Help!
Mijn kledingkast puilt uit, maar ...
Hoe
vaak speelt deze gedachten door het hoofd van een vrouw? Door het mijne in
ieder geval wel.
Mijn
kledingkast werd het laatste half jaar behoorlijk gemeden. Er is werktuiglijk
materiaal uitgehaald, gewassen, gestreken en weer terug gepropt. Iedereen heeft
er in gerommeld omdat er momenten waren dat ik dat door mijn ziekzijn amper zelf
kon. En dat is te merken aan slordige stapels kleding, volle lades en een
hanggedeelte waar je tussen de bomen het bos niet meer ziet. Kortom: verwaarlozing!
En dat schreeuwt om actie!
Ik
zie niet meer wat er werkelijk in die kast hangt en ligt, dus begin op mijn
dooie gemak met het opruimen ervan. Het
heeft geen enkele zin om snel te werken. Ik heb gelukkig genoeg tijd en wil het
grondig aanpakken anders sta ik over een paar maanden weer met ergernis voor die
deur.
De
kleinste laden worden het eerst uitgemest. Rigoureus belandt alles wat ik de
afgelopen jaren niet aan heb gehad in de bekende weggeef-kleding-zak. Kleding die te versleten en verwassen is om
nog te worden gedragen verdwijnt in de kliko.
Nou
behoor ik tot de categorie bewaarders.
Bovendien ben ik niet zo’n trendvolger in de mode, geef mij maar mooie
klassiekers die lang doorgedragen kunnen worden. Bij kleding opruimen denk ik altijd; ‘dat komt vast nog wel eens van pas’ en ‘toch zonde om weg te doen’, kortom; smoesjes te over.
Maar
dit keer heb ik me niet laten foppen. Daar komt bij dat mijn lijf er nu anders
uitziet qua proporties, ik regelmatig jojo met m’n gewicht vanwege medicijngebruik
en op sommige plekken aan mijn lichaam geen strakke kleding kan verdragen.
Dat
zijn problemen die verre van leuk blijken als je ’s ochtends voor je spiegel staat,
niet weet wat je aan moet trekken en iets te voorschijn haalt wat dan bij nader
inzien toch niet past.
Dus
kledingstukken die niet lekker meer zitten, te groot of te klein zijn, worden verbannen
naar de zak.
Er
schijnt wat licht in de duisternis, met de laden schiet het op. Maar het hang-
en leggedeelte van mijn - weliswaar grote, maar niet inloop -kast stribbelt tegen. Want daar bevinden zich zaken die ik zelf heb
gemaakt. Met veel geduld, energie en uithoudingsvermogen heb ik getekend en
geplakt, geknipt en genaaid om tenslotte trots te dragen. Mijn eigengemaakte
kledingstukken zijn net kindjes … en daar is het moeilijk afscheid van nemen.
Kleding
die echt zwaar uit de mode is en als
hobbezak rond mijn lichaam hangt gaat uiteindelijk toch de zak in, maar een
aantal ‘gevallen’ blijft voor de zekerheid hangen… Je weet het maar nooit!
Ik mijmer na de zoveelste blik op de overvolle planken. Als
ik dit jaar makkelijke kleding mee wil nemen op vakantie, moet ik toch echt snel aan de bak.
Passende shirtjes, tuniekjes en jurkjes, die ga ik beslist tekort komen deze zomer. Exemplaren
van niet-kreukende stoffen, snel te wassen en te drogen. Daar focus ik op. Ik
kan ze natuurlijk kopen, maar op dit moment heb ik geen puf om eindeloos in
winkels te moeten zoeken naar items die me passen. Om vervolgens tot de
ontdekking te komen dat ik zelf makkelijk twéé exemplaren kan maken voor de
prijs die men voor één enkel kledingstuk vraagt. Tja, ik ben zuunig én gierig…
wat dat betreft.
Een
(kerst)cadeau-abonnement op een patronenblad heeft gezorgd voor een stapel
inspiratie op mijn naaitafel. Ze liggen
er al een tijdje. Maagdelijk, nog nauwelijks ingekeken tijdschriften. Zo zonde!
In
plaats van verder te gaan met mijn kasten op te ruimen begin ik te bladeren. En warempel ... ik krijg enorme zin in het fabriceren van een stapeltje nieuwe kledingstukken die nog net
in mijn pas opgeruimde lades gaat passen. Een bezoek aan Internet-plekjes die een
link hebben met zelf mode maken doet de rest; ik voel de naai-honger!
En
ik ontdek een mazzeltje; mijn
stoffenwinkel houdt toevallig uitgerekend nu een summer-sale! Een uitgelezen moment om bij te tanken wat
stoffen betreft. De gedachte dat juist dát voornemen gevaarlijk is voor het
gewicht in mijn kledingkast schuif ik vrolijk van me weg.
Mijn
Paffje heeft een uitgebreide servicebeurt gehad terwijl ik bedlegerig was, hij
kan er weer vol tegen aan. En ik? Ik verdwijn een aantal dagen naar mijn
naai-holletje en trap het gaspedaal lekker in. Met als resultaat de kleding op
bijgaande foto’s.
In plaats van kledingzakken staat er nu een goedgevulde
vakantiekoffer klaar in de gang.
Overal om je heen zie je beelden, hoor je geluiden, en wordt je omringd door de warmte van mensen. Deze wereld geeft je inspiratie en je voelt de drang om te scheppen, te creëren en wat achter te laten. Dan zit er niets anders op dan juist dat te doen. Toch? Maar wat als het er op gaat lijken dat je misschien wel gedwongen wordt vervroegd afscheid te moeten nemen van diezelfde wereld met daarin alles wat je lief is? Blijft de creativiteit dan borrelen?
zaterdag 15 juli 2017
We zijn er weer …!
Mijn laatste blogbericht was er eentje die men niet
van mij gewend is. Een beetje negatief.
Nu, bijna zeven maanden later gaat het weer goed met me. Toch was het een
heftige periode waarin ik alle tijd en aandacht heb moeten geven aan het feit
dat ik ziek ben en daarvoor toch echt behandelingen nodig had.
Vier maanden lang was dat mijn dagtaak, de
resterende tijd heb ik doorgebracht met mijn gelieven, die het ook zwaar te
verduren kregen. Mijn hobby’s hebben even moeten wijken, aan schilderen,
schrijven en kleding maken kwam ik niet meer toe.
Er zijn dagen geweest die kropen … er zijn er ook
omgevlogen. Een bizarre tijd met avontuur en ontdekkingen, een beetje
schizofreen, geest en lichaam gescheiden, berusting en opstandigheid, verdriet,
hoop en lachen.
Ik weet donders goed dat ik niet meer beter kan
worden, maar de twee experimentele behandelingen hebben in zoverre succes gehad
dat de kleine tumoren in mijn lever voorlopig zijn gestopt met groeien. We
hebben in ieder geval tijd gewonnen.
Zo’n kankerbehandeling hakt er wel even in. Bij
mij voelde het lichamelijk als een
griepje – ik heb geen pijn gehad, kon me redden met paracetamolletjes – maar mijn
lichaam gaf het wél bijna op. Zonder dat ik het zelf écht doorhad en ook niet
voelde. Dat werkt toch heel vreemd als je geest zoiets heeft van ‘ach, dat doen we even, niet mauwen maar
poetsen, zie je wel, positief denken heeft echt wel nut’! Dat positivisme was prima maar verhulde ook
wat … de toestand van mijn lijf vertelde een heel ander verhaal en dat gaf extra
zorgen.
Toch is alles nu onder controle en ben ik bijna
zover dat ik mijn oude vertrouwde leventje weer op kan pakken. Op de
vermoeidheid na en met een gelouterd inzicht op het leven. Dankzij de steun van
mijn gelieven, alle medici en wetenschappers en niet te vergeten de lotgenoten
waarmee ik chat en facebook, kan ik verder.
De komende maanden mogen we van de vakantie gaan
genieten. Mijn lijf heeft straling genoeg gehad en moet even pas op de plaats
maken voordat er weer met röntgen- of magneetstraling op losgeschoten kan
worden. Dus manlief en ik kunnen lekker gaan genieten van ons kampeermiddel op
wielen zonder dwingende bezoeken aan de universiteitskliniek, bloedprikken en
uren plat liggen. Onze kinderen en hun gezinsleden kunnen eindelijk lekker hun eigen
gang gaan zonder de verplichtende zorg
en ondersteuning. Ook hún leven stond vaak onder druk en op z’n kop tijdens het
afgelopen half jaar.
Als het maar even kon zijn manlief en ik in de
maanden die achter ons liggen er op uit getrokken. Uit de sleur en ellende
breken en een moment van ontspanning zoeken. De boel de boel laten en proberen
je hoofd leeg te maken en de kanker vergeten. Dat was ook belangrijk voor mijn
helingsproces. Een aantal weekenden, en
zelfs een twee weken durende voorjaarsbreak; als manlief vrij had van zijn
werk, gingen we toeren. We recreëerden voornamelijk dicht bij huis, op de voorjaarsvakantie
na. Begin april hadden we genoeg van de
regenperiode en behoefte aan zon. We zijn die in Frankrijk gaan halen ... niet
alleen voor onszelf, maar voor iedereen want toen we terug waren brak in
Nederland de mooie zonnige tijd aan.
We hebben
ontdekt dat Nederland druk en vol is, maar ook heel veel mooie plekjes kent.
Dat we in het verleden een waterlinie hebben aangelegd die amper is gebruikt en
eigenlijk zinloos was. Dat een oorlogsmuseum helaas nog wordt uitgebreid met
materiaal van gevoerde strijd, waar ook ter wereld.
We kwamen er achter dat de Moezelvallei vol
stroomt met wijn en vakantievierders, maar dat de vergrijzing daar de zaak
verpaupert. We hebben ondervonden dat je soms ver moet rijden wil je de zon in
de zee zien zakken. Dat St. Tropez op zich een leuk plaatsje is maar dat het
wordt verpest door al dat ge-ëtaleer van rijkdom en decadentie.
Al met al hebben de afgelopen maanden mij veel
opgeleverd. Ik relativeer meer, ben tevreden met datgene wat ik nu heb, geniet
van alle lieve mensen om me heen die het verdienen eens extra in het zonnetje
te worden gezet, want dankzij hen kan ik weer blogberichtjes schrijven ...
Abonneren op:
Posts (Atom)