zaterdag 21 maart 2015

Knikkeren in de zon.

Eén van de labels van dit blog heeft de titel Kanker. Als je op dat label klinkt krijg je mijn persoonlijke ervaring met deze ziekte te lezen. Ik aanschouw de wereld waarin ik leef namelijk als éénogige, nog net niet als een cycloop, want die heeft zijn ene oog midden op zijn voorhoofd zitten. Ik ben meer van het rechtse, kijk met rechts, grijp met rechts en begin zelfs beter te horen en te ruiken met rechts. Aan de linkerkant heb ik een enorme dode hoek.
Het is al weer twee jaar geleden dat mijn linkeroog is verwijderd omdat er een agressieve kankertumor, een oogmelanoom in zat. Maak je geen zorgen, er zit geen gapend gat in mijn gelaat. Ik heb er een kunststof knikkertje en een prothese voor in de plaats gekregen en je moet verdomd goed kijken wil je die opmerken als je me de eerste keer ziet. Voor degenen die me beter kennen ... tja die zijn op de hoogte van mijn manco, dus die zullen best wel eens stiekem naar mijn knikkeroogje loeren. Dat mogen ze best, ik zie het toch niet.
Kanker grijpt je bij de strot op een moment dat je het niet verwacht. De ziekte verandert je leven op slag, ook al wil je dat niet en doe je je best om er zo 'normaal' mogelijk mee om te gaan. Na een hectisch half jaar waarin we de dood in de ogen hebben gekeken, keerde het tij en kreeg ik de kans om verder te leven. Iemand - wie, wat of waar dat was; ik heb geen idee en ga er ook niet over discussiëren  - besloot dat mijn tijd op deze aardkloot er nog niet op zat. Sindsdien word ik streng gecontroleerd, elk half jaar opnieuw.
Een dagje ziekenhuis (dat twee uur autorijden van mijn slaapkamer vandaan ligt), een weekje in spanning wachten en daarna een consult over de uitslagen. Het doet geen pijn maar ik word er altijd moe van. Ik weet dat het tussen de oren zit, maar kan er niets aan doen. Die controles blijven een dingetje.
Ik ben enkele weken geleden weer goedgekeurd en kan opnieuw wilde plannen gaan maken voor het komende half jaar. En nu ik al twee jaar stabiel ben, worden de controles zelfs wat verlicht in de toekomst. Vrij van kanker verklaren kan en mag de oncoloog me niet; ik blijf een risicopatiënt. Nou, je hoort mij niet protesteren, ik heb daar echt wel vrede mee!
Eenmaal opgenomen in de kankerwereld ga je toch anders tegen de ziekte aankijken. Hij is onderdeel van mijn leven geworden en ik sta er echt niet elk moment meer bij stil. Qua levenslessen heb ik van die zwarte periode in mijn leven veel geleerd en er zelfs extra vrienden aan overgehouden. Er zijn nu  dagen dat het net lijkt alsof de kanker nooit mijn leven is binnengewandeld.
Dat wordt anders als er wéér iemand uit je familie/vrienden/kennissenkring wordt geconfronteerd met deze vijand. Ik mag dan een zeldzame vorm van kanker hebben, die persoon heeft een agressieve te pakken en daar schrik je toch weer van. Als het puntje bij paaltje komt kun je weinig voor een medepatiënt doen behalve belangstelling tonen en een luisterend oor bieden. Als kankerpatiënt heb je een eenzame ziekte, ondanks alle aandacht moet jij het uiteindelijk doorstaan.
Eén op de vier mensen krijgt kanker, dat is een verschrikkelijk hoog cijfer; in één voetbalelftal inclusief een trainer zullen dus 3 personen deze ziekte niet overleven. Daarom geeft kanker krijgen ook zo'n schrikbeeld.
Gelukkig doet men veel onderzoek naar het voorkomen en genezen van deze ziekte en er wordt mondjesmaat vooruitgang geboekt; ik ben heel blij met de komst van protonenbestralers naar Nederland, oogmelanoompatiënten zullen daarmee veel beter te bestalen zijn.
Steeds meer patiënten worden chronisch en kunnen een vrij normaal leven leiden ook al zitten er kankercellen in hun lijf, kijk maar naar mij. Daarom is het ook zo wrang, deze vriendin te moeten vertellen dat het goed met me gaat, terwijl haar vooruitzichten niet zo rooskleurig zijn; het schaamrood staat op mijn kaken. Want ik heb geluk, ik ben een zondagskind dat mag gaan knikkeren in de zon. Het mag van mij gerust zomer worden.