen erom: het komt allemaal goed, is het nu niet, dan over een tijdje wel. We doen leuke dingen, gaan uit eten in luxe restaurants, maken reisjes en bezoeken het theater. Kortom, we zijn onszelf aan het verwennen met zaken waarvan we menen dat we die verdiend hebben en voelen ons net zo rijk als al die gierigaards in de P.C.Hoofdstraat in Amsterdam.
Natuurlijk hebben we het verdiend, er is geen mens die het ons misgunt. Maar het heeft één groot nadeel: niet alleen de tijd verglijdt, onze centjes verdwijnen ook als sneeuw voor de zon en wij zijn niet zo vermogend als die shoppers daar in het westen … Dus zijn er drastische maatregelen nodig. Nu de regering zo fors gaat bezuinigen hebben wij ook goede voornemens gemaakt: het is uit met de fun, er moet gewerkt worden!
Dus geen etentjes buitenshuis meer, maar zelf koken. De tijd vult zich nu dus als vanzelf. Boodschappen doen, recepten zoeken, aanbiedingen bestuderen etc. etc. Ook dure kledingwinkels worden gemeden, we dragen kleding door, verstellen losgelaten naden, maken shirtjes zelf of stappen de goedkopere winkels binnen op zoek naar koopjes die de strenge blik van trendy modekoningen kunnen weerstaan. Ook dat vergt de nodige uurtjes. Het is voor mijn maatjes en mij tegenwoordig een sport om met zo weinig mogelijk centen er zo goed mogelijk uit te zien, en rond te komen zonder het maken van schulden. Een nieuwe strijd in het overleven beseffen we, want werk heb ik niet; we moeten het zien te redden met één salaris.
We worden inventief. Niets weggooien voordat het echt helemaal kapot en niet meer te herstellen is. Zo veel mogelijk sparen in plaats van uitgeven. Kortingsbonnen verzamelen en incasseren in plaats van ze ongebruikt op het bureau te laten liggen. Cadeautjes? Zelf maken van resten materiaal dat her en der in lades ligt weg te kwijnen, maar nog goed bruikbaar is. Dure doeken kopen voor de schilderlessen? Nee, oude schilderijen die niet zo geslaagd zijn overschilderen werkt ook prima. En wie weet dat er over honderd jaar dan een restaurateur mijn eerste probeersels beoordeeld als goed crisiswerk …
We hebben besloten in plaats van geld, meer tijd te steken in het onderhouden van onze sociale contacten, omdat we hen zo dankbaar zijn voor de steun die we in het afgelopen jaar hebben gehad en wat terug willen doen. Een vriendelijk woord, een aai over je bol, een arm om je schouder; het is zoveel méér waard dan harde pecunia. Het kost daarentegen wel tijd.
En dan ben ik weer terug bij het begin. Het is tijd die we nu moeten zien te vinden. Vandaar dat we een aantal tijdsaanduiders zijn gaan mijden. Een horloge is cadeau gedaan. De batterijen uit de keukenklok zijn niet meer vervangen zodat het in de toekomst altijd vijf vóór twaalf blijft en we de voortschrijdende uren niet meer hoeven zien. Daardoor komen we wel eens ergens te laat aan en bedienen ons van dat berucht en beroemde Brabantse kwartiertje.
Maar als we één ding van het afgelopen jaar hebben geleerd is het wel dat we dat er nu graag voor over hebben. Pure tijdwinst!