Als patiënt maak ik het vaak mee. Bij
lotgenotencontacten, in wachtkamers, op fora hoor en lees ik het te pas en te
onpas: het woord WACHTEN.
Wachten op afspraken, wachten op diagnoses, wachten op uitslagen, wachten op behandelactie, wachten op het aanslaan van medicijnen en ga zo maar door. Het lijkt soms wel of de hele wereld van ons -patiënten- bestaat uit ... wachten.
Ook ik heb ervaring met wachten ... veel zelfs. Maar ik ben er ook -al wachtende- over gaan nadenken. Of zoals ik dat noem; mijmeren, want nadenken klinkt zo zwaar. Dat in stilte filosoferen schijnen mijn hersenen vanzelf te gaan doen op momenten dat ik even mijn rust pak. Op de bank, een bed of luie stoel, een gun-momentje voor jezelf; even terug trekken uit een boeiend en op dit moment druk bestaan. Ja, ik ben ziek, mijn tijd is beperkt en ik ga dood aan kanker. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet gelukkig ben of kan zijn. ... Of morgen onder een vrachtwagen terecht kom ...
Wachten op afspraken, wachten op diagnoses, wachten op uitslagen, wachten op behandelactie, wachten op het aanslaan van medicijnen en ga zo maar door. Het lijkt soms wel of de hele wereld van ons -patiënten- bestaat uit ... wachten.
Ook ik heb ervaring met wachten ... veel zelfs. Maar ik ben er ook -al wachtende- over gaan nadenken. Of zoals ik dat noem; mijmeren, want nadenken klinkt zo zwaar. Dat in stilte filosoferen schijnen mijn hersenen vanzelf te gaan doen op momenten dat ik even mijn rust pak. Op de bank, een bed of luie stoel, een gun-momentje voor jezelf; even terug trekken uit een boeiend en op dit moment druk bestaan. Ja, ik ben ziek, mijn tijd is beperkt en ik ga dood aan kanker. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet gelukkig ben of kan zijn. ... Of morgen onder een vrachtwagen terecht kom ...
Afijn, we
dwalen af. Waarom dat gevoel van altijd maar wachten?
We leven in een tijd waar de snelheid regeert,
waar de prestatiedruk op mensen steeds groter wordt, waar je met één druk op de
knop een pakketje uit Verwegistan besteld via het WorldWideWeb, dat vervolgens
de volgende dag bij jou aan de deur door een extreem gehaaste bezorger wordt aangeboden.
We zijn in de loop der tijd als mens egoïstischer
geworden, mondiger ook, assertief.
En dat heeft alles met snelheid te maken.
We raken aan die snelheid gewend ... en eisen onbedoeld nóg meer snelheid …
ook met overvolle agenda's. Het hebben van geduld wordt steeds minder als goede
eigenschap gezien en we hollen van de ene activiteit in de andere.
… Tot … we serieus ziek worden.
… Tot … we serieus ziek worden.
Dan staat onze wereld abrupt stil. Plotseling zijn
de dagen op de kalender niet meer ingevuld. We worden verplicht tot nietsdoen …
en (af)wachten. Ons doen en laten wordt gedomineerd door het ziek-zijn en we
hebben minder -of totaal geen- oog voor andere zaken. We raken als patiënt geobsedeerd door ons eigen bestaan op aarde. Er is vaak maar één goal: we
moeten weer gezond worden ... en snel ook! Zodat we weer kunnen gaan hollen.
O ja, kanker kan heel agressief verlopen en dan is snelheid van handelen onontbeerlijk, daar moet geen discussie over zijn.
Maar kanker kan ook tergend langzaam, als een goed
verborgen sluipmoordenaar zo maar uit het niets opdoemen.
Kanker is per patiënt
verschillend en ons egoïsme eist dat we als individuele patiënt worden
gezien én behandeld. En dat kost nu eenmaal tijd. Tijd én een goedgevulde knip.
En die twee laatste zijn moeilijk met elkaar verenigbaar.
Toegegeven: er gaat het een en ander fout in de
zorg- en medische wereld. Daar moeten we onze ogen niet voor sluiten en ook reëel
in zijn. Het kan dus altijd beter.
Als patiënt val je een wereld binnen die wordt gerund door
mensen van vlees en bloed. Mannen en vrouwen die moeten functioneren met hulp van – soms weigerende
- apparaten en een digitale snelweg die ook niet altijd even goed werkt. Het is werken onder hoge druk, fouten worden genadeloos afgestraft. ‘Operatie
geslaagd maar patiënt overleden’ kan men zich gewoonweg niet veroorloven. Het
is presteren met zo weinig mogelijk tijd,
middelen en menskracht.
Soms lijkt
het in jouw beleving als patiënt allemaal lang te duren maar wordt er achter de
schermen keihard voor je gewerkt. Dat zie je als patiënt vaak niet, want jij
zit in die saaie wachtkamer je dood te vervelen. En dan glijdt de tijd
langzaam. Ook in je hoofd waarin jij op dat moment het belangrijkste persoontje
op aarde bent en o zo ongelukkig en ongeduldig zit … te wachten.
Dat wachten gebeurt ook thuis, tussen bijvoorbeeld een
scanafspraak en de uitslag ervan. Die angst, dat ongeduld, dan niet-welbevinden op
allerlei gebied wordt door veel kankerpatiënten herkend. De Engelsen hebben er
intussen een goed woord voor gevonden Scanxiety (scan-opwinding).
Kijk, dat iemand 10 weken of soms véél langer moet
wachten op een kankerdiagnose zou echt niet moeten kunnen, dat is onmenselijk.
Die onzekerheid voor de patiënt én zijn naasten moet eerder worden weggenomen anders ga je er
geestelijk aan onderdoor. Als je dan moppert dat het te lang duurt geef ik je
groot gelijk, sterker nog ... ik mopper mee.
Ik weet niet hoe u er over denkt, maar -ondanks dat- heb
ik persoonlijk liever een goede, kloppende diagnose
waar ik even op moet wachten, dan een verkeerde
amper een uur na onderzoek.
Wij -kankerpatiënten- kunnen zelf veel doen om
dat andere ‘gevoel van wachten’ te doorbreken.
We kunnen ons inlezen, informatie verzamelen en
proberen onze ziekte te begrijpen. Onszelf als het ware onderwijzen. In gesprekken met het medisch- en/of
zorgveld komt dat van pas; het werkt en praat sneller. Als je de ziekte begrijpt kun je ook beter de gevolgen ervan accepteren en er mee leren omgaan.
Misschien kan de praktische uitvoering van jouw
behandelingsplan sneller en efficiënter. Een klein voorbeeld: waarom ver reizen en lang in
een wachtruimte wachten voor dat ene enkele-zinnen-gesprek met een arts die op
een pc-scherm tuurt en een uitslag voorleest? Voor een ja/nee uitslag van bijvoorbeeld scans, kan die
arts jou net zo goed even bellen of mailen. Een mogelijke behandeling naar aanleiding van die uitslag eist
waarschijnlijk toch weer een nieuwe afspraak.
De grote impact van kanker op je leven (en dat van je naasten) zorgt er
vaak voor dat het in je hoofd alleen
maar om die kanker gaat. Afleiding, -héél doelbewust en op allerlei manieren- je bezig houden met andere zaken dan 'die kanker' laat de tijd sneller lopen.
Structuur in je dagelijkse bezigheden doet dat ook.
Ongemakkelijk zittend op een stoel. In gespannen stilte oude
tijdschriften doorbladeren in overvolle wachtkamers. Een typisch tijdverdrijf waar ik
weinig van snap, maar als vanzelf vaak aan mee doe. De tijd kruipt!
Ik heb gemerkt dat het ook anders kan. Download
een lekker spannend of romantisch leesboek op je E-reader. Zet een koptelefoon op met je
lievelingsmuziek. (Wel op je beurt letten!) Speel een spelletje met je meegebrachte
maatje of knoop eens een gezellig gesprek aan met een volkomen vreemde die óók
voor zich uit zit te staren. Wedden dat je zo aan de beurt bent?
En last but not least: laat je niet wegduwen
achter de geraniums, ga niet zitten wachten op wat er allemaal komen gaat maar
reageer assertief.
Ook al ben je kankerpatiënt, ook al zit je met
smart te wachten op antwoorden die misschien nooit zullen komen; de tijd kun je
niet dwingen. De tijd is van jou; jij hebt je leven in eigen hand. Vul haar met zaken
die je gelukkig maken, je weet wel; zing, vecht, huil, bid, werk, lach en
bewonder … maar wacht niet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten