Ik scheid; met een korte ei! Jij scheidt met dt, wij
scheiden. Volgens Van Dale; de samenhang verbreken of verbroken
houden en vermengde zaken uit elkaar verwijderen. Juist ja, afval dus!
Elke dag zijn we er
mee bezig, rafelen alles wat we niet in huis willen uit elkaar vóór het in een
afvalbak verdwijnt. Oefening baart kunst, we zijn er ware meesters in geworden,
pietlutters zelfs.
Na het diner kunnen
we niet meteen aan de vaat beginnen, eerst scheiden! Etensresten verdwijnen in
één van de grote kliko’s die onze patio prominent bevolken. Wacht even. Kaas-
vis- en vleesresten moeten er tussenuit geraapt worden. Aardappelschillen en
tomaten ook, vanwege regelgeving in de landbouw. Wij verzamelen namelijk met de
hele familie het groenafval en composteren dat op eigen grond.
Plastic verdwijnt in
gratis gemeentezakken, al verbazen we ons vaak over haar groeiende hoeveelheid.
Vreemd? Nee.
Laatst stonden we voor een koekjesschap en verlekkerden ons aan het enorme aanbod. Waar is de tijd gebleven dat we slechts konden kiezen uit een tiental soorten koek, netjes ingerold in een ribbelkartonnetje en een dun glanzend papiertje?
Laatst stonden we voor een koekjesschap en verlekkerden ons aan het enorme aanbod. Waar is de tijd gebleven dat we slechts konden kiezen uit een tiental soorten koek, netjes ingerold in een ribbelkartonnetje en een dun glanzend papiertje?
Afijn, wij staan daar
dus voor dat rek. We kunnen natuurlijk de lekkerste baksels uitkiezen, maar de
miep in ons laat ogen dwalen over de verpakkingen. Niet te geloven!
Sommige koekjes
rusten – individueel verpakt in een knisperend plastic hoesje – in een
voorgevormde plastic houder. Daar omheen een kartonnen manchet, die op haar
beurt weer omhuld wordt door een bedrukte plastic zak met dito sluitclip. Tot
overmaat van ramp zitten er twéé artikelen in een dubbellaags plastic gesealde
aanbiedingsverpakking die je met reumatische vingers amper open krijgt.
Ontgoocheld grijpen
we naar een pak meel en bakken thuis een cake. Die wordt op natuurlijke wijze
gerecycled en het pak eindigt bij het oud papier.
Blijft over: de
restjes. Drankpakken worden platgedrukt, de vleesresten worden in een krantje
verpakt en in de grote bruine kliko gesmeten. Uit principe dus niet eerst in een plastic zak, want die
hoort immers bij het te recyclen materiaal. Net als glas, chemisch afval,
apparaten en papier.
Die restafvalkliko
geeft problemen. Het ding is na een week of zes nog steeds niet vol, riekt
behoorlijk onfris, en trekt grote groene vliegen aan. Elke lediging kost
centjes, dus – wederom uit principe –
staat hij niet langs de straat voordat hij mudvol is. Het is crisis en we
moeten zuinig zijn, nietwaar?
In de zomer hebben we
echter geen keuze. Je moet het ding leeg laten halen voordat het een
onhygiënische kraamkamer van maden wordt.
De laatste jaren
hebben we veel last van vliegen. Dat kan natuurlijk aan het klimaat liggen,
maar gezien onze ervaring met de bruine afvalbak vermoeden we wat anders.
Helaas is niet iedereen bereid een nog bijna lege bak aan straat te zetten.
Om de insecten te
ontmoedigen zich in onze woning op te houden hangen er zakjes water boven de
deur, liggen er hier en daar met kruidnagel versierde citroenen en verstuiven
we lavendelwater. Er staan – helaas door plastic – afgedekte bakjes
balsamico-azijn-met-druppel-olie klaar, om vervelende fruitvliegjes te verdrinken.
Er brandt 24 uur per dag een elektrische vliegenlamp. We maken dus kosten. Ergo: we worden gestraft voor onze scheidingsdrift.
Dat staat ons tegen!
We willen scheiden, maar dat moet gevoelsmatig wel wat opleveren.
We kijken dus uit
naar de dag dat er verandering komt in het ophalen van het huisvuil, en geven
de bedenkers van nieuwe systemen de tip mee om ook eens te zoeken naar minder lompe,
oerlelijke verre-van-designbakken die nu ons kleine tuintje vervuilen. Maar de eerste
stap zal moeten zijn dat de verpakkingsindustrie wordt aangepakt!
En tegen diegene die
met een volle plastic zak restafval, de
langs de straat staande kliko’s afstruint om er illegaal zijn vuil in te dumpen
op kosten van een ander, zeg ik;
Schijt! Met lange ij en een t!