zaterdag 14 april 2018

Griep ... en nog lang geen lente...

Griep. Hij nam ons te pakken vlak na nieuwjaar. Onverwacht, want we gingen er vanuit dat een inenting bescherming zou bieden tegen deze sluipmoordenaar.
Dat bleek een foutje; de wetenschap is nog lang niet zover dat ze een voorspellende gave heeft die ook uitkomt. Soms zit men er finaal naast want ondanks dat voorbereidende vaccin werd onze hele familie ziek van 'de griep'.
En het was een taaie, in deze winter van 2018. Hij trof vooral mij en dat is logisch want mijn lichaam wordt al ondermijnd door de kanker en dan kan zo'n griepje hard aankomen.
De eerste aanval: een week na de jaarwisseling. Koorts is iets wat ik nauwelijks ken, maar toen kwam die in alle hevigheid bij me langs en moest ik dagenlang mijn bed opzoeken. Keelpijn, veel hoesten: de griep putte me letterlijk uit.
Geen enkel huismiddeltje hielp, en antibiotica slikken had geen zin. Ook voor mijn pas ontdekte diabetes - gekregen als bijwerking van mijn chemobehandeling - was het niet goed. Mijn glucosegehalte vertoonde flinke golfbewegingen. En dat kan je slopen, niet alleen fysiek maar ook mentaal.
De vermoeidheid sloeg toe. Er waren dagen dat ik amper iets kon ondernemen, zo moe was ik. En het hield maar niet op. Dacht ik even dat het beter ging ... kreeg ik wéér hoestbuien en begon het spelletje opnieuw.
De huisarts zei; uitzieken! Er zit niets anders op. En rustig aan blijven doen want het beest is hardnekkig.
Ja, dan moet je geduld hebben. Helaas, dat is in deze omstandigheden niet mijn sterkste kant; dat nietsdoen werkt voor mij erg demotiverend. Ik hing, zat, lag dagenlang op de bank of in bed. Mijn huis kon ik amper in orde houden, wasgoed stapelde op, om over de uitpuilende manden met strijkgoed maar te zwijgen. Als oppas-oma kon ik niet gezellig zijn en mijn inspanning als familie-kok daalde tot een dieptepunt op het moment waarop ik zuchtte "ga maar wat halen, voor mij niks".
Manlief moest mee naar winkels. Ik kon vanwege mijn energiegebrek amper fietsen, laat staan zware boodschappenkarren hanteren.
En zo verstreken er drie lange maanden. Tel daarbij op de donkere dagen, de regen en de kou en de ramp was compleet, ik stond aan de rand van de krater die 'instorting en depressie' heet.

Ik viel net niet over de rand. Vanwege mijn knikkeroog volg ik een regime van drie maandelijkse controles in het universitaire ziekenhuis. Begin maart zag ik er erg tegenop. Na maanden griep kon die toch niet positief uitvallen? 
Maar de zon ging toch een beetje schijnen, de scans van mijn lever lieten zien dat mijn tumoren stabiel zijn en geen groei vertonen. Mijn bloed werd 'acceptabel' bevonden. Al concludeerde men wel aan de hand van de uitslagen dat ik moe moest zijn  ... ja deuh ... mag dat alstublieft na maanden sappelen?
Een zucht van verlichting. En dan blijkt toch maar weer dat je geest veerkrachtig blijkt. Dat goede nieuws keerde de zaak om. Ik ging weer positief denken, pakte beetje bij beetje zaken aan. De volle wasmanden en de berg strijkgoed verdwenen langzamerhand. Ik kroop achter de naaimachine en kon me gelukkig ook weer inzetten voor onze patiëntenvereniging.
Ik toog naar een conferentie in het buitenland en ging naar de landelijke melanomendag, op zoek naar lotgenoten en nieuwe informatie. Daar leerde ik dat ik niet de enige was die 'de griep' vervloekte.
Voor de conferentiedeelnemers gloorde hoop. Er is nog steeds geen 'cure' voor mijn kanker maar er wordt met man en macht gewerkt aan onderzoeken naar oplossingen. Er komt steeds meer duidelijkheid over de werking van melanomen en hun genetische mutaties. Er is veel aandacht voor het welzijn van de patiënt. Medici, wetenschappers en patiënten uit Europa werken nauw samen en bundelen krachten om eens ...- net als de griep -  óók de kanker te verslaan.
Mijn griep is gedoofd, het virus eindelijk onderdrukt en de negatieve gedachten worden verjaagd door golven positiviteit.
Tijdens de conferentie viel de laatste sneeuw van deze winter uit de lucht Er scheen een waterig zonnestraaltje door de wolken, al zal dat niet krachtig genoeg zijn  om mijn zieke lijf te verlichten. Maar de warmte onder de deelnemers en de gelijkgestemdheid van mijn lotgenoten deed me goed. Ik sta er niet alleen voor. Het is bijna lente.