dinsdag 12 november 2013

Figurant.





Een rol in een toneelstuk spelen is een uitdaging. Wat voor rol dan ook: leading lady of member of the crowd. Hoofdrollen. Ik heb ze jarenlang met veel plezier mogen vertolken, maar als je ouder wordt hangt het spelen van de verliefde prinses of de domme diva je onderhand wel de keel uit. Je krijgt behoefte aan verdieping.
Bovendien gaat het degenererende geheugen van de mens ook jouw parten spelen bij het leren van lange lappen tekst. Dus je neemt uiteindelijk genoegen met een figurantenrol.
Maar niet getreurd; in het spelen van kleine rollen blijkt opeens een grotere voldoening te schuilen dan je altijd had gedacht. Het eist namelijk veel meer zelfdiscipline van de acteur en smeekt om geduld.
Uren wachten om die éne zin te mogen zeggen, repetities lang voor niets op komen draven, ongeduldig worden en reikhalzend uitzien naar de finale waarop jij – in slechts één minuut – mag en kunt vlammen! Je optreden is kort maar krachtig. Het publiek heeft nauwelijks de tijd gekregen om je goed in de ogen te kijken, maar jouw aanwezigheid levert ontzettend veel op.
Jij krijgt de kans om rustig te mediteren tussen de coulissen achter het speelvlak waar de lucht bezwangerd is geraakt door stofdeeltjes van oude gordijnen, deo-geurtjes vermengd met zweet en mist van die eeuwige rookmachine. Een plek die slechts weinigen wordt gegund.
Je schuilt onzichtbaar in het episch centrum van het podium waar stressende acteurs op- en neer banjeren op zoek naar een stoel om al wippend hun zenuwen in bedwang te houden. Een comfortabele zetel waarop jij op je gemak koffie zit te drinken en die je – omdat je toch niets te doen had – uren van te voren hebt uitgezocht en in een veilig hoekje geparkeerd. Jouw hoekje.
Je mag je deze avond op-en-top fotomodel voelen, want ook members of the crowd worden knap gegrimeerd en gekostumeerd ondanks rimpels en onvolkomenheden. Gelukkig sta je straks achteraan op de groepsfoto, zodat het publiek niet ziet dat het knappe toneelsmoeltje totaal niet past bij je bolle appellijf.
Maar het mooiste van dit alles is dat je dienstbaar kunt zijn voor een hechte groep gepassioneerde theaterdieren en daar als onmisbare schakel tussen hoort.
Jij geeft hen immers de rekwisieten aan, reikt ze een glaasje water als men dreigt te stikken in een onverwachte hoestbui. Exact op tijd druk jij op het knopje van de nep-telefoon-bel, bons je op een stuk hout om een klop op de deur te suggereren en roep je die éne zin, zodat zij verder kunnen met hun spel.
Ja, als underdog heb jij uiteindelijk de macht in handen! Want stel dat je zulke zaken vergeet? Dan staan die belangrijke acteurs toch maar mooi met hun mond vol tanden stil op het grote podium. Lekker puh.
Dit keer speel ik de stem van de massa. Ik ben de liaison tussen publiek en acteurs. Als roepende in de woestijn, schreeuw en herhaal ik waarschuwingen. Luistert men niet, dan klaag ik ach en wee. Om nog maar te zwijgen van de kille rol als nieuwslezer; zonder emotie som ik gruwelijke verhalen op die als warme broodjes op de tribune belanden. Het publiek huivert.
Ik behoor tot het koor; het geweten van de mensheid.
Een belangrijke rol.