maandag 20 april 2015

70 Jaar later.

Op 19 april herdenken we - landelijk - dat 70 jaar geleden voor Nederland de Tweede Wereldoorlog officiëel eindigde. Een moment om bij stil te staan.
Elk jaar op 4 mei sluit ik me aan bij een lange rij mensen die samenkomen bij een oorlogsmonument om respect te tonen voor de menselijke drama's en het leed dat die oorlog met zich mee heeft gebracht.
Ons dorp is in oktober 1944 bevrijd, die ellendige hongerwinter daarna heeft men in deze omgeving gelukkig niet mee hoeven maken, alhoewel hier wel degelijk voedselschaarste was. Engelsen, Schotten, Canadezen en Amerikanen kregen hier onderdak en maakten zich op voor de beslissende eindstrijd boven de rivieren.
Dat was toen. Nu is er een toespraak, gedichten en stemmige muziek ergens op een besloten pleintje. Daarna een korte wandeling naar het monument in het centrum waar het verkeer keurig is stilgelegd. In die luttele minuten hoor je de vogeltjes vredig fluiten en de duiven koeren alsof ze instemmen met het plechtige moment maar tegelijkertijd willen laten horen dat er nu vrede heerst. De voetstappen van de aanwezigen worden gedempt en onderbroken door de tonen van de zwaarste klok die het carillon in de toren rijk is. De Last Post. Bloemenhulde. Elk jaar weer ... Om nooit te vergeten ... En om iedereen te eren die in die inktzwarte veertiger jaren van de vorige eeuw voor de goede zaak is gestorven.

In het verleden waren er veel mensen die de Tweede Wereldoorlog persoonlijk hadden meegemaakt bij de herdenkingen aanwezig. Als burger, soldaat of verzetsheld, als kind of  slachtoffer, ze waren er elk jaar weer.
Als tiener stond ik tussen hen in. Later zaten ze vóór mij op stoelen of zochten steun bij een rollator. Hun gezichten bedrukt of sereen berustend en vaak met tranen in de ogen. Op de dag van vandaag zie ik nog slechts een paar ooggetuigen van die ellendige jaren; oud van lijf en soms der dagen moe. De groep van mensen die daadwerkelijk de oorlog aan den lijve heeft ondervonden sterft begrijpelijkerwijs langzaam uit.
Het pleintje wordt nu bevolkt door schoolkinderen die een lesje geschiedenis krijgen en volwassenen van de zo genoemde tweede generatie. Tot die laatste groep behoor ik; een kind van ouders die drommels goed wisten wat oorlog was.

De tweede generatie; kinderen geboren na 1945 uit ouders die aan oorlogsgeweld waren blootgesteld, hadden geleden, gevochten of onder bedreiging geleefd. Een generatie die is opgevoed met uitspraken als: 'wacht maar, als het weer oorlog wordt ... ben maar blij dat het geen oorlog is ...  pas op jij, of je komt in een kamp terecht ... opeten en niet zeuren, in de oorlog aten we bloembollen in plaats van gehaktballen.'
Als kind voelde je dat er wat was, maar je begreep het niet, kon de vinger niet op de zere plek leggen. Bij kletterend onweer werden we uit bed gehaald en moesten we schuilen. Je rook de angst maar zei niets. Altijd die extra weckpotten voedsel, water en kaarsen in een speciaal hoekje van de diepe vochtige kelder. Je vroeg niet waarvoor die dienden. Het wantrouwen in bepaalde mensen. Vreemdelingen die onverwacht aan de deur stonden. Op gedempte toon gevoerde gesprekken die stokten wanneer je de kamer binnenkwam. Je wist het; dat was de erfenis van de oorlogsjaren. En je zweeg. Met dat gevoel denk ik terug aan mijn jeugd in relatie tot de oorlog.
O ja, mijn familie kon fantastisch vertellen over hun wel en wee tijdens die gruwelijke tijd. Als kind vond ik het spannende, mooie verhalen over heldenmoed en martelaarschap. Ik koester die avonden thuis bij de haard. Met op de achtergrond oorlogsfilms in zwart-wit die op het toen nieuwerwetse televisie-ontvang-toestel-in-bruin-notenhouten-kast met belangstelling werden bekeken en gelardeerd met het commentaar van volwassenen 'dat het in werkelijkheid beslist niet zo mooi was geweest'. Later werden die films levensecht toen ik Een brug te ver en Soldaat van Oranje in kleur in de bioscoop mocht aanschouwen.
Ik werd langzaamaan volwassen en wijzer door de lessen geschiedenis, gegeven door bevlogen docenten die de zin en onzin van WOII aan ons trachtten uit te leggen. Omdat geschiedenis mijn lievelingsvak was weet ik misschien wel meer van de oorlog dan mijn leeftijdsgenoten. Maar daar lag zeker ook de nieuwsgierigheid naar wetenswaardigheden over ouders en grootouders aan ten grondslag. Het Dagboek van Anne Frank - geen familie - heb ik stuk gelezen en veel later mocht ik de rol van Margot Frank in het gelijknamige toneelstuk spelen. Om de pijn te vergeten werd de oorlog vaak geromantiseerd.
Maar toch ... er was iets met die oorlog. Iets wat niet bespreekbaar was in mijn jeugd. Naar verhalen luisteren mocht, maar verder vragen? Dieper op zaken ingaan? Intuïtief deden we dat niet, wetende dat onze ouders er door van streek raakten, angstig werden, verdrietig en opstandig.
Zelfs over Duitsland en Duitsers praten kon niet, want de moffen waren duivels. Onze ouders gingen incidenteel op reis, maar weigerden ook maar één voet op Duitse bodem te zetten. Een schoolreisje naar Berlijn? Geen sprake van, ga maar naar Engeland want daar is het goed! De aansluiting van Duitsland bij de EU was voor onze ouders en grootouders zwaar te verteren, ze wilden niets met het buurland te maken hebben, zwegen het dood.
Ondanks de familieverhalen ben ik er nooit achter gekomen hoe mijn ouders werkelijk die oorlog hebben beleefd. Ik heb kleine puzzelstukjes maar krijg het complete plaatje nooit te zien. Wat voelden ze, waar hielden ze zich mee bezig? Waar kwamen hun fobieën en angsten vandaan? Wat zat er diep in hun hart verborgen en is met hen meegegaan in het graf?
Het is goed zo, ik heb er vrede mee. De jaarlijkse herdenking is mijn paracetamolletje voor de laatste restjes genetisch overgedragen oorlogspijn.

Gelukkig was er daags na de dodenherdenking altijd een feestje: Bevrijdingsdag! We versierden onze fietsen met rood-wit-blauw-oranje crêpe-papier en zongen Vaderlandse Liederen voor de burgemeester; Merck toch hoe Sterck en het Wilhelmus met twee coupletten. Daarna kregen we een ijsje - het eerste van het seizoen -  en aten een uitgebreide maaltijd. Onze ouders gingen, samen met vrienden aan de borrel en wij vielen pas laat in slaap.
De wereld was gered en we konden er weer een jaartje tegen. Godzijdank zonder oorlog!