Alles is nieuw, te beginnen met het jaar. Althans het jaartal – 2014 – is nieuw. Dat automatisch het leven vernieuwd met dat simpel
veranderen van een jaartal is echter een illusie. Goed, we wensen elkaar een
gelukkig ‘nieuw’ jaar toe, maar als het puntje bij paaltje komt gaat je
leventje toch gewoon door?
Niks geen nieuw leven, geen nieuw lijf, geen nieuw huis en
geen nieuwe woonomgeving, geen nieuwe partner, geen nieuwe kinderen, geen
nieuwe auto, geen nieuwe fiets, het geld dat in mijn beurs zit blijkt zelfs oud
en versleten. Dat maakt geen drol uit overigens, lang zal het niet op mijn
niet-nieuwe bankrekening blijven staan; zelfs de crisis is niet nieuw. Helemaal
niks, nada, niente aan nieuwigheden dus!
Maar laat ik nu uiterst tevreden zijn met mijn ouwe zooi!
Dat eeuwige Nieuwjaar wensen heb ik na een dag of wat bewust nagelaten. Niet dat
onbestemde gevoel creëren dat je opnieuw moet beginnen, lekker doorgaan met dat
waar je gelukkig in bent voelt immers veel beter.
Januari is wel zo’n maand die lang kan duren. Koning Winter mag
het dan af laten weten, de dagen zijn sowieso grauw en grijs. De uren daglicht
schuiven voorbij voordat je er goed en wel aan gewend bent.
Voor mij heeft dat tot gevolg dat ik deze maand – en
mogelijk ook de volgende – bijna
slaperig wegdroom op de bank naast de kachel. De buitenwereld kan me gestolen
worden; te koud, te nat en te deprimerend. Wat dat betreft verlang ik naar de
nieuwe lente.
Om mijn lichtelijk depressieve buien op te vrolijken
schilder ik in dit soort maanden het liefst met felle kleuren acrylverf. Geen
moeilijk portret waarbij elke millimeter de gelijkenis verstoort, maar lekker
intuïtief lijnen trekken op een vel papier en kijken wat die je brengen. Je
vrij voelen, niet denken maar doen. De vakjes inkleuren, je collega’s vragen
waar het op lijkt en fantaseren.
Dit schilderstuk is spontaan ontstaan. Een van mijn
medecursisten zag ineens Rembrandt van Rijn achter een raam staan, we hebben er
met z’n allen smakelijk om gelachen. Dit werkstuk heeft dus de titel ‘Volgens
Ria Rembrandt’.
Om te blijven oefenen in kleur- en materiaal gebruik ben ik
daarna aan de slag gegaan met textiel. Een restlapje stof met spuuglelijke
bloemetjes heb ik in textielverharder Paverpol
gedrenkt en op een canvas doek gedrapeerd. Modelleren, goed laten drogen en
uitharden, gesso erover, basislaag verf en daarna wederom bepalen wat het moet
worden. Dit keer in donkere kleuren, met een touch van glimmend brons. Het
doekje hangt nu thuis op een donkere muur. Chique en stijlvol draagt het de
titel ‘Februari 2014’.
Weer wat geleerd; met
zo’n verharder zijn de artistieke mogelijkheden grenzeloos. Het lost daarmee
gelijk een probleem op waar ik tegenaan zit te hikken. Voor onze nieuwe theaterproductie
zijn namelijk een aantal maskers nodig. In het verleden hebben we die altijd
vervaardigd op de ouderwetse manier; van papier maché, een tijdrovend en
kliederig werkje. Met een groot nadeel: ze voldoen niet aan de strenge
brandveiligheidsregels van het theater.
Met die Paverpol zou ik een gedetailleerd masker kunnen
maken in de helft van de tijd, van stevig textiel, waterafstotend en niet
vlambaar. De moeite van het uitproberen waard in ieder geval. Ik ben de komende
tijd dus wel even bezig.
Januari 2014 heeft – tegen de verwachting in – toch weer wat
nieuws opgeleverd. Zo zie je maar weer, roep nooit te vroeg!