Maar nu even niet! Het zijn de warmste dagen in de maand maart
die we ooit hebben gemeten aldus het KNMI en dat is te zien en te merken; het
lijkt wel zomer. Zelfs de crisis lijkt op zijn retour en de mensen om me heen kijken
plotseling vrolijker.
Met trots maak ik een foto van de waarden die de barometer
thuis op de patio aangeeft en stuur die per whatsapp door naar één van mijn
kinderen die al vertrokken is naar een zonnig oord in het diepe zuiden van
Europa om daar wederom een vol seizoen te gaan werken. Doei schat, tot
november!
Ze stuurt ons regelmatig jaloersmakende fotootjes van
zonovergoten stranden, volle caféterrasjes en vakantiegangers die genieten van
partijtjes golf of zeereisjes met een catamaran. Gekleed zoals het toeristen
betaamd; in korte broeken, slippers, dunne jurkjes met spaghettibandjes,
zonnebrillen en hoeden. Van dergelijke kiekjes kunnen wij alleen maar dromen,
ze pas maken als het hier hoog- en hoogzomer is. Wat kan het leven heerlijk
zijn.
Nu pest ik haar met een selfie waarop ik dit keer in de
stralende zon te zien ben met teenslippers aan mijn voeten terwijl ik een ijsje
verorber. Het is hier warmer dan daarginds en dat zal mijn meisje weten ook. Ha
ha, eindelijk wraak!
Samen met manlief heb ik onze tuin gekuist, oude bladeren
weggeveegd, de eerste onkruiden gewied en vogelnestkastjes ontdaan van rommel.
Fluitende vogelvriendjes zijn altijd welkom, het liefst vandaag nog. De tuinset
staat schoongemaakt in de zon te blinken en krokussen en narcissen ploffen
letterlijk de grond – en hun bollen – uit. Het scheelt weinig of we kunnen in
de moestuin onze eerste asperges oogsten; het is onverwacht snel lente
geworden.
We genieten deze dagen met volle teugen, een winter
achterlatend die gepaard ging met ongemakken en niet-prettige gebeurtenissen
die we snel willen vergeten.
Ik nestel me in een terrasstoel en ga lekker een boek zitten
lezen, mezelf de warmte gunnend die de zon gratis aan me geeft. Natuurlijk heb
ik genoeg andere dingen te doen maar … nu even niet. Eerst genieten nu het nog kan,
de rest volgt later, want ik besef dat het slechts een enkele zonnige dag zal
zijn die we vandaag als extraatje cadeau krijgen.
Dit soort dagen peppen me op, ik zuig de energie die me
onverwacht wordt gegeven naar binnen en maak volop plannen voor de komende zomer;
er ontstaat diep in mijn brein zelfs het idee om ter plekke de ramen te gaan
zemen en dat wil wat zeggen in mijn geval. Luttele seconden later schuif ik die
activiteit aan de kant; de komende dagen ga ik eerst aan de slag om alles klaar
te krijgen voor onze jaarlijkse theaterproductie die we één dezer dagen in
première brengen.
Het is me ondertussen gelukt om een zestal Griekse maskers
te maken met paverpol, een textielversteviger. (Mocht je er een gebruiksaanwijzing
van willen; laat een berichtje achter op dit blog met een e-mailadres en ik
stuur je er t.z.t. eentje.)
Ik heb ook al een paar dagen achter de naaimachine gezeten om
een zestal bijpassende toga’s te maken. Gelukkig heb ik dat in de donkere dagen
van eind februari gedaan, want het viel niet mee. Als toen de zon zo geschenen
had als nu en ik binnen had moeten zitten zwoegen was ik definitief in een
depressie beland.
Aangezien ons clubje geen cent te makken heeft hebben we kostuums
moeten maken uit een aanzienlijke hoeveelheid oude gordijnen die we gebruikt
hebben bij een vorige productie. Ze zaten netjes opgevouwen in een grote
plastic zak; bij het toneel gooi je immers nooit wat weg.
Een Griekse of Romeinse toga zoals je die op oude prenten
ziet? Ik ben eerst maar eens even aan de slag gegaan om uit te proberen hoe
zo’n ding om je lijf hangt en heb daarbij de lappen textiel gedrapeerd rond een
paspop. (In de Griekse tijd hadden ze immers ook geen luxe naaimachines.)
Echter, ik rook stof, zag zand, vlekken en die bekende muffe
lucht uit ons oude theater drong met de daarbij gepaard gaande niesbuien mijn
neusgaten in. Die gordijnstof leek me ook te stug om een mooie valling om je
lijf te kunnen maken. Hij was oud en versleten en dreigde hier en daar langs de
naden af te kerven. Maar ja, je moet wat als de bodem van de verenigingskas in
zicht is.
Zuchtend heb ik me aan deze ondankbare taak gezet en ben aan
de slag gegaan. Ik prutste een aantal toga’s in elkaar maar hield ze lang genoeg
en zoomde ze nog niet af. Gelukkig heb ik enige textielervaring en dat bleek
mijn redding.
De mededeling dat die gordijnen niet gewassen konden worden
lapte ik aan mijn laars. (Dat doe ik
overigens vaker met wasvoorschriften. Ik heb namelijk het idee dat die zijn
gemaakt om de fabrikant van het textiel te beschermen en niet om de consument
voor te lichten!)
Dus verdwenen mijn werkstukken al ras in de wasmachine en
kregen ze een beurtje met een geurend wasmiddel. Je acteert toch niet lekker in
een stinkend vuil kostuum, nietwaar?
Toen ze na een halfuurtje snelwas uit de trommel kwamen voelden
ze slap aan. Even heb ik me zorgen gemaakt; wat hou ik van die kostuums over?
Had ik die gordijnen nou eerst maar gewassen… Eigenwijs propte ik ze in de
droger en stopte er een naar seringen ruikend antistatisch makend droogtrommeldoekje
bij.
Een uurtje nadien hoorde ik het venijnig piepje dat aangeeft
dat het machientje zijn werk heeft gedaan. Ik drukte op de knop, de deur sprong
open en een lieflijke geur verspreidde zich door mijn bijkeuken. Dat is
tenminste gelukt dacht ik nog, stinken doen ze in ieder geval niet meer.
De voorheen stugge gordijn-toga’s bleken echter behoorlijk
gekrompen en gekreukt te zijn, maar ze waren ook zacht. Een zucht van
verlichting ontsnapte mijn longen.
Ik heb ze gestreken met stoom en meegenomen naar de
repetitie om te kijken of ze niet té kort waren geworden. Ik had geluk, bij de
meesten moest er nog een reep stof af. Daarna werd er thuis weer netjes op
ieders lengte een zoompje gelegd, pffff. De maskers nam ik ook mee, ondanks het
feit dat ze nog plakten van het vernissen. Al met al viel de nieuwe
uitmonstering de acteurs niet tegen, ze konden er redelijk mee uit de voeten.
Missie geslaagd!
Daar kom ik dus aardig mee weg, alhoewel ik weet dat de stof
van die toga’s wel zwakker is geworden door dat wassen en ik de toneelspelers
op het hart heb gedrukt om er beetje voorzichtig mee te zijn. Voor de zekerheid
liggen er nog een paar oude gordijnen in mijn hobbykamertje …
De regisseur is gelukkig tevreden, niet alleen met de
uitmonstering maar ook met de (acteer)prestaties van de leden van onze club.
Het is levensgevaarlijk om dat nu al te melden, zo vlak voor de première van je
voorstellingen; je moet de goden immers niet verzoeken!
Het mag ook geen strandweer meer worden komend weekend want
dan reist iedereen richting kust en blijven de theaters leeg.
Maar ach, ik heb die (Griekse) goden al uitgedaagd met mijn
geknutsel en wasdrift. Zullen we maar zeggen toi-toi-toi?
Break-a-legg en goede voorstellingen gewenst!